MAANDELIJKSCHE M E D EDEELINGEN.
ACCOUNTANTSCONTROLE OP RECETTES.
De Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders heeft op gr
van art. 9 van de Algemeene Voorwaarden van Ver
huur en Huur van Films besloten, om de controle van
de ontvangsTbij den huurder voortaan te doen uitvoe
ren door een accountantskantoor, lid van-het Ne
landsch Instituut van Account, ;welk hiertoe spe
ciale opdracht zal worden verleend.
Uiteraard geldt deze controle uitsluitend voor de ont
vangsten van films, welke op percentage-basis zijn ge
huurd.
Blijkens het bepaalde in voornoemd art. 9 is de
exploitant verplicht ten behoeve van de controle alle op
de opbrengst van elke voorstelling betrekking hebbende
bescheiden over te leggen.
Den exploitanten wordt dientengevolge verzocht, voor
een controle, als hier bedoeld zich mocht voor
doen, de aak van den aangewezen accountant zooveel
mogelijk te willen verlichten door de noodige medewer
king te verleenen.
COMMISSIE NIEUWE ZAKEN.
De Derde Kamer der Commissie N.Z. heeft in haar
zitting van Donderdag 3 September besloten aan den
heer J. A. van Unen te Roosendaal vergunning te ver
leenen tot het vestigen eener permanente bioscoop aan
de Markt te Steenbergen.
De Eerste Kamer der Commissie N.Z. heeft in haar
zitting van Woensdag 16 September afwijzend beschikt
op het verzoek van den heer G. L. van Toombergen
te Boskoop tot vestiging van een permanente bioscoop
in het Floragebouw aldaar.
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van Dins
dag, 15 September 1936 besloten de beslissing der Com
missie N. Z., gewezen op 14 Mei 1936, waarbij
afwijzend is beschikt op de aanvrage van den heer
M. J. Philipse, wonende te Brielle, ter verkrijging van
vergunning tot het vestigen van een nieuwe permanente
bioscoop te Brielle, te vernietigen en in hoogste instantie
de gevraagde vergunning, overeenkomstig het bepaalde
in hoofdstuk D van het ..Nieuwe Leden- en Zaken-
besluit" d.d, 10 Februari 1936, aan den heer M. Phi
lipse voornoemd te verleenen.
Deze beslissing is gegrond o.m. op de navolgende
overweging:
dat de bezwaren van appellant (Philipse) tegen de
beslissing der Commissie N. Z. zich voornamelijk aan
sluiten bij het bepaalde in hoofdstuk G. sub. 7 IVd. van
het Nieuwe Leden- en Zakenbesluit", waarbij als norm
bij de beoordeeling van vergunningsaanvragen wordt
gesteld, dat geen nieuwe permanente bioscopen mogen
worden opgericht, wanneer daardoor de normale exploi-
tatie-mogelijkheid voor de ter plaatse gevestigde, be
hoorlijk ingerichte en goed geleide bioscopen in gevaar
komt, daar naar de meening van appellant de inrich
ting van de in Den Briel bestaande permanente bioscoop,
n.1. de door het lid van den Bond, de N.V. Alphia Film,
geëxploiteerde bioscoop in hotel „De Nymph" niet be
hoorlijk is ingericht;
dat uit een nader ter plaatse ingesteld onderzoek is
komen vast te staan, dat niet alleen de inrichting van
de bioscoop in hotel ,,De Nymph" onvoldoende moet
worden geacht, maar tevens, dat de zaal, waarin de
N.V- Alphia Film te Den Briel bioscoopvoorstellingen
geeft, aan de meest elementaire vereischten niet kan
voldoen en op één lijn moet worden gesteld met de pri
mitieve zaaltjes, waarin thans circa 40 jaar geleden de
eerste films werden vertoond;
dat dan ook bij de beoordeeling van de aanvrage van
appellant niet het belang van de N.V. Alphia Film met
betrekking tot de bioscoop in hotel „De Nymph" in aan
merking kan worden genomen;
dat het gebouw, waarin appellant een bioscoop wil
gaan exploiteeren, behoorlijk is ingericht en aan rede
lijke eischen voldoet, zij het, dat de afmetingen van
diens bioscoopzaal niet groot zijn en het aantal zitplaat
sen uiteraard beperkt is, doch dat naar de meening van
het Hoofdbestuur door het gaan exploiteeren van deze
bioscoop ongetwijfeld in de behoefte aan meerdere ge
legenheid tot bioscoopbezoek te Brielle zal worden voor
zien;
dat de Commissie N. Z. in eersten aanleg de N.V.
Alphia Film in de gelegenheid heeft gesteld zoodanige
verbeteringen in de bioscoop van hotel ,,De Nymph"
aan te brengen, dat deze bioscoop aan redelijke
eischen zal voldoen, doch dat de N.V. Alphia Film deze
verbeteringen niet of nagenoeg niet heeft aangebracht
of kunnen aanbrengen, waarbij in aanmerking moet
worden genomen, dat het transformeeren van het kleine
bioscoopzaaltje in hotel „De Nymph" tot een eenigszins
behoorlijke bioscoop slechts mogelijk zou zijn, indien
daaraan een som gelds zou worden besteed, waarvan
de grootte boven de financieele draagkracht der N.V.
Alphia Film ligt.
TERUGSTORTING WAARBORG.
De leden, die nog vorderingen hebben op de N.V.
Lêthe, Localiteiten- en Theater Exploitatie, vroeger
exploiteerende een bioscoop in het Casino Gebouw te
's-Hertogenbosch, en daarvan nog geen opgave aan het
Hoofdbestuur hebben gedaan, worden üitgenoodigd als
nog vóór 8 October a.s. hun vorderingen bij het Hoofd
bestuur in te dienen, zulks in verband met de terugstor
ting van den door genoemde N.V. bij den Bond gede-
poneerden waarborg.
WIJZIGINGEN LEDENLIJST.
De ledenlijst van den Bond heeft de navolgende
wijzigingen ondergaan:
Op pag. 25: Tot het lidmaatschap van den Bond is
toegelaten de N.V. Bioscoopexploitatie Mij. „Luxor
Vlaardingen", waarvan directeuren zijn de heeren
A. van Meel en N. Ortje, resp. wonende Badhuisweg 14
te Scheveningen en Plantage Kerklaan 41 te Amsterdam.
Deze vennootschap zal in de plaats van den heer
C. A. Diks het Trianon Theater te Leiden exploiteeren.
Op pag. 33: Het Alhambra Theater te Vlissingen zal
worden geëxploiteerd door den heer C. J. van Liere,
exploitant van het Grand Theater te Goes.
Het Luxor Theater blijft in exploitatie bij de Erven
A. W. Smits.
Op pag. 35: De Concertzaal „Sound" Bioscoop te
Zierikzee wordt thans geëxploiteerd door de N.V. de
Concertzaal, directeur de heer E. J. Gelderman, Haven-
park aldaar.
Op pag. 46: Amsterdam. Tot Donateur van den Bond
is toegelaten de N.V. Bloemenhandel „Corona" aldaar,
Kalverstraat 175. Directeuren de heeren G. W. IJsel-
stijn en J. W. Groenewegen.
Op pag. 47: Den Helder. Eveneens is tot Donateur
van den Bond toegelaten de N.V. Mij. tot Exploitatie
van Bioscooptheaters „Lumière", gevestigd te Den Hel
der. Directeur de heer J. Geervliet.