(Uit RVD-Filmcontact - No. 28 oktober 1969) De Afdeling Film van de Rijksvoorlichtingsdienst Een van de taken van de, onder het Ministerie van Algemene Zaken ressorterende Rijksvoorlichtingsdienst is als centraal technisch apparaat op te treden voor de vervaardiging en ver spreiding van voorlichtingsmateriaal voor de overheid. Voor de boodschap die middels dit materiaal verspreid wordt is ieder Ministerie afzonderlijk verantwoordelijk♦Wat de vorm geving en de technische uitvoering betreft ligt de verant woordelijkheid in eerste aanleg bij de Rijksvoorlichtings dienst De vervaardiging van overheidsfilms en de verspreiding daar van behoort dan ook tot de taak van de Afdeling Film van de RVD. Medio 19^9 waren circa 50 projecten in produktie, waar naast nog komt de vervaardiging van enkele tientallen vreemd talige versies van een aantal van deze films ten behoeve van de verspreiding in het buitenland en van bioscoop- en tele visiespots Wat de produktie betreft, werkt de Afdeling Film niet met eigen personeel. De vervaardiging van alle films wordt uitbe steed aan particuliere filmmaatschappijen en cineasten. De controle op het produktieproces wordt - in samenwerking met het departement waarvoor de film bestemd is - door de RVD uitgevoerd. Voor de vervaardiging van wetenschappelijke films, militaire instructiefilms en onderwijsfilms beschikt de overheid over gespecialiseerde apparaten met een beperkte taak. Aparte ver melding verdienen de films die voor rekening van het Ministe rie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk worden vervaardigd ter bevordering van de kunstzinnige film.Hoewel zakelijke grondslagen voor deze produkties ook door de RVD worden gelegd, wordt de makers op het artistieke vlak de grootst mogelijke vrijheid gelaten, teneinde de film geheel naar eigen inzicht te kunnen vervaardigen. De verspreiding van de overheidsfilms in binnen- en buiten land geschiedt eveneens door de Rijksvoorlichtingsdienst, die enkele gespecialiseerde onderdelen van die taak heeft gedele geerd. Deze verspreiding valt hoofdzakelijk in twee groepen uiteen a) niet-commerciële distributie: bijvoorbeeld door filmothe- ken, ambassades, onderwijsinstellingen; b) commerciële distributie: hoofdzakelijk door vertoningen in bioscopen, via televisiestations en de verkoop van ko pieën in de z.g. "non-theatrical" 1ómm commercieel) sec tor. De niet-commerciële distributie in Nederland geschiedt door de Centrale Filmotheek van de Rijksvoorlichtingsdienst, waar in tevens een groot aantal binnen- en buitenlandse films zijn opgenomen, die voor een Nederlands publiek van betekenis zijn. In een enkel geval is het roulement voor een gespecialiseerde kring van toeschouwers gedelegeerd, zoals de distributie van bepaalde agrarische films door het Ministerie van Landbouw en Visserij

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1969 | | pagina 6