- 8
AFDELINGSBERICHTEN
Besluiten ledenvergadering
In de "buitengewone ledenvergadering, die is gehouden op
1 december 1969 en die zich helaas in een slechts zeer
matige belangstelling van de kant van de leden mocht ver
heugen, werden de volgende besluiten genomen:
1C.A.O, laboratoriumbedrij f
Het Bestuur werd gemachtigd om onderhandelingen te openen
met de Bond Mercurius inzake de totstandkoming van een
C.A.O. voor het laboratoriumbedrij fEr werd een werk-
commissie benoemd, bestaande uit vertegenwoordigers van
Cinecentrum N.V. (Mej. Mr C.W. v.d. Berg en de heer
A.G. Peters), Cinetone Studiofs (Mr H.C. Bitter), Haghe-
film N.V. (de heer C. Treffers) en Triofilm (de heer
Th. Cornelissen) welke commissie zal worden belast met
het voeren van de besprekingen met vertegenwoordigers
van de werknemersorganisatie. Deze besprekingen zullen in
januari a.s. beginnen. In principe is vastgesteld, dat
het wenselijk moest worden geacht om de werkcormissie
resT3ectievelijk het Bestuur door een deskundig adviseur
te laten bijstaan. Het werd aan het Bestuur overgelaten
te bepalen in welk stadium van de besprekingen een be
roep op deskundig advies moet worden gedaan.
2Besluit Ontwerpkosten en Bemiddelingscommissie
In de voorgestelde tekst werd een redactionele correctie
aangebracht en er is 'besloten het besluit slechts voor
êên jaar vast te stellen. Tijdens de discussie kwam name
lijk de wenselijkheid naar voren, om het besluit in 1970
geheel te herzien en bij voorkeur in twee besluiten te
splitsen. De kwestie van de bemiddelingscommissie zou dan
afzonderlijk kunnen worden geregeld en in het ontwerpkos-
tenbesluit zou een scherpere scheiding gemaakt kunnen
worden tussen ïV-commercials en andere films. Tevens
zouden de bestaande minimum prijzen dan opnieuw aangepast
moeten worden.
3Toekomstplanning
Er werd een commercieel/technische studiecommissie be
noemd, bestaande uit de heren G.F. de Clerck (Multifilm
N.V.), H.W. Groot (N.V. Joop Geesink's Filmproductie
"Dollywood"M.M. Chanowski (M.M. Chanowski Productions
N.V.), W.G. Sips (N.V. Cinecentrum) en C. Bouwhuis (Cine
tone Studio's), die zich op korte termijn zal gaan bezig
houden met de vraag welke ontwikkelingen in de komende 5
a 10 jaar commercieel zowel als technisch op filmproduk-
tiegebied verwacht kunnen worden en op welke wijze daar
aan in ons land individueel of collectief tegemoet kan
worden gekomen. Van Bestuurszijde is een aantal onderwer
pen opgesomd, waarmede de commissie zich in eerste