OPRICHTING „NEDERLANDSCHE VEREENIGING VAN BIOSCOOPRECLAME - EXPLOITANTEN". Op Maandag 19 October is in een op het Bondsbureau te Amsterdam gehouden vergadering van bioscoopreclame-exploitanten opgericht de „Nederlandsche Vereeniging van Bioscooprecla me-exploitanten Reeds geruimen tijd werd de behoefte gevoeld, dat alle ondernemingen, die zich in Nederland met de vertooning van projectieplaatjes en reclame films belasten, in organisatorisch verband zouden worden bijeengebracht, teneinde tot de zoo noo- dige saneering van deze bedrijfsgroep te geraken. Aanvankelijk had het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond deze saneering zelf ter hand genomen, doch het kwam bij zijn pogingen daartoe tot de overtuiging, dat bijstand van deskundigen uit het bioscoopreclame-bedrijf vereischt was. Aan een Commissie, bestaande uit de heeren L. Calff, W. Quist en J. Smit, werd opgedragen een schema inzake het saneeren van het projectie reclame- en reclamefilmbedrijf te ontwerpen. Met bekwamen spoed heeft deze Commissie, waarvan het secretariaat op het Bondsbureau was geves tigd, zich van haar taak gekweten en een omstan dig rapport aan het Hoofdbestuur uitgebracht. Uit dit rapport moge nog het volgende worden geciteerd: De commissie stelde in haar rapport, dat voor saneering in aanmerking komen ten eerste: de methoden voor het verwerven van opdrachten voor de vertooning van projectieplaatjes, de ver vaardiging van reclamefilms en de rouleering daarvan. Daarnaast achtte de commissie het gewenscht, nader te bepalen regelen te stellen ten aanzien van: a. het tusschen de reclamebureaux onderling overdragen van opdrachten voor het doen ver- toonen van projectieplaatjes en reclamefilms; b. de voorwaarden, waarop de projectiereclame van bioscooptheaters wordt gepacht. Opzettelijk heeft de commissie de saneering van de acquisitie vooropgesteld. Indien er op dit ge bied immers wantoestanden bestaan, dan kan dit tot gevolg hebben, dat de ondernemingen, die een deel van haar reclamebudget voor het maken van reclame in bioscooptheaters beschikbaar willen stellen, daarmede in sommige gevallen onaange name ervaringen opdoen en voor deze reclame kopschuw worden. Bovendien komt het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf het meest rechtstreeks in contact met handel en nijverheid in het algemeen. Het gevaar is dan ook allerminst denkbeeldig aldus zegt de commissie in haar rapport dat de vorenbedoelde ervaringen in commercieele en industrieele kringen omtrent de geheele Neder landsche bioscopie een meening doen postvatten, die zeker niet in overeenstemming is met de alge- meene belangen en de waardigheid van het Ne derlandsche film- en bioscoopbedrijf. Zij achtte het derhalve van primair belang, dat ten aanzien van de verwerving van opdrachten voor de vertooning van projectieplaatjes, de ver vaardiging van reclamefilms en de rouleering daarvan, misstanden uit den weg worden geruimd. Hierbij heeft de commissie tevens de kwestie van de acquisiteurs onder het oog gezien. Juist onder deze acquisiteurs, al dan niet in vasten dienst van de reclame-bureaux, zijn er sommigen, die er niet tegen opzien bij het verwerven van opdrachten niet te tolereeren handelwijzen toe te passen. Dezen menschen moet het duidelijk wor den gemaakt, dat zij zich niet kunnen veroorloven handelingen te verrichten, die de perken van wat in het zakenverkeer als toelaatbaar wordt be schouwd, te buiten gaan. Blijkt het, dat deze elementen zich niet kunnen aanpassen bij het moreele peil, waarop het recla mefilm-bedrijf behoort te staan, dan moet het mo gelijk zijn hen uit dat bedrijf te verwijderen. Daarnaast heeft de commissie gedacht aan de mogelijkheid, dat de voren aangeduide handelin gen verricht worden, niet door de acquisiteurs, doch door de ondernemingen, bij wie zij in dienst zijn. Daarbij stuit men op de moeilijkheid, dat eenige dezer ondernemingen noch lid, noch dona teur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond zijn. Het aangaan van overeenkomsten tusschen re clamebureaux onderling ten einde tot de ge- wenschte saneering te geraken, acht de commis sie, in aanmerking nemende de daarmede reeds verkregen ervaringen, practisch nagenoeg onmo gelijk en in ieder geval irrationeel. Ten einde tot het gestelde doel te geraken, acht zij het dan ook een eerste vereischte, dat alle on- nernemingen, die zich in Nederland met de ver tooning van projectieplaatjes en reclamefilms on ledig houden, in organisatorisch verband worden bijeengebracht. Eerst dan zal het, aldus besluit de commissie haar rapport, mogelijk zijn bindende maatregelen voor deze geheele bedrijfsgroep vast te stellen. In de openingsrede, welke de voorzitter van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. de heer D. Hamburger Ir., in de constitueerende vergade ring van ondernemers uit het bioscoop-reclame bedrijf gehouden heeft, herinnerde deze er aan, hoe aanvankelijk het plan bestond alle bestaande bioscoopreclamebureaux onder te brengen in een speciaal daarvoor op te richten bedrijfsafdeeling van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. Men stuitte hierbij op organisatorische moeilijk heden. Het is nl, niet mogelijk alle bureaux tot het

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1936 | | pagina 7