gen hoopvol. Door de opleving, welke allerwege
viel waar te nemen, hoopte men eindelijk iets van
den teruggang in te kunnen halen. Is dit voor vele
bedrijven het geval geweest, zeer zeker niet voor
'het film- en bioscoopbedrijf.
Het eenige lichtpunt is, dat in het afgeloopen
jaar de voortdurende vermindering van ontvang
sten van de achtereenvolgende crisisjaren tot stil
stand is gekomen!
U zult het allen met mij eens zijn, dat het feit,
dat de financieele positie van het film- en bio
scoopbedrijf in Nederland intusschen nog altijd
ongeschokt is, mede te danken is aan de organi
satorische werkzaamheid van onzen Bond. Deze
werkzaamheid was in het afgeloopen jaar inge
spannen en veelzijdig, ja, van de grootste betee-
kenis. Ik moge u in herinnering brengen hoe na
een ernstige voorbereiding het Hoofdbestuur in de
ledenvergadering van 2 Augustus 1937 zijn werk
bekroond zag met het met bijna algemeene stem
men aangenomen besluit tot wijziging van de Sta
tuten. Onze pogingen van de laatste jaren om te
komen tot een bedrijfsordening vonden in de
nieuwe statutaire bepalingen haar bekroning. De
instelling van den Ledenraad is evenwel van deze
nieuwe statuten het voornaamste kenmerk. Zij is
de vrucht van de jarenlange samenwerking tus-
schen leden-filmverhuurders en leden-exploitan-
ten. Ongetwijfeld zal zij leiden tot een zuivere
uitdrukking van de juiste verhouding in de orga
nisatie van het film- en bioscoopbedrijf in ons
land.
Ik herinner voorts aan de reglementswijziging,
welke als gevolg van de statutenwijziging is aan
hangig gemaakt en reeds ten deele door de leden
vergadering is goedgekeurd.
Vele maatregelen ook zijn genomen ter bevor
dering en bescherming van de belangen der leden.
Daar zijn o.m. het Minimum-Prijzen-Reglement,
en de voorbereiding van het Prijsbescherming-
Reglement, dat op deze vergadering aan de orde
zal worden gesteld.
Daar zijn voorts onze bemoeiingen op het ter
rein van de reclame-film; de instelling van een
commissie inzake cultureele publiciteitsfilms, de
werkzaamheden der televisie-commissie, onze
acties tegen beunhazerij, vooral tot uiting komende
in de exploitatie van smalfilms.
Zeer in het bijzonder denk ik aan onze actie,
welke in het afgeloopen jaar met onverminderde
kracht is gevoerd tegen de overheidslasten, waar
onder ons bedrijf zoo zwaar gebukt gaat.
Ik weet de tolk te zijn van allen in het film- en
bioscoopbedrijf, wanneer ik den vurigen wensch
uitspreek, dat de Overheid eenmaal zal inzien, dat
deze lasten hoe langer hoe meer een struikelblok
vormen om ons bedrijf winstgevend te doen zijn.
Met erkentelijkheid gewaag ik van de waardee
ring en de belangstelling, welke wij bij tal van ge
legenheden van Overheidszijde mochten onder
vinden,
Moge de Overheid dit alles eenmaal omzetten
in een eenvoudige daad van rechtvaardigheid,
hierin bestaande, dat de lastendruk van thans
wordt teruggebracht tot redelijke proporties.
Mijne Heeren, ook in het komende jaar zal
wederom veel van ons bedrijf en van onze orga
nisatie worden gevergd.
Wij moeten daarom hecht aaneengesloten blij
ven! De sterke positie, welke onze organisatie
inneemt, vormt een behoorlijke basis voor het
dienen en het bevorderen van ons aller belang.
Indien wij in deze overtuiging het nieuwe jaar
ingaan, lijdt het geen twijfel of alles zal ook dit
jaar, naar het woord van Paul Krüger, reg kom!
Deze rede van den Voorzitter werd met applaus
beantwoord.
De heer Ed. Cohen Barnstijn kreeg
hierna gelegenheid hartelijk dank te zeggen voor
de hulde hem gebracht naar aanleiding van het
feit, dat het 26 December 1937 25 jaar geleden
was, dat hij zijn intrede deed in het bioscoop
bedrijf.
Spr. memoreerde voorts het ontstaan van de
filmbeurs. Deze is een stichting van de Hapfilm,
die, wijl de toenmalige firmanten in Groningen,
Enschede en den Haag woonden, een plaats van
samenkomst moest kiezen te Amsterdam, waar
de exploitanten uit de provincie op Maandag bijeen
konden komen. Als het meest aantrekkelijke punt
werd daarvoor gekozen het Rembrandtplein, waar
in Café Schiller de zaken werden gedaan.
De eerste klant van de Hap was de Witte Bio
scoop in Breda, die op 9 December 1915 ,,De dame
met het groene masker" vertoonde.
Op 22 December 1915 staat het Luxor Theater
geboekt voor de film: ,,le Serie: De sleutel naar
het geluk", waarvan de vertooning plaats vond
van 1 tot 7 Januari 1916.
Men kan dus, zoo besloot spr., aannemen, dat
de filmbeurs, als voorlooper van de tegenwoordige
beurs, voor het eerst gehouden werd op 1 Januari
1916. (Applaus).
De notulen van de op 8 November 1937 ge
houden buitengewone ledenvergadering worden
vervolgens, nadat hierin eenige wijzigingen zijn
aangebracht, goedgekeurd.
In de Commissie tot het nazien der notulen
van deze buitengewone ledenvergadering worden
benoemd de Bondsvoorzitter, de heer D. Hambur
ger Jr., alsmede de heeren A, H. Boekraad, L. O
Barnstijn, J. S. Croeze en R. Uges Jr.
De Voorzitter brengt vervolgens in behan
deling het voorstel van het Hoofdbestuur tot vast
stelling van een Prijsbescherming-Reglement over
eenkomstig het door het Hoofdbestuur ingediend
concept.
De V i c e-V oorzitter van den Afdeelings-
8