ORDENING DOOR D*. L. G. KORTENHORST Het is mij niet bekend, of er al ooit een film is vervaardigd, waarop de ontwikkelings gang van de organisatie van het bedrijfsleven door de eeuwen heen is afgebeeld. Het zou in elk geval een bijzonder interessante film kunnen worden, waarin zich de evolutie in het gedachtenleven der menschheid zou kunnen afspiegelen. De methoden en beginselen, waarvan de geslachten der menschen zich bedienden, om in hun levensonderhoud te voor zien en zich welvaart en rijkdom te verwerven, behooren mede tot de sterkste impulsen, waardoor de menschelijke handelingen werden beïnvloed en bepaald. De strijd om het bestaan van individu, stam, volk en werelddeel, de economische machtvorming, die on middellijk daarmee samenhangt, heeft den menschelijken geest naar middelen doen zoeken, om naast de onmiddellijke en dagelijks terugkeerende bevrediging van zijn levensbehoef ten, te streven naar veiligheid en zekerheid van zijn bestaan. Zoolang het leidend beginsel der economie zooals in den tijd van het oude Rome sterkt individualistisch getint was en de overheid er niet aan dacht in dat proces in te grij pen, was het onbeperkt winststreven van den enkeling het begin en het eind van de econo mische activiteit. Ook in die dagen wisten belanghebbenden elkander reeds te vinden, ten einde door het stichten van een monopolie vraag en aanbod van hun productie te regelen. In een daarop volgende periode, waarvan de ontwikkeling eeuwen heeft geduurd, werd het accent van de productie meer verlegd naar de zijde der behoeftenbevrediging. Het leidend beginsel der economie werd niet meer gezien als het eigenbelang van het individu maar meer als een dienst aan de-gemeenschap. Het gildenwezen der middeleeuwen met zijn bedrijfsreglementeering, zijn vestigingseischen, zijn taakverdeeling onder de bedrijfsgroe pen, zijn sluiting van den kring der bedrijfsgenooten en zooveel andere uitvloeisels eener gebonden economie meer, heeft zijn stempel gedrukt op de structuur in een groot deel van Europa. Niet zelden waren deze gilden tevens toegerust met publiekrechtelijke bevoegdheden, zooals het kiesrecht voor de stedelijke overheidsinstanties, de belastingheffing, het politiewezen en de rechtspraak. Het is voldoende bekend, dat deze bedrijfsorganisaties bij de ontplooiing van het wereld- verkeer en den vooruitgang van de techniek haar taak niet langer konden vervullen. Het enge groepsbelang kwam in strijd met het algemeen welzijn, het conservatisme remde den vooruitgang en de verwoestende orkaan van de Fransche revolutie vaagde het gildewezen in naam van de vrijheid, de gelijkheid en de broederschap, als ontaarde vormen van een in zich perfecte theorie, uit het gemeenschapsleven weg. Onbeperkte vrijheid De negentiende eeuw plaatste opnieuw het individu met zijn eigenbelang in het centrum der economische werkdadigheid. Ieder mensch werd geacht zijn eigen belang het best te kennen en wanneer de overheid er slechts voor zorgde, dat deze vrijheid zich onbeperkt kon uitleven, was tevens op de beste wijze aan de eischen en het algemeen belang voldaan. Vandaar dat in de strafwetten ondernemersafspraken en prijsconventies met zooveel woor den als samenzweringen tegen het algemeen belang, werden gebrandmerkt en strafbaar gesteld. Ook bij ons heeft het coalitieverbod tientallen van jaren bestaan. 22 SECRETARIS VAN DE KATHOLIEKE WERKGEVERS=VEREENIGING EN LID VAN DE TWEEDE KAMER

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 24