Is daarentegen het beding opgenomen in de statuten eener vereeniging, dan kan het zoo geredigeerd worden, dat de leden door hun toetreden tot de vereeniging er niet alleen onderling, maar ook tegenover de vereeniging door gebonden zijn en wel in dier voege, dat wanneer tusschen leden der vereeniging een geschil rijst, de ambtelijke rechter zich onbevoegd moet verklaren, wanneer het geschil door een hunner bij hem wordt aangebracht en de ander zich daartegen verzet, doch de vereeniging niet kan voorkomen noch verhin deren, dat het geschil door onderlinge overeenstemming tusschen de betrokken leden toch wordt onderworpen aan de beslissing van den ambtelijken rechter of van een ander arbitraal college, maar dan slechts aan zijn leden, die zich niet aan het statutair compro- missoir beding gehouden hebben, een der straffen kan opleggen, waarmede de leden in de statuten worden bedreigd bij overtreding der statutaire of reglementaire bepalingen; de beslissing van den ambtelijken rechter of van het andere arbitrale college blijft in dat geval rechtsgeldig, ook tegenover de betreffende vereeniging. Aldus is de toestand bij den Nedeiiandschen Bioscoop-Bond. Ingevolge de bepalingen van den Nederlandschen Bioscoop-Bond zijn alle tusschen zijn leden onderling en tusschen zijn leden en donateurs ontstane geschillen aan de Bonds arbitrage onderworpen; maar wanneer b.v. tusschen twee broeders, die beiden lid zijn van den Bond, een familie-geschil rijst, b.v. over de scheiding en deeling van de nalatenschap van een hunner ouders, zal de Bond hen wel niet bestraffen, wanneer zij dat geschil voor den ambtelijken rechter brengen, tenzij b.v. die nalatenschap voor een groot gedeelte bestaat uit een film- of bioscoopbedrijf. Toch verdient dit systeem de voorkeur boven een systeem, waarbij de Bonds-arbitrage wordt beperkt tot hetgeen direct of indirect kan geacht wor den te behooren tot het film- of bioscoopbedrijf, omdat eenerzijds daardoor geschillen over de vraag, of de Bondsarbiters bevoegd zijn, resp. of een geschil moet worden geacht direct of indirect tot het film- of bioscoopbedrijf te behooren, worden uitgeschakeld, en anderzijds ingevolge de wet overeenkomsten niet alleen verbinden tot hetgeen er uitdruk kelijk in is bepaald, maar ook tot hetgeen naar den aard ervan door de billijkheid en het gebruik gevorderd wordt; zoodat de Bond geen straf zal kunnen toedienen, wanneer het overduidelijk is, dat de beslechting van het geschil niet ligt op den weg van de Bonds arbitrage, al doet het zich voor tusschen leden onderling of tusschen een lid en een dona teur van den Bond. Het Compromis Behalve ingevolge z.g. compromissoir beding vindt arbitrage ook plaats ingevolge zg. compromis, waarbij men zich verbindt een reeds gerezen geschil aan arbitrage te onder werpen. Het compromis moet steeds schriftelijk worden aangegaan en een nauwkeurige omschrijving van het geschil benevens de benoeming der aangewezen arbiters bevatten. De arbitrage van den Nederlandschen Bioscoop-Bond kan voor reeds gerezen geschillen blijkens de bepaling van art. l.c. van het Arbitrage-Reglement ook door een compromis worden ingeschakeld, doch alleen wanneer een der bij het geschil betrokken partijen lid is van den Nederlandschen Bioscoop-Bond; evenzeer als in dit laatste geval voor nog niet gerezen geschillen de Bonds-arbitrage kan worden ingeschakeld door een compromissoir beding. In al deze gevallen zijn de arbiters van den Nederlandschen Bioscoop-Bond verplicht om overeenkomstig de Bonds-bepalingen recht te spreken en zouden zij gehouden worden tot vergoeding van kosten, schaden en interessen aan de bij het geschil betrokken partij, die schade lijdt, wanneer en doordat zij zich aan hun verplichting om recht te spreken mochten onttrekken. De arbiters van den Nederlandschen Bioscoop-Bond zijn dus alleen dan niet gehouden en ook niet bevoegd om recht te spreken, wanneer bij hen een geschil aanhangig wordt gemaakt, zonder dat een der partijen lid is van den Bond, alsmede wan- 27

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 29