met de mededeeling, dat Dr. A. F. Philips te Eind
hoven den heer Hamburger eveneens eèn blijk
van waardeering had willen geven in den vorm
van een der nieuwste creaties uit zijn fabriek, een
prachtig radio-gramofoontoestel.
Het geschenk der leden
De heer Mullens besloot dan als volgt:
Nu echter zijn de leden van den Nederland-
schen Bioscoop Bond, aan de beurt.
Kennende den artistieken zin van den heer
Hamburger, hebben wij gemeend, hem een ge
schenk te moeten geven, niet alleen van blijvende,
doch ook van kunstzinnige waarde.
Wij verzochten één van Nederlands grootste
portretschilders, den heer Antoon van Welie, een
schilderij van hem te vervaardigen.
Deze zeventigjarige, toch nog jeugdige en hoogst
begaafde artist, heeft onzen vriend Hamburger
willen zien zooals ik het genoegen had hem te
schetsen, d.w.z. niet in pontificaal of gala-ornaat.
maar als den eenvoudigen, grooten mensch, Ham
burger.
Namens alle leden, wier namen gedocumenteerd
staan in een album, welk eereboek bovendien
bevat alle documenten, welke betrekking hebben
op de zooeven toegekende onderscheiding, alsook
een particulier schrijven van Louis Lumière, ont
hulde de heer Mullens daarop het schilderij.
Aan de toejuichingen, welke toen volgden,
kwam schier geen einde.
De heer D. van Staveren was hierna de eerste
die den heer Hamburger als vriend namens de
Huishoudelijke Commissie voor de Filmkeuring
gelukwenschte met zijn onderscheiding.
Zeer onder den indruk dankte de heer Ham
burger voor al de hulde hem gebracht. Spre
ker vertelde op welke wijze hij in het bio
scoopbedrijf terecht was gekomen en verklaarde
daarop, dat hij al de waardeering en al de hulde
hem thans gebracht, slechts wilde aanvaarden,
wanneer deze eveneens geldt voor allen, die zich
in den loop der jaren voor den Bond verdienstelijk
hebben gemaakt. Spreker dankte de leden voor
het kostbare geschenk hem aangeboden en prees
den schilder, den heer Van Welie, voor diens
werk. De heer Hamburger dankte voor de hulde
van de zijde der Fransche regeering en zeide haar
te beschouwen als een eer voor het geheele Ne-
derlandsche film- en bioscoopbedrijf. Deze dag,
aldus de heer Hamburger, is voor mij een onver
getelijke geworden. Ik ben daarom hun, die dit
feest hebben doen slagen, zeer erkentelijk. In de
eerste plaats dank ik den man, door wien wij
hier zijn, n.1. Louis Lumière. Ik stel het op hoogen
prijs, dat juist hij het Eere-Presidium heeft willen
aanvaarden van het Huldigingscomité. Ik dank
allen, die van het Huldigingscomité deel hebben
willen uitmaken. Ik dank ook Dr. A. F. Philips
voor het mooie cadeau, waarmede hij mij thans
heeft willen verrassen. Spreker bracht vervolgens
dank aan het Herdenkingscomité, dat tevens deze
huldiging heeft voorbereid en richtte zich in dit
verband in waardeerende bewoordingen tot den
Voorzitter, den heer Mullens.
Spreker wijdde vervolgens sympathieke woor
den aan het adres der Huishoudelijke Commissie
voor de Filmkeuring, meer speciaal aan haren
Voorzitter, den heer Van Staveren.
Spreker eindigde met een beroep te doen op de
Besturen van den Bond, om in het belang van den
Bond te blijven werken zooals zij tot heden hebben
gedaan, daarbij de hoop uitsprekend, dat hij het
groote vertrouwen, dat hem zooveel jaren is ge
schonken, nog lang zal mogen bezitten.
Eerst om zeven uur 's avonds was deze buiten
gewoon geslaagde huldiging ten einde.
Een feestelijk besluit
Vermelden wij, dat de dag besloten werd met een
diner in Carlton, gevolgd door een avondfeest,
waaraan wederom door een groot aantal dames en
heeren werd deelgenomen.
Aan het diner in Carlton zaten o.m. mede aan
de Voorzitter en alle leden van de Huishoudelijke
Commissie voor de Filmkeuring, alsmede de
rechtskundige adviseur van den Bond, de heer
Mr. Ch. E, Karsten, de Bondsaccountant, W.
Langelaar en de heer C. Gordijn, als bestuurslid
van de Koninklijke Nederlandsche Brandweer
vereniging.
Wij zouden tekort schieten, wanneer we nalieten
melding te maken van den Bondsmarsch, welke bij
gelegenheid van het twintig-jarig bestaan gecom
poneerd is door den heer L. Groen. De tekst hier
voor werd geschreven door den heer J. W. Ketjen.
Van dezen marsch, welke 's Maandagsavonds voor
het eerst aan het feestdiner gezongen is, is aan alle
leden van den Bond een keurig uitgevoerd exem
plaar toegezonden.
Eveneens zij er met waardeering gewag van
gemaakt, dat de directie van de NV. Gebr.
v. d. Bergh's Koninklijke Fabrieken te Oss
den Bond bij gelegenheid van zijn jubileum een
waardevol geschenk heeft doen toekomen in den
vorm van een prachtig Perzisch tapijt.
8