soneele belasting, aldus op dubbele wijze, verschil lend toegepast op niet-verteerders, wordt tot een bruto-last op het bedrijf zelf en is, gelijk alle bruto- heffing, absoluut uit den booze. De wetgever er kende dit zelf .bij de afschaffing van de tienden in 1907. Maar ja: daar stonden geen fiscale be langen op het spel, en d a n is het minder moeilijk om rechtvaardig te zijn. Wanneer recht geld gaat kosten Conclusie: het is er geheel naast, ruimten, waar in b.v. het bioscoopbedrijf (hetzelfde geldt van andere bedrijven) wordt uitgeoefend, te behande len als waren zij woonhuizen, waarvan de gebruiker het genot heeft. Die personeele belasting moet natuurlijk worden opgebracht uit de opbrengst der zaak. Wanneer nu die opbrengst reeds belast wordt, gelijk hier, door een andere, zakelijke bruto-heffing: de ver- makelijkheidsbelasting gelegd op de entreebewijzen, dan heeft dus de bioscoopexploitant reeds belasting betaald over het bedrag, waarmede hij zijn verdere bedrijfsuitgaven, dus ook de personeele belasting, zal hebben te voldoen. De personeele belasting is nimmer bedoeld, op eenig bedrijf als zoodanig te drukken. Zij staat principieel aan de verterings- zijde. Het mankeert er nog maar precies aan, dat de gemeente ook nog zou heffen een zakelijke be drij fsbelasting, die door iederen deskundige, juist als bruto-heffing die bedrijven kapot maakt, reeds lang is in den ban gedaan. Men klaagde en klaagt ten deele nog over wel haast 10 jaren crisis. Dezelfde Overheid, die zoo veel doet om de gevolgen daarvan te verzachten, steke ook eens de hand in eigen boezem. Slechte fiscale toestanden zijn, aldus Professor Bordewijk, zeer geschikt de crisis te verscherpen en zoowel Overheid als particulieren op nieuwe, doch nu ver mijdbare kosten te jaren!" Het moet begrijpelijk worden geacht, dat de bio scoopexploitanten, die voor wat de personeele be treft, in de hoogste klasse zijn aangeslagen en. gelijk betoogd, zeer ten onrechte, zich ongerust maken over een nieuwe verhooging. aangezien, waar niet vaststaat, dat de bestaande onbillijkheden zullen worden weggenomen, deze verhooging op het bioscoopbedrijf dubbel zwaar zou gaan drukken. Nu blijkens de mededeeling van den Minister een wijziging van de wet op de personeele belasting wordt overwogen, kan worden verwacht, dat het Hoofdbestuur bij den Minister zal aandringen op een wijziging in de grondslagen van de personeele belasting op bioscopen. VOORLOOPIGE VASTSTELLING MUM ENTREEPRIJZEN MINI- Overeenkomstig het bepaalde in art. 4. A. van het Minimum-Prijzen-Reglement hebben de betref fende P C Colleges vóór den lsten April opnieuw minimum prijzen vastgesteld, zoowel voor alle per manente bioscopen als voor alle voorstellingen van reizende bioscopen in de betreffende gemeenten. Deze vaststelling van minimum prijzen is over eenkomstig artikel 8 van het Reglement een voor- loopige. De vastgestelde minimum prijzen zullen ingaan de 29 April a.s. definitief worden, tenzij een of meer der permanente bioscopen in de betref fende gemeente, of de Voorzitter en Vice-Voorzit- ter van het Hoofdbestuur binnen veertien dagen na den datum der kennisgeving schriftelijk gemo tiveerde bezwaren tegen het desbetreffende besluit bij den Secretaris hebben ingebracht. De nieuwvastgestelde minimumprijzen, welke behoudens een enkele uitzondering niet van de thans geldende minimumprijzen afwijken, zullen een dezer dagen aan de leden worden medege deeld. TERUGGAVE WAARBORGSOM Ingaande 1 Januari j.1. is door het Hoofdbestuur van het lidmaatschap vervallen verklaard de N.V. Hobimy. vroeger exploiteerende het Capitol Thea ter te 's-Gravenhage. In verband met de terugstorting van de door de N.V. Hobimy bij den Bond gedeponeerde waar borgsom worden de leden uitgenoodigd van hun eventueele vorderingen op voornoemde N.V. vóór of uiterlijk op 15 April a.s. opgave aan het Hoofd bestuur te doen. EEN NIEUWE LEDENLIJST Aangezien eerstdaags een nieuwe naam- en adreslijst verschijnt worden allen, wier adres of telefoonnummer gewijzigd is, zonder dat daarvan opgave aan het Bondsbureau is gedaan, nogmaals in hun eigen belang dringend verzocht alsnog de benoodigde gegevens aan het Bondsbureau te ver strekken. Eveneens gelieve men mede te deelen, welke namen van bedrijfsleiders men eventueel bij zijn zaken vermeld wenscht te zien.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 4