EEN VOORBARIG BERICHT
Eenige dagbladen hebben onlangs het bericht
gebracht, dat met 1 Mei j.1. een aanvang zou wor
den gemaakt met het sloopen van een complex
huizen aan het Weteringplantsoen te Amsterdam,
hetgeen zou beteekenen het begin van den bouw
van een nieuw bioscooptheater te Amsterdam.
Naar aanleiding hiervan is bij het Hoofdbestuur
een brief ingekomen van een bouwmaatschappij
die meermalen is gedoodverfd als de maatschappij,
die het nieuwe theater zou gaan bouwen mel
dende, dat ook dit bericht, zooals vele andere
volkomen voorbarig is geweest en dat door ge
noemde maatschappij geen opdracht is verstrekt tot
het afbreken der vorenbedoelde perceelen.
GELUIDSPROBLEMEN BIJ INSTALLATIES
VOOR LUCHTBEHANDELING
De Vereeniging voor Luchtbehandeling zal op
Vrijdag 20 Mei in den namiddag een algemeene
vergadering houden in het gebouw van het Ko
ninklijk Instituut van Ingenieurs te 's-Gravenhage.
Prof. Dr. C. Zwikker, hoogleeraar aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft, zal op deze verga
dering een lezing houden over het onderwerp:
„Geluidsproblemen bij luchtbehandelingsinstalla
ties". Met het meer en meer toepassen van de
luchtbehandeling in theaters en ziekenhuizen, heeft
men steeds meer aandacht moeten wijden aan het
beperken van de geluidstrillingen, die door de
luchtbehandelingsinstallaties ontstaan en hinderlijk
zijn voor degenen, die zich bevinden in de lucht-
behandelde ruimten. Het vraagstuk doet zich ook
voor bij de moderne omroepstudio's. Voor niet-
leden wordt een beperkt aantal introducties ver
strekt, welke kunnen worden aangevraagd bij
Ir. H. H. W. van Eyk, Ceintuurbaan 405,
Deventer.
ANTIBOSCHBRAND-FILMPJE
De Nederlandsche Heide Maatschappij te Arn
hem heeft dezer dagen aan de Commissie inzake
Publiciteitsfilms, ingesteld door het Hoofdbestuur
van den Bond en het Bestuur van de Nederland
sche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitan
ten, ter beoordeeling voorgelegd een filmpje, waar
in propaganda wordt gemaakt voor de bestrijding
van bosch- en heidebranden, teneinde te doen vast
stellen, of dit filmpje beschouwd moet worden als
een documentaire film, dan weï*als een reclame
film, In het laatste geval zou n.1. voor de vertoo
ning ervan de medewerking zijn vereischt van de
reclame-bureaux, die de reclame in de bioscoop
theaters hebben gepacht.
De Commissie heeft beslist, dat dit filmpje niet
onder de categorie der reclamefilms kan worden
gerangschikt.
Het ligt in de bedoeling van de Heide Maat
schappij het anti-boschbrand-filmpje aan de direc
ties der bioscooptheaters ter vertooning aan te
bieden.
In verband met het publiek belang, hetwelk dit
50 Meter lange filmpje dient, n.1. de bestrijding
van bosch- en heidebranden, kan de vertooning
ervan ten zeerste worden aanbevolen.
TOEPASSING ART. 17 DER STATUTEN
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van
5 April 1938 besloten ingevolge artikel 17. b. der
Statuten de straf van boete tot een bedrag van
1000.op te leggen aan de NV. Kinotechniek
v.h. firma P. R. v. Duinen, gevestigd te Amster
dam, zulks op grond van de overweging:
10
dat de N.V. Filma, gevestigd te Arasterdam, waarvan
directeuren zijn, evenals van de N.V. Kinotechniek, de heeren
P. R. v. Duinen en N. R. Besseling, bij schrijven d.d. 5 Fe
bruari 1937 aan het Hoofdbestuur heeft medegedeeld, dat zij
besloten heeft met ingang van 1 Maart daaropvolgend haar
afdeeling filmverhuur over te dragen aan R.K.O. Radio Films
International N.V. i.o. en dat dit beteekende, dat van dien
datum af Filma's geheele voorraad films, Europeesche zoowel
als Amerikaansche, door deze nieuwe N.V. zou worden
overgenomen en verder gedistribueerd, en dat dus de N.V.
Filma als zelfstandig onafhankelijk filmverhuurkantoor zou
ophouden te bestaan;
dat R.K.O. Radio Films N.V. i.o. vervolgens een aan
vrage bij het Hoofdbestuur heeft ingediend om haar toestem
ming als bedoeld sub b. van het Overgangsbesluit d.d. 1 Fe
bruari 1937 te willen verleenen voor het overnemen en voort
zetten van de exploitatie van het filmverhuurkantoor der
N.V Filma;
dat het Hoofdbestuur bij de beoordeeling van deze aan
vrage, in aanmerking nemende, eenerzijds het groote aantal
films, dat jaarlijks in Nederland wordt ingevoerd, en ander
zijds de strekking van het Overgangsbesluit, heeft overwo
gen, dat niet alleen een uitbreiding van het bestaande aantal
Nederlandsche filmverhuurzaken moet worden belet en dus
voor de stichting van zoodanige nieuwe zaken geen toe
stemming als bedoeld sub b. van het Overgangsbesluit be
hoort - te worden verleend, maar tevens dat gestreefd moet
worden naar een inkrimping van het aantal filmverhuurzaken;
dat het Hoofdbestuur op grond van de voorafgegane over
weging de verleening der door de R.K.O. Radio Films aange
vraagde toestemming afhankelijk heeft gesteld van bepaalde
voorwaarden, waaraan de,NV. Kinotechniek zou hebben te
voldoen, welke voorwaarden erop gericht waren te voor
komen, dat het filmverhuurbedrijf der met de N.V. Filma
nauw gelieerde N.V. Kinotechniek, wier activiteit zich tot
dusver beperkte tot de exploitatie van een speciaal genre
films voornamelijk buiten het gebied der normale bioscopen,
dusdanig zou worden uitgebreid, dat de N.V. Kinotechniek
op de f'ilmmarkt de plaats zou gaan innemen van de N.V.
Filma, zoodat het aantal Nederlandsche filmverhuurzaken
met een zou worden vermeerderd;
dat de N.V. Kinotechniek ter voldoening aan de door
het Hoofdbestuur gestelde, hiervoren aangeduide voorwaar
den, zich met haar'brief van 13 Maart 1937 tegenover het
Hoofdbestuur verbonden heeft geen andere films in Neder
land te verhuren en/of doen vertoonen dan de zoogenaamde
sprookjes-, kinder- en cultuurfilms en dus geen zoogenaamde
speelfilms meer te verhuren behoudens de op dat tijdstip
nog in roulatie zijnde speelfilms, welke Kinotechniek vanaf
dat tijdstip uitsluitend beschikbaar zou houden voor ver
tooningen in vereenigingen of besloten kring;
dat het Hoofdbestuur op grond van de verklaring der
N.V. Filma, dat haar filmverhuurafdeeling had opgehouden
te bestaan, en van de verplichtingen, welke de N.V. Kino-