begroeten en het Hoofdbestuur een fraaie herinne ring aan te bieden in den vorm eener ets van een Rotterdamsch havengezicht. Last but not least het Gemeentebestuur! Uiteraard hebben vertegenwoordigers van den Bond nog al eens contact met Gemeentebestuur derenEen contact echter in den vorm, waarin wij dit dezen keer in Rotterdam hebben gehad, zijn wij nauwelijks gewend. Wij hebben het daarom heel prettig gevonden het imposante Rotterdam- sche stadhuis als gast van het Gemeentebestuur te mogen betreden en daar een zoo vriendelijk en royaal gastheer te mogen begroeten, als het Rot- terdamsche Gemeentebestuur voor ons getoond heeft te zijn. Bewonderend gingen hier aller oogen uit naar de grootsche ruimten, welke zich in dit imposante gebouw aaneenreien, naar den overvloed van kunstwerken, welke er het verblijf tot een aange name verpoozing maken. Het orgelspel, waarmede ons binnentreden in de Burgerzaal begeleid werd, gaf aan deze ontvangst iets plechtigs. In deze weidsche zaal stond Wethouder Ratte omringd door eenige leden van den Raad en van de Plaat selijke Commissie van Toezicht op de bioscopen, om ons welkom te heeten. De waardeering voor, en de hoogschatting van het bedrijf, welke ons uit de welgekozen woorden van den Wethouder tegemoet klonken, hebben ons en niet in het minst de Afdeeling Rotterdam goed gedaan. Elders in het verslag wordt hiervan uitvoeriger gewag gemaakt; volstaan we thans met te zeg gen, dat de Bondsvoorzitter, de heer Hamburger, de gevoelens van erkentelijkheid van de aanwezi gen heeft vertolkt. In het bijzonder heeft de heer Hamburger het Gemeentebestuur zijn dank betuigd voor het gastvrij gebaar, waarmede het den deel nemers aan de vergadering 's middags een boot ter beschikking had gesteld voor een tocht door de Rotterdamsche havens. In een prettige stemming hebben de leden ook het verder gedeelte van den dag gezamenlijk zoek gebracht. Tot besluit was er een diner-dansant met een gezellig samenzijn in dezelfde zaal, waar de dag 's ochtends zoo vol verwachtingen begon nen was. Laat ons hopen, dat de Bondsdag te Rotterdam, in het bijzonder voor de leden van de plaatse lijke Afdeeling aldaar, diè resultaten zal afwerpen, welke zij er zoo gaarne van verwachtten. Welkom in Rotterdam Alvorens de Jaarvergadering 's ochtends in de groote zaal van „Pschorr" een aanvang nam, richtte de heer A. de Jong, als Voorzitter van de Afdeeling Rotterdam en tevens als Voorzitter van het Comité van ontvangst, eenige woorden van welkom tot Hoofdbestuur en leden van den Bond. Spreker gaf uiting aan de verheugenis van de Afdeeling Rotterdam, dat het Hoofdbestuur een lang gekoesterden wensch heeft willen vervullen, door de Jaarvergadering in Rotterdam te beleg gen. De Rotterdamsche exploitanten zijn er dank baar voor, aldus spreker, dat de leden in zoo groo- ten getale gehoor hebben gegeven aan de uitnoo- diging van het Hoofdbestuur en van het Comité, om zich vanuit de gebruikelijke Maandagsche om geving te verplaatsen naar deze stad, die wel iswaar getroffen is door den geesel der werkloos heid, doch die bezig is zich met een ontembare energie te herstellen. Spreker was van meening, dat deze eerste Jaar vergadering buiten Amsterdam een krachtige pro paganda inhield voor het bedrijf. Uit waardeering voor het besluit van het Hoofdbestuur bood spre ker uit naam der Afdeeling een fraai Delftsch her inneringsbord aan voor de Bestuurskamer, daarbij de hoop uitsprekend, dat de gedachten der Hoofd bestuurders bij het aanschouwen van dit bord met sympathie zullen teruggaan naar dezen dag en naar de Afdeeling Rotterdam. Na erop gewezen te hebben, hoezeer de offi- cieele ontvangst door het Gemeentebestuur en de boottocht door de Rotterdamsche havens, even eens door het Gemeentebestuur aangeboden, een bewijs zijn van de achting, welke het bedrijf te Rotterdam zich bij de autoriteiten verworven heeft, besloot spreker zijn toespraak met de dames en heeren een prettigen dag toe te wenschen. Bij deze begroeting was mede aanwezig een de putatie van de Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer. De Vice-Voorzitter dezer Vereeniging, de heer Everts, gaf eveneens uiting aan de vreugde van de Rotterdamsche V.V.V. over het feit, dat de Bioscoop-Bond zijn Jaarvergadering thans in Rotterdam ging houden. Spreker wees op de ge zonde rivaliteit, die er tusschen Amsterdam en Rotterdam bestaat, ook ten aanzien van congressen. Daarom beschouwde spreker dezen eersten stap van den Nederlandschen Bioscoop-Bond buiten de Hoofdstad als een belangrijk feit. Ook de heer Everts gaf aan zijn waardeering voor het besluit van het Hoofdbestuur uiting door. het schenken van een ets van A. Bijl, voorstellend een Rotterdamsch havengezicht. De lijst, waarin de ets is gevat, is aan de eene zijde voorzien van een zilveren penning van de V.V.V. en aan de andere zijde van een opdracht. De heeren de Jong en Everts beantwoordend,

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 4