OFFICIEEL ORGAAN
VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOO P - BON D
VERMINDERING VAN PERSONEELE VOOR BIOSCOPEN?
De Millioenennota, welke de Minister van Fi
nanciën op den derden Dinsdag van September aan
de Volksvertegenwoordiging pleegt te overhan
digen, heeft veel, van wat de Troonrede in het
duister had gelaten, opgehelderd en kondigt dezen
keer maatregelen aan, welke het bedrijfsleven in
het algemeen en het film- en bioscoopbedrijf in
het bijzonder allerminst onverschillig kunnen laten.
Het reëel begrootingstekort voor 1939 ad
ƒ61.200.000.op den gewonen dienst stelt de
Minister zich voor te dekken door een aantal
heffingen, die velen onzer de haren ten berge doen
rijzen. Zoo wordt in het vooruitzicht gesteld een
ontwerp van wet tot het heffen van een „natio
nale" inkomsten- en winstbelasting, waaraan, naar
proportioneele tarieven, zullen worden onderwor
pen alle binnen het Rijk wonende natuurlijke per
sonen en alle binnen het Rijk gevestigde rechts
personen, alsmede natuurlijke personen en rechts
personen, die niet binnen het Rijk wonen of ge
vestigd zijn, voor hun Nederlandsche inkomsten.
Deze belasting zal zooveel mogelijk bij de bron
worden geheven, dat wil zeggen, dat, voorzoover
dit doenlijk is, op den schuldenaar van huren,
pachten, renten, loonen en pensioenen de verplich
ting wordt gelegd, het bedrag van de door den
verhuurder, verpachter, schuldeischer, ■werknemer
of gepensionneerde verschuldigde belasting dade
lijk bij de uitbetaling van hetgeen aan hen moet
worden betaald, in te houden en aan den fiscus
af te dragen. Daartoe wordt dan deze belasting
gesplitst in een vijftal betrekkelijk zelfstandige
onderdeden, te weten, in een huurbelasting, een
rentebelasting, een loonbelasting en een winstbe
lasting, die tezamen alle soorten opbrengsten tref
fen naar een tarief van 2%, terwijl als vijfde
onderdeel hieraan zal worden toegevoegd een bij
zondere winstbelasting van rechtspersonen, die,
naast de winstbelasting, naar het tarief van 2
waaraan zoowel de natuurlijke personen als de
rechtspersonen zijn onderworpen, naar een tarief
van 8 wordt geheven van de hier te lande door
rechtspersonen gemaakte bedrijfswinsten. Al deze
heffingen zullen, voorzoover dit mogelijk is, een
persoonlijk karakter dragen.
Aan de eindelooze serie van heffingen men
denke aan de vermakelijkheidsbelasting, de per-
soneele, de invoerrechten op films, de keurings-
rechten op films, vergunningsrechten, zakelijke
bedrijfsbelasting, precariorechten, sociale lasten
etc. waaronder het film- en bioscoopbedrijf
reeds gebukt gaat, wordt thans een nieuwe serie
toegevoegd, die niet na zal laten den bestaanden
druk nog in belangrijke mate te verhoogen
Maar hier staat dan ook de moreele voldoening
tegenover, dat deze nieuwe cijns „nationaal" zal
zijn, hetgeen blijkbaar met de bestaande heffingen
niet het geval is
Intusschen schijnt ook de Minister in te zien,
dat de nieuwe maatregelen op bepaalde groepen
1