van bedrijven dubbel zwaar zullen gaan drukken, omdat de reeds vigeerende heffingen ten opzichte van deze groepen de grenzen der billijkheid en redelijkheid reeds lang hadden overschreden. Zoo zal de accijns-wetgeving wijzigingen ondergaan wegens den druk, uitgeoefend op de minst draag- krachtigen en terzake aan gemotiveerde klachten van het bedrijfsleven tegemoet worden gekomen, terwijl ook de wet op de omzetbelasting zal wor den veranderd. Voorts zijn er nog eenige wijzi gingen in het vooruitzicht gesteld met betrekking tot de tarieven van de.vermogens- en de verdedi gingsbelasting. Wat ons het meest treft is wel de erkenning van den Minister in zijn nota, dat de wet op de personeele belasting remmend op het bedrijfsleven heeft gewerkt, zoodat deze wet herziening behoeft, tengevolge waarvan een mindere opbrengst zal worden verkregen van 10 millioen, wil de herzie ning althans eenig effect sorteeren. Het is nu maar de vraag, welke bedrijyen de Minister hiermede op het oog heeft. Tot in den treure hebben wij betoogd, dat het een grove onbillijkheid is, dat de bedrijfsruimten, welke onze bioscopen in feite zijn, vol worden belast als gaven zij het genot van woningen en als stonden zij aan den kant der vertering en niet aan dien der productie. Wij hebben er daarbij op gewezen, dat de opbrengst dezer ondernemin gen reeds belast werd door een zakelijke bruto- heffing in den vorm eener vermakelijkheidsbelas- ting, waardoor dus de bioscoopexploitant reeds belasting betaald heeft over het bedrag, waarmede hij zijn verdere bedrijfsuitgaven, dus ook de per soneele, zal hebben te voldoen. Nog in den loop van dit jaar heeft het Hoofd bestuur de aandacht van den Minister van Finan ciën op dezen onhoudbaren toestand gevestigd, die aan sommige onzer bedrijven werkelijk fan tastische bedragen kost, en dezerzijds hebben wij meermalen den indruk gekregen, dat de Bewinds man begrip, althans aandacht had voor onze moei lijkheden. Mede in aanmerking genomen den aan drang, welke van de zijde der Kamer we denken aan het betoog van den heer ter Laan tijdens de behandeling van de vorige begrooting te dezer zake op den Minister is uitgeoefend, mo gen wij verwachten, dat, nu eindelijk in stede van toezeggingen een reëel voorstel wordt gedaan, waardoor een bedrag vrijkomt ter compenseering van eventueele vermindering van lasten, het be drijf, dat in ons land geacht kan worden het zwaarst te zijn belast, ook daadwerkelijk tegemoet zal worden gekomen. Wat ten slotte de pogingen der Regeering be treft tot vermindering der werkloosheid door mid del van activeering van het bedrijfsleven, deze worden door ons van harte toegejuicht, waarbij de wensch moge worden geuit, dat men hierin ten volle zal slagen. Wel echter komt het ons voor, dat een bedrijfs leven, dat als gevolg van den bestaanden lasten druk nauwelijks ademhalen kan, zich slecht op gang laat brengen, wanneer iedere nieuwe activi teit op nieuwe lasten en moeilijkheden stuit. Wanneer althans de verlichting, welke in de nota wordt toegezegd, niet voldoende compenseert', hetgeen de begrooting aan nieuwe lasten oplegt, draait zij voor wat dit gedeelte betreft in den be- ruchten vicieuzen cirkel. Nemen wij slechts de bioscopen. Zal een bio scoophouder zich niet tienmaal bedenken zijn on derneming te verfraaien en uit te breiden, wanneer hij op zijn vingers kan natellen, dat de kosten, voornamelijk als gevolg van de lasten, dermate hoog zijn, dat een dekking door de opbrengst tot de onmogelijkheden behoort? In dit opzicht heeft iedere ondernemer in het klein het sommetje te maken, dat de Minister hem in zijn nota in het groot heeft voorgerekend. Indien ergens, dan zou juist een vermindering van lasten voor het film- en bioscoopbedrijf een daadwerkelijke activeering beteekenen. VACATURE HOOFDBESTUUR De heer D. v. d. Berg te Amsterdam heeft we gens drukke werkzaamheden ontslag genomen als lid van het Hoofdbestuur. Ingevolge artikel 12 van het Algemeen Reglement zal in deze tusschen- tijdsche vacature worden voorzien in de eerstvol gende buitengewone ledenvergadering van den Bond. De leden worden uitgenoodigd namen, voornamen en woonplaatsen der gewenschte can- didaten op te geven. Ieder lid kan tenminste één candidaat aanbevelen, doch zulk een aanbeveling moet door ten minste 10 leden ondersteund worden. De candidaten moeten aan het Bondsbureau schriftelijk en door 11 leden onderteekend worden opgegeven uiterlijk voor of op 1 November e.k.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1938 | | pagina 4