ren den fiscalen toestand der bioscooponderne
mingen zal bestudeeren, tijdens welk onderzoek
de nieuwe gemeentelijke belastingverordening
niet in werking zal treden.
Onder deze omstandigheden dient men de ver
dere resultaten rustig af te wachten.
Dat de Parijsche belastingverordening inmid
dels niet in werking is kunnen treden, is in ieder
geval een succes te noemen. En de eenheid en
vastbeslotenheid in aanmerking genomen, waar
mede de organisaties zijn opgetreden, mogen onze
Fransche collega's naar onze meening het verdere
verloop met gerustheid tegemoetzien.
Wat ons betreft: wij constateeren met genoe
gen, hoe het organisatieleven in de Fransche film
en bioscoopwereld, dat er eenige jaren geleden
nog hopeloos aan toe was, den laatsten tijd vas-
teren vorm is gaan aannemen en thans zoodanig
gestabiliseerd is, dat het een geduchte macht
vormt, een macht overigens tot verdediging en
bescherming van rechtmatige belangen.
De gebeurtenissen in Parijs hebben wel scherp
aangetoond, hoe zeer en hoe plotseling men in
het belang van zijn bestaan een dergelijke macht
van noode kan hebben.
TERUGGAVE WAARBORGSOM
De heer M. Werner, voormalig exploitant
van een bioscoop-reclamebureau aan het Spui 15
19, Amsterdam, wonende te Heemstede, heeft aan
het Bestuur van de Nederlandsche Vereeniging
van Bioscoopreclame-Exploitanten verzocht hem
van, het lidmaatschap dezer Vereeniging vervallen
te verklaren, aangezien hij zijn bedrijf al sedert
geruimen tijd heeft opgeheven.
ïn verband met de liquidatie van den door ge
noemden heer bij de Vereeniging gedeponeerden
waarburg, verzoekt het Bestuur der Vereeniging,
in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4
van het Algemeen Vereenigings-Reglement, den
leden van den Bioscoop-Bond, die eventueel vor
deringen op den heer Werner hebben, hiervan met
vermelding van het bedrag der vordering, binnen
acht dagen na datum dezer publicatie schriftelijk
opgave te doen aan het Secretariaat, Achtergracht
19 te Amsterdam,
TOELATING LIDMAATSCHAP
Tot het lidmaatschap van den Bond is toegela
ten de heer W. A. de Kuyper, Laan van N. O.
Einde 145 te Voorburg, ten behoeve van de ex
ploitatie van het Luxor Theater te Haarlem,
AFSCHRIJVING LIDMAATSCHAP
Voor het lidmaatschap van den Bond heeft be
dankt de heer K. Ruiter, exploitant van de Cen
traal Bioscoop (reisbioscoop) te Noordschar-
woude,
SPREEKUUR BONDSDIRECTEUR
Den laatsten tijd komt het wederom herhaalde
lijk voor, dat het werk op het Bondsbureau be
lemmerd wordt, doordat de Bondsdirecteur op
elk uur van den dag leden en personen, die in
lichtingen wenschen, te woord moet staan.
Aangezien daardoor ernstige stagnatie in het
werk van het Bondsbureau zou kunnen ontstaan,
wordt er nogmaals aan herinnerd, dat het Hoofd
bestuur heeft bepaald, dat de Bondsdirecteur
spreekuur houdt:
a. des Maandags van 12 tot 5 uur 's middags op
de Filmbeurs;
b. des Dinsdags, met uitzondering van den eer
sten Dinsdag der maand, van 's morgens 9 tot
12 uur op het Bondsbureau;
c. des Donderdags van 's morgens 9 tot 12 uur.
Bovendien dient men, om er van verzekerd te
zijn, dat de Bondsdirecteur op vorenbedoelde
tijdstippen te spreken is, vooraf schriftelijk of
telefonisch een onderhoud aan te vragen.
TOEPASSING ART. 15 DER STATUTEN
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van 3 Januari
1939 besloten de straf van waarschuwing, als bedoeld in ar
tikel 15 sub a. der Statuten, toe te passen op de N.V. Bio
scoop Exploitatie Maatschappij Trianon Theater, gevestigd
te Leiden, zulks op grond van de overweging:
dat de N.V. Bioscoop Exploitatie Maatschappij Trianon
Theater (verder te noemen „Trianon"), die te Leiden ook
het Rex Theater exploiteert, in haar advertenties gebruik
heeft gemaakt van den reclamezin „Rex, het theater der
groote reprises" en andere reclamezinnen, die daarmede in
hoofdzaak gelijkluidend zijn, zooals bij voorbeeld „Rex, het
theater met de groote reprises";
dat Trianon bovendien in haar advertentities in de Leid-
sche bladen van 24 November 1938 heeft laten afdrukken
een afbeelding van den Belgischen Kening, welke een copie
is van de door een der andere leden van den Bond speciaal
voor zijn advertenties vervaardigde afbeelding;
dat de vorenbedoelde reclamezin bekend is als dé reclame-
zin van het Rex Theater te Den Haag en dat dan ook Tria
non door het gebruiken van dezen zin bij het Leidsche pu
bliek ten onrechte den indruk heeft kunnen wekken, dat het
Leidsche Rex Theater een filiaal zou zijn van het Haagsche
Rex Theater, blijkbaar met de bedoeling om op deze wijze
inwoners van Leiden van bezoek aan het Haagsche Rex
Theater te weerhouden;
dat Trianon geen enkel recht heeft om den geciteerden
reclamezin te bezigen en evenmin om teekeningen, die aan
anderen toebehooren, te copieeren;
dat Trianon geen gevolg heeft gegeven aan de sommatie
van het Hoofdbestuur om het gebruik van den meerbedcelden
reclamezin te staken, weliswaar omdat zij ten onrechte in de
meening verkeerde, dat zij daardoor niet in strijd handelde
niet eenig bepaling van de Statuten of Reglementen, doch
daarbij uit het cog verliezende, dat zij inbreuk maakte op de
rechten van derden;
dat Trianon daardoor in strijd heeft gehandeld met de
algemeene belangen en de waardigheid van het Nederland-