INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER 12 de opvatting van de Commissie van Geschillen, dat appel lante verzuimd zou hebben den teekenaar van de wenschen van het City Theater in kennis te stellen, onjuist is, aan gezien het immers in het geheel niet zeker is, dat het idee van den opdrachtgever in gevallen als het onderhavige door den teekenaar wordt uitgevoerd volgens de oorspronkelijke bedoeling, doch het integendeel zeer goed mogelijk is, dat, ondanks dat het idee goed is, de uitvoering daarvan, niet het gewenschte resultaat oplevert, zooals ook thans het geval was; dat geintimeerde voorts verzuimd heeft het ontwerp aan de directie van het City Theater te toonen, alvorens dit te drukken en daardoor het risico van een weigering op de schouders van appellante heeft willen leggen; dat ove rigens geen contract tusschen appellante en geintimeerde bestaat en appellante ter zake slechts een bemiddelende rol heeft vervuld; dat immers het City Theater geintimeerdes opdrachtgever was, zcodat zij ten onrechte betaling van appellante eischt; dat appellante derhalve vernietiging eischt van het vonnis der Commissie van Geschillen, met ontzeg ging van geintimeerde in haren eisch en haar veroordeeling in de arbitragekosten; dat geintimeerde hiertegen in hoofdzaak heeft aangevoerd, dat zij het eerste, door het City Theater afgekeurde, ontwerp nimmer heeft gezien en van eventueele wenschen van dit theater niet op de hoogte was, aangezien zij noch bij de besprekingen tusschen City en den heer Kahlenberg Jr., noch bij besprekingen tusschen laatstgenoemde en den teekenaar tegenwoordig is geweest; dat de heer Kahlenberg Jr. aan haar opdracht heeft gegeven de affiches te vervaardigen overeen komstig het door hem aan geintimeerde voorgelegde ontwerp, zonder er daarbij op te wijzen, dat City nadere inzage wenschte alvorens zou worden gedrukt; dat, nu achteraf blijkt, dat haar door appellante een foutieve opdracht is gegeven, zij voor de gevolgen daarvan niet aansprakelijk kan worden gesteld; dat de Raad, alhoewel City geintimeerdes opdrachtgever is, zooals door haar ook wordt bevestigd, appellante voor het geven van de opdracht aansprakelijk acht, daar zij de opdracht voor rekening van City heeft doorgegeven en zich daarvoor zoo geïnteresseerd heeft, dat haar bemoeiingen vèr uitgaan boven de normale bemiddeling, welke de verhuurder aangezien ook hem de kwaliteit van een litho niet onver schillig kan zijn gewoon is in dergelijke gevallen te geven; dat immers appellantes vertegenwoordiger met City de besprekingen heeft gevoerd betreffende den inhoud der litho, onmiddellijk daarna een gewijzigd ontwerp heeft doen ver vaardigen door een teekenaar en vervolgens dit ontwerp heeft doen toekomen aan geintimeerde ter reproductie; dat onder deze omstandigheden, wat er zij van appellantes bewering, dat zij geintimeerde in kennis zou hebben gesteld met de wenschen van City, met betrekking tot bepaalde wijzigingen van het ontwerp, appellante bij het verstrekken van de opdracht aan geintimeerde het uitdrukkelijk beding had behooren te maken, dat, alvorens af te drukken, een proeve ter inzage zcu moeten worden gegeven aan City, dan wel aan haar, appellante; dat de Raad uit dit verzuim, zoowel als uit het feit, dat appellante het ontwerp van den teekenaar, dat volgens de aanwijzingen van haren vertegenwoordiger was gewijzigd en dat juist een effect gaf, tegenovergesteld aan dat, wat City had beoogd heeft geaccepteerd, afleidt, dat zij ofwel in de meening verkeerde met de wenschen van City vol doende rekening te hebben gehouden, of wel bij de uitvoering van deze wenschen niet voldoende zorgvuldigheid heeft be tracht; dat, zelfs aannemende, dat appellante geintimeerde wél heeft opgedragen bepaalde wijzigingen in het tweede ontwerp aan te brengen, de Raad van meening is, dat deze, gezien het feit, dat appellante met den teekenaar had afgedaan, zooals ook blijkt uit de verklaring van laatstgenoemde, dat hij de hem verstrekte opdracht zoo goed mogelijk volbracht, gezien ook den korten termijn, welke voor de uitvoering van de opdracht restte, nimmer van zoodanig integreerenden aard geweest kunnen zijn, dat zij het karakter van het ont werp zouden kunnen veranderen, terwijl het juist dit karak ter was, n.1. het muziekmotief, waartegen City overwegende bezwaren had, en dat door den teekenaar in stede van ver zwakt, nog was versterkt; dat derhalve de Commissie van Geschillen terecht heeft overwogen, dat het aan apellante moet worden geweten, dat de door geintimeerde vervaardigde affiches niet door City zijn geaccepteerd en appellante dus aansprakelijk is voor de uit dezen hoofde door geintimeerde geleden schade; dat het gevorderd bedrag hetwelk door de overgelegde bescheiden wordt gestaafd den Raad niet onredelijk of onbillijk voorkomt; dat de Raad het beroep van appellante dan ook ongegrond acht, het vonnis der Commissie van Geschillen bevestigt en appellante veroordeelt aan geintimeerde te betalen het gevor derd bedrag a alsmede in de kosten der arbitrage in beide instanties, zijnde 40.in eerste en 50.in tweede instantie. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen na deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet geschieden, raadplege men art. 6 van het betreffend Regle ment. Datum Titels waaronder de films Naam van den waarop in schrijving ver zocht is in Nederland worden uit houder der ex gebracht ploitatie-rechten 29 Dec. 1938 Drie walsen Filmex 31 De onsterfelijke wals Metro 2 Jan 1939 De deserteur Victoria 3 Ouverture 3 De heilige wet 3 De tuin der vreugde Warner 3 Engelen met smerige gezichten 3 De ochtendpatrouille 4 Filmstudio-geheimen L.C.B. Film distributie 4 Algiers 4 De nacht der beslissing Sonora 5 De citadel Metro 5 Jongensstad 16 De fatale nacht Europa 16 De wegdemon Fox 16 Kom je ook in de gevan genis? 16 Scherpschutters 16 Als New York slaapt 16 Het meisje van Brooklyn 16 Duivelinnen der lucht 16 De hond van Baskervilles 16 De gorilla 16 De ster van het veld 16 Gevaarlijk transport 16 Mister Moto in Porto-Rico 16 Het huis van den beul 16 Penny brengt uitkomst 16 Drie razende jockeys Rectificatie. In het vorig nummer van het Orgaan is de titel „De jongens van de tuchtschool", gedeponeerd door L. C. B.'s Standaardfilms, abusievelijk vermeld als ,,De jongens van de kostschool".

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 14