OFFICIEEL ORGAAN DE LEDENRAAD GEÏNSTALLEERD VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOO P - BON D Met eenige plechtigheid heeft Dinsdag j.1. de installatie plaats gehad van het nieuwe wetgeven de lichaam, dat de Nederlandsche Bioscoop-Bond ingevolge de gewijzigde Statuten rijker is gewor den in den vorm van een Ledenraad. De zitting werd gepresideerd door den Bonds voorzitter, den heer D. Hamburger Jr. Aanwezig waren met uitzondering van den heer G. H, Wit- mondt, die bericht van verhindering had gezon den, de Vice-Voorzitter, de heer C. S. Roem, tevens Vice-Voorzitter van den Bond, en de leden, t.w. de heeren L. Cohen Barnstijn, H. S. Boekman, Jos. van Bommel, J. S. Croeze, G. M. Th. Gielisse, J. W. de Groot, A. Jansen, L. Katz, J. ter Linden, G. J. Milius, W. P. Peters, E. Pra- ger, F. L. D. Strengholt, R. Uges Jr. en C. v. d. Wilden. Tevens was aanwezig het voltallige Hoofdbestuur. De heeren schaarden zich in de groene zetels rond de kapitale bestuurstafel, welke bij gelegen heid van het 20-jarig bestaan van den Bond door de afdeelingen geschonken is. Nimmer zag de groote bestuurskamer van het Bondsbureau, die er dank zij de restauratie, welke zij eenigen tijd geleden heeft ondergaan, voor naam en stijlvol uitzag, zulk een uitgebreide ver gadering binnen haar muren. In de toekomst zal zij daarentegen talrijke kee- ren dit selecte gezelschap, waarin heel het Neder landsche film- en bioscoopbedrijf in al zijn ge ledingen vertegenwoordigd is, gastvrijheid ver- leenen. Doel en beteekenis van den Ledenraad behoe ven wij bij deze gelegenheid wel niet meer" uiteen te zetten. Dit is herhaalde malen in dit Orgaan gebeurd en de installatierede van den Voorzitter zet deze nog eens in een helder licht. Hopen wij, dat de werkzaamheid van dit nieuwe instituut in de rustige sfeer van de bestuurskamer op het Bondsbureau beantwoordt aan de ver wachtingen, die er van gekoesterd worden. In den plechtigen ernst, welke over deze eerste bijeenkomst lag, schuilt ongetwijfeld een goed voorteeken. De Voorzitter, de heer Hamburger, opende de vergadering omstreeks kwart voor twaalf met een enkelen hamerslag, om onmiddellijk daarna staan de de volgende rede uit te spreken: Heeren afgevaardigden van de afdeelingen in de drie hoofdsteden des lands, en van de gewes telijke afdeelingen en van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, allen benoemd tot lid van den Ledenraad krachtens besluit van de ledenvergade ringen van Uwe afdeelingen, en Gij Vice-Voor zitter van het Hoofdbestuur, die met mij krachtens de Statuten het presidium deelt van den Leden raad, en Gij, Bondsdirecteur, die als Secretaris de besluiten van den Raad zult boekstaven en uit voeren, allen tezamen vormende den Ledenraad, het nieuwe orgaan, waaraan een aanzienlijk deel van de wetgevende en de uitvoerende macht in den l

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 3