VRAGEN VAN HET KAMERLID JOEKES
Eenige weken geleden heeft het lid der Tweede
Kamer, de heer Joekes, den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken betreffende het verbieden
door den burgemeester van Laren (N.-H.) van de
film „Het Hart van Spanje" de volgende ook in
ons Orgaan gepubliceerde vragen gesteld:
1. Is het -den Minister bekend, dat de burge
meester van Laren (N.H.) de vertooning van de
door de centrale commissie voor de keuring van
films toegelaten film ,,Het Hart van Spanje" heeft
verboden?
2. Is het juist, dat dit verbod is uitgevaardigd
op grond dat genoemde burgemeester de film een
zijdig en revolutionnair achtte?
3. Is de Minister niet van oordeel, dat een
burgemeester niet bevoegd is de vertooning van
een door de centrale commissie toegelaten film te
verbieden op een anderen grond dan dat daardoor
de openbare orde in zijn gemeente dreigt verstoord
te worden?
4. Indien de tweede vraag bevestigend wordt
beantwoord, is de Minister dan niet van meening,
dat de burgemeester van Laren de grenzen zijner
bevoegdheid heeft overschreden?
5. Indien de tweede vraag ontkennend wordt
beantwoord, bestaat er dan reden, en zoo ja wel
ke, om aan te nemen, dat in Laren de openbare
orde verstoord dreigt te worden door de vertoo
ning van een film, die in tal van andere gemeenten
zonder incidenten wordt vertoond?
Het antwoord van den Minister luidde als
volgt:
1. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord.
2. Het standpunt van den burgemeester vond
o.a. zijn grond in de omstandigheid, dat de open
bare aankondiging voor deze film in voor politieke
tegenstanders prikkelende bewoordingen was ge
steld.
In verband hiermede bestond te Laren vrees
voor verstoring van de openbare orde als gevolg
van de vertooning van de film.
3. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord.
4. Deze vraag wordt onder verwijzing naar
het gestelde onder 2 ontkennend beantwoord.
5. Het antwoord op deze vraag ligt reeds op
gesloten in het antwoord op vraag 2.
De heer Joekes stelde zich echter met dit ant
woord niet tevreden en vroeg opnieuw:
Is het den minister bekend, dat de openbare
aankondiging van de film „Hart van Spanje" te
Laren, waarvan de vertooning door den burge
meester werd verboden, behalve de vermelding
van entrée-prijs, adressen, waar kaarten te ver
krijgen, zoomede van de commissie, welke den
avond organiseerde en van een comité van aan
beveling, in de volgende bewoordingen was ge
steld:
4.000.000 kinderen in Spanje hongeren.
400.000 zuigelingen wachten op melk.
,,Als er geen hulp van buiten komt", zei de
Spaansche minister van Buitenlandsche Zaken,
Alvarez del Vayo, in een interview, „zal een half
millioen zielen, speciaal kinderen en ouden van
dagen moeten sterven".
Dat mogen wij niet toestaan. Wij, die in de
oorlogsjaren en daarna, Belgische en Oostenrijk-
sche kinderen te hulp kwamen, zullen thans toch
niet de Spaansche laten verhongeren?
Het groote belang van de hulpverleening aan
de Spaansche kinderen zal worden uiteengezet in
de openbare vergadering in hotel Hamdorff, groo
te zaal, op Woensdag 23 November, te acht uur.
Daar zullen twee leden van de delegatie, die on
langs voor de commissie „Hulp aan Spanje" dit
land bezochten, verslag uitbrengen. Onze bekende
plaatsgenoote, mevr. Liesbet Sanders, zal voor
dragen, terwijl de prachtige film „Hart van Span
je" vertoond zal worden.
Niemand verzuime deze belangrijke vergadering
te bezoeken.
Wil de minister, tengevolge op het antwoord
dat hij onder dagteekening van 19 Januari j.1. op
tot hem gerichte schriftelijke vragen heeft gege
ven, mededeelen in hoever deze aankondiging ge
acht kan worden „in voor politieke tegenstanders
prikkelende bewoordingen" te zijn gesteld?
Wil de minister, daar 'het hier een door de com
missie „Zorg voor het Spaansche kind" georgani
seerden avond met een uitsluitend philantropisch
doel betrof, voorts mededeelen, wie in deze met
„politieke tegenstanders" worden bedoeld?
Indien naast de in de tweede vraag van 's mi
nisters antwoord vermelde reden nog andere gron
den voor den burgemeester aanwezig waren voor
het verbieden van de genoemde film, zooals moet
worden opgemaakt uit de mededeeling, dat het
standpunt van den burgemeester o.a. gegrond was
op de hierboven in de tweede vraag weergegeven
bewoordingen van de aankondiging, wil de minis
ter dan alsnog mededeelen, welke die andere gron
den waren?
WIJZIGINGEN LEDENLIJST
Pag. 45: Internationale Tobis Cinema N.V,: In de
plaats van Dr. H. Silberberg is tot direc
teur benoemd Ir. Mr. B. Koch. Als leider
treedt op de heer M. de Rooy.
Ufa Mij. voor Film- en Bioscoopbedrijf
N.V.: In de plaats van den heer A. Wolff
is tot directeur benoemd de heer Dr. B.
Künzig.