ONZE STEUNACTIE VOOR VLUCHTELINGEN
te reproduceeren, zulks niet doet uitsluitend om een
enkele teekening of plaat te vervaardigen, maar
meerdere copieën.
Het vonnis houdt zich voorts bezig met de
kwestie van al of niet toepasselijkheid van de arti
kelen 13 en 14 der Belgische auteurswet.
In de verdere overwegingen met betrekking tot
de partituur, die geschreven is voor een film, zegt
het vonnis, dat de twee scheppingen, filmbeeld en
muziek, elkaar bezielen. Het Hof overweegt dan,
dat den producent van een film het uitsluitend
recht toekomt om tegen derden de rechten te be
schermen, voortvloeiende uit de schepping van de
film. Voorts wordt m aanmerking genomen, dat
de geluidsfilm niet bestond ten tijde van de con
ferentie te Rome. Het Hof acht de partituur slechts
een samenstellende factor, een onderdeel dus, en
den musicus niet meer dan een medewerker. Het
overweegt ten slotte, dat de muziekauteur in
kwestie de partituur geschreven heeft ten behoeve
van den producent. Derhalve acht het de actie van
den auteur, voor wien vanzelfsprekend de Sacem
optreedt, ongegrond, zoodat het vonnis van de
rechtbank wordt vernietigd en aan de Sacem haar
vordering ontzegd, met haar veroordeeling in de
kosten van de procedure.
Zooals in dit orgaan is medegedeeld, heeft de
steunactie, door het film- en bioscoopbedrijf
ondernomen ten behoeve van vluchtelingen we
gens geloof of ras, een bedrag van 17.000.
opgebracht. Dit bedrag is door middel van het
bankierskantoor H. L. van Eeghen te Amsterdam
aan het Centraal Comité voor vluchtelingen over
gemaakt en op de volgende wijze verdeeld:
3400,voor het Centrale Steunfonds voor uit
geweken kinderen (secretaris Mr. G. Vreem) te
Amsterdam;
f 3400,voor het Protestantsche Hulpcomité voor
Uitgewekenen om ras of geloof (voorzitter: Prof.
Mr. V. H. Rutgers; secretaris H. P. Doodeheef-
ver) te Amsterdam;'
f 3400,voor het Katholiek Comité voor vluchte
lingen te Utrecht (voorzitter: Prof. Dr. J. Schmut-
zer).
f 6800,voor het Comité voor bijzondere Joodsche
Belangen (voorzitter A. Asscher; secretaris Prof.
Dr. D. Cohen) te Amsterdam.
Van qenoemde Comité's heeft het Hoofdbestuur
schriftelijke dankbetuigingen mogen ontvangen,
welke in zeer hartelijke woorden waren gesteld.
Daarin werd tot uitdrukking gebracht, dat het in
de historie van deze dagen, waarin aan vervolgden
en verdrukten zooveel sympathie is betuigd, een
eereteeken zal blijven, dat ook de Nederlandsche
Bioscoop-Bond daaraan op zoo bijzondere wijze
heeft medegewerkt.
Op verzoek van genoemde Comité's dankt het
Hoofdbestuur allen, die hun krachten aan dit werk
van naastenliefde hebben gegeven.
MINISTER BEANTWOORDT DEN HEER
JOEKES TEN TWEEDEN MALE
In het vorig nummer van dit Orgaan publiceer
den wij de vragen, welke het lid der Tweede Ka
mer, de heer Joekes, ten tweede male had inge
diend, betreffende het verbieden door den burge
meester van Laren (N.-H.) van de vertooning van
de film ,,Het hart van Spanje". Deze vragen luid
den als volgt:
1Is het den Minister bekend, dat de open
bare aankondiging van de film „Hart van Spanje"
te Laren, waarvan de vertooning door den burge
meester werd verboden, behalve de vermelding
van den entree-prijs, adressen, waar kaarten wa
ren te verkrijgen, zoomede van de commissie,
welke den avond organiseerde en van een comité
van aanbeveling, in de volgende bewoordingen
was gesteld:
4.000.000 kinderen in Spanje hongeren,
400.000 zuigelingen wachten op melk.
..Als er geen hulp van buiten komt" zei de
Spaansche minister van Buitenlandsche Za
ken, Alvarez del Vayo, in een interview, „zal
een half millioen zielen, speciaal kinderen en
ouden van dagen, moeten sterven".
Dat mogen wij niet toestaan! Wij, die in
de oorlogsjaren en daarna, Belgische en Oos-
tenrijksche kinderen te hulp kwamen, zullen
thans toch niet de Spaansche laten verhon
geren?
Het groote belang van de hulpverleening
aan de Spaansche kinderen zal worden uit
eengezet in de Openbare Vergadering in Ho
tel Hamdorff, groote zaal, op Woensdag 23
November, te acht uur. Daar zullen twee le
den van de delegatie, die onlangs voor de
Commissie „Hulp aan Spanje" dit land be
zochten, verslag uitbrengen; onze bekende
plaatsgenoote. Mevr. Liesbeth Sanders, zal
voordragen, terwijl de prachtige Film „Hart
van Spanje" vertoond zal worden.
Niemand verzuime deze belangrijke verga
dering te bezoeken.
2. Wil de Minister, ten vervolge op het ant
woord dat hij onder dagteekening van 19 Januari
j.1. op tot hem gerichte schriftelijke vragen heeft
gegeven, mededeelen in hoever deze aankondiging
geacht kan worden „in voor politieke tegenstan
ders prikkelende bewoordingen" te zijn gesteld?
3. Wil de Minister, daar het hier een door de
Commissie „zorg voor het Spaansche kind" ge
organiseerden avond met een uitsluitend philan-
thropisch doel betrof, voorts mededeelen, wie in
dezen met „politieke tegenstanders" worden
bedoeld?
4. Indien naast de onder 2 van 's Ministers
antwoord vermelde reden nog andere gronden