Het Hoofdbestuur heeft in zijn laatstelijk gehou den vergadering besloten ingevolge artikel 15 der Statuten de straf van boete ten bedrage van 50. op te leggen aan de firma Nieuwe Bioscoop te Oisterwijk, exploiteerende de Nieuwe Bioscoop te Oisterwijk, zulks op grond van de overweging: 10 was dan de werkelijk gemaakte recette; dat de heer Oenen bovendien niet voldaan heeft aan het verzoek van den accoun tant om de afgescheurde contröle-strooken der in bedoelde week verkochte toegangskaarten te bewaren, maar dat deze strooken vernietigd bleken te zijn ,toen de accountant deze ter verificatie ter inzage vroeg; dat in het door den heer Oenen geëxploiteerd Centrum Theater te Zaandijk geconstateerd is, dat genoemde heer voor zijn laagsten rang toegangskaarten a ƒ0.20 verkocht heeft, hoewel de voor deze bioscoop ingevolge het Minimum-Prijzen- Reglement vastgestelde minimum-entreeprijs 0.25 bedraagt; dat bovendien de heer Oenen aan houders van glasbiljetten tegen betaling van 0.25 per kaart gewone toegangskaarten, waarop als prijs 0.60 is gedrukt, heeft uitgereikt, hoewel hij aan de glasbiljethouders ingevolge het bepaalde in artikel 4.C.b.5 van het Minimum-Prijzen-Reglement slechts speciale toegangskaarten had behooren uit te reiken, waarop gedrukt staat de prijs, die de voormelde personen daarvoor inderdaad betalen; dat de heer Oenen verklaard heeft, dat de verordening op de vermakelijkheidsbelasting te Wormerveer, toen hij onge veer drie jaar geleden de exploitatie van de Corso Cinema aldaar ter hand nam, behelsde, dat inwoners van Wormer veer 10 en zij, die niet in Wormerveer woonden, 20 vermakelijkheidsbelasting hadden te betalen; dat hij eerst korten tijd geleden vernomen heeft, dat deze verordening gewijzigd is zoodanig, dat de belasting 10% bedraagt, on geacht of deze door inwoners van Wormerveer of door anderen betaald wordt; dat dit verweer van den heer Oenen volkomen ongegrond is, daar genoemde heer, gelijk hij ook erkend heeft, in Wor merveer nooit meer dan 10% vermakelijkheidsbelasting heeft betaald; dat dus de heer Oenen den accountant en den betrokken filmverhuurder heeft misleid en bovendien opzettelijk dien filmverhuurder minder dan het toekomend aandeel heeft afge rekend, waardoor de heer Oenen in strijd heeft gehandeld met artikel 8 der Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films van den Nederlandschen Bioscoop-Bond; dat de heer Oenen ter verklaring van het verschil tusschen de door hem opgegeven en de werkelijk gemaakte recette a ƒ54.10 heeft medegedeeld, dat hij op den Donderdag vooraf gaande aan de contröleweek een speciale voorstelling met een niet op percentage-basis gehuurde film heeft gegeven en dat de accountant abusievelijk de ontvangst van die speciale voorstelling zou hebben gevoegd bij die van de controle- week; dat deze verklaring geen opheldering verschaft nopens het te laag opgeven der recette, aangezien de cijfers van den accountant steunen op door den gemeente-ontvanger ver strekte gegevens betreffende het tijdvak aanvangende met den Vrijdag van de vertooningsweek, waarop dus de ont vangsten van den daaraan voorafgaanden Donderdag geen enkelen invloed hebben gehad; dat hieruit volgt, dat de heer Oenen ook daardoor zijn verplichtingen als huurder van een percentage-film tegen over zijn leverancier opzettelijk niet is nagekomen, waardoor hij in strijd heeft gehandeld met artikel 8 der Bondsvoor- waarden; dat volgens de verklaring van den heer Oenen de vernie tiging der contrölestrooken is te wijten aan een fout van een van zijn employés, maar dat de heer Oenen erkend heeft, dat hij verzuimd had dien employé op te dragen de strooken te bewaren, zooals de accountant verzocht had; dat dus de heer Oenen te kort geschoten is in de nakoming van de op hem rustende verplichting tot het overleggen van alle op de opbrengst der voorstellingen betrekking hebbende bescheiden, waardoor hij in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 9 der Bondsvoorwaarden; dat de heer Oenen zich voor wat betreft de beide gecon stateerde overtredingen van het Minimum-Prijzen-Reglement in Zaandijk beroept op onbekendheid met de bepalingen van dit reglement, welk beroep niet opgaat, wijl elk lid van den Bond geacht moet worden de bepalingen van de regle menten van den Bond te kennen, daargelaten, dat de heer Oenen zoo goed als elk ander lid van den Bond in ieder geval wist, dat hij geen toegangskaarten tegen een lageren prijs dan den vastgestelden minimumprijs mocht verkcopen; dat uit het vorenstaande volgt, dat de heer Oenen den met de controle belasten accountant ter zake van het per centage der vermakelijkheidsbelasting heeft misleid, dat hij èn door het aftrekken van te veel belasting èn door het te laag opgeven van zijn recettes getracht heeft het betrokken filmverhuurkantoor te kort te doen, dat hij in strijd heeft gehandeld met het bepaalde in de artikelen 8 en 9 der Bonds voorwaarden en artikel 4.C.b.5 van het Minimum-Prijzen- Reglement, zoodat artikel 15 der Statuten op hem moet worren toegepast; dat deze overtredingen een dusdanig ernstig karakter heb ben, dat de straf van boete ten bedrage van 250.op den heer Oenen moet worden toegepast, waaraan het Hoofdbe stuur nog de waarschuwing verbindt, dat, indien de heer Oenen andermaal in strijd met zijn verplichtingen als huurder van percentage-films zou handelen en/of indien hij andermaal in strijd zou handelen met de bepalingen van de Prijzen- reglementen in verband waarmede de heer Oenen dus onverwijld zal moeten aanschaffen speciale toegangskaarten voor houders van glasbiljetten, waarop gedrukt staat de prijs (niet lager dan den daarvoor vastgestelden minimum-prijs), dien deze mensohen daarvoor moeten betalen, met de ver melding, dat de toegangskaart alleen geldig is voor houders van glasbiljetten het Hoofdbestuur toepassing van zwaar dere straffen in ernstige overweging zal nemen. dat bij een recette-controle, in de week van 7 tot 14 April 1939 ingesteld in de Nieuwe Bioscoop te Oisterwijk, door den daartoe door de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders en het betrokken filmverhuurkantoor gemachtigden accountant is geconstateerd, dat de directie van genoemde onderneming een rol nieuw aangeschafte entreebiljetten heeft achtergehouden en de daarvan verkochte kaarten, waarvan de contrölestroo ken niet zijn overgelegd, niet zijn verantwoord, waardoor aan den filmverhuurder, wiens film in die week op percen tage werd gedraaid, een bedrag van ƒ30.15 te weinig is afgerekend; dat de heer Biemans verklaard heeft, dat het personeel van de bioscoop aan den accountant alle gegevens heeft ver strekt, welke door dezen zijn gevraagd, dat door den accoun tant geen afrekening van den Gemeente-ontvanger is ge vraagd en dat, indien de controle bij aanwezigheid van den heer Biemans persoonlijk zou zijn geschied, en de controlee- rende accountant niet zooveel haast had gehad, zeer zeker niet vergeten zou zijn de strookjes van de kaarten van 45 et. op te geven; dat eerst bij het opmaken van de kas door de boekhoudster een abuis van circa 30.werd ontdekt en bij het door den heer Biemans ingesteld onderzoek ge bleken was, dat de kaartjes van 45 cent, welke voor een populaire voorstelling waren gebruikt en daarna opgeborgen waren, vergeten waren op te geven aan het verhuurkantoor, dus ook aan den controleur en dat deze vergissing waar schijnlijk mede te wijten is aan de omstandigheid, dat de rollen van 45 cent en van 12 cent dezelfde kleur .hebben; dat de heer Biemans na het ontdekken van de vergissing de twee rollen onmiddellijk naar het accountantskantoor heeft doorgezonden en de strookjes tegelijkertijd naar den contro leerenden accountant; dat het Hoofdbestuur zich kan voorstellen, dat de ontbre kende rol apart gehouden is, omdat men deze bij de begin- contröle verzuimd had te noteeren, waardoor later vergeten werd de rol op te geven; maar dat het onwaarschijnlijk moet worden geacht, dat om deze reden ook de contrölestrooken apart zijn gehouden; dat de heer Biemans voor het niet overleggen van deze strooken geen steekhoudende verklaring heeft kunnen geven, evenmin als voor het feit, dat het bedrag van ƒ30.15 wel in het kasboek verantwoord was, terwijl slechts bedragen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 12