OFFICIEEL ORGAAN NIEUWE BEDRIJFSREGLEMENTEERING IN CONCEPT GEREED VAK DEM MEDERLAKDSCHEK BIOSCOO P - BOK D Eenige maanden geleden is in dit orgaan mel ding gemaakt van een'motie van de ledenvergade ring der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, waar bij aan het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond verzocht is de indertijd bij den Ledenraad aanhangig gemaakte concepten van Be- drijfsreglementen ter vervanging van de vigeeren- de Bondsbesluiten, een meer positief karakter te geven, zoodat men zou kunnen komen tot den toe stand, dat nieuwe zaken vrijelijk zouden kunnen worden opgericht en bestaande zaken overgeno men, tenzij de candidaten niet zouden kunnen vol doen aan voorwaarden in zake vakkennis en cre- dietwaardigheid, de bestaande zaken werkelijk ge heel in de behoeften zouden kunnen voorzien en door het vestigen van nieuwe zaken of het over nemen van bestaande zaken monopolistische posi ties zouden kunnen ontstaan. Het Hoofdbestuur heeft daarop, na ter zake overleg gepleegd te hebben met het Bestuur van den Afdeelingsraad, de herziening van de aanhan gig gemaakte concepten aanstonds ter hand ge nomen, waarbij, zooals weldra zal blijken, zooveel mogelijk rekening is gehouden met de door de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders en den Afdee lingsraad, als ook door verschillende afdeelingen en individueele leden geuite wenschen. Bij de samenstelling van het thans ingediende concept is het Hoofdbestuur van de gedachte uit gegaan, dat van het karakter, hetwelk de vorige besluiten kenmerkte, geheel moest worden afge weken. Het doel van de oude besluiten kwam im mers hierop neer, dat de leden door een soort sper- tijd, waarin de vestiging van nieuwe zaken zoo veel mogelijk verhinderd werd, geholpen moesten worden om door de bestaande moeilijkheden heen te komen, en als het ware de gelegenheid kregen, voor wat hun bedrijven betreft, op adem te komen. Volgens deze oude besluiten was het, zooals bekend is, verboden nieuwe zaken te vestigen, tenzij werd voldaan aan bepaalde normen, welke zoodanig waren gesteld, dat het in vele gevallen vrijwel uitgesloten moest worden geacht een nieuw bioscoopbedrijf te vestigen. Dat het bedrijf intus- schen geenszins afgesloten is geweest moge blijken uit de omstandigheid, dat gedurende de ruim 4-jarige periode, waarin de verschillende Bedrijfs- besluiten hebben gewerkt, in bijna 100 gevallen de gevraagde toestemming tot het vestigen van een nieuwe zaak is verleend, zij het dan, dat niet in alle gevallen de requestrant van zijn verkregen recht gebruik heeft gemaakt. Men mag wel zeggen, dat zich geleidelijk aan in alle kringen van ons bedrijf het inzicht heeft baan gebroken, dat, hoe zeer men het op zichzelf geno men wenschelijk zou achten in volledige vrijheid te leven, de reglementeering van het toezicht op de 1

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1939 | | pagina 3