VERBOD VAN AUTORIJDEN OP ZONDAG
EEN GROOT ONGEMAK VOOR HET
BEDRIJF
De beschikking van den Minister van Economi
sche Zaken in zake een verbod van autorijden op
Zondag en erkende feestdagen heeft ook voor het
film- en bioscoopbedrijf groote ongemakken met
zich gebracht.
Het komt immers veelvuldig voor, dat in ver
schillende bioscopen tijdens den vertooningsduur
dezelfde filmcopieën worden vertoond. Dit ge
schiedt dan zóó, dat een film onmiddellijk na af
loop van de vertooning in de eene bioscoop inder
haast, en wel meestal per particuliere auto, wordt
gebracht naar een tweede bioscoop ter plaatse. De
auto neemt in ruil daarvoor een film mee terug,
om deze in eerstgenoemde bioscoop in te zetten.
Dit geschiedt niet alleen met journaals en teeken-
films, maar ook met zgn. speelfilms. In het berijf
kent men deze zgn. gecombineerde vertoonings-
wijze onder de benaming: „pendelen". Men pen
delt zoowel in de groote steden, tusschen de bio
scopen ter plaatse, als tusschen bioscopen, die in
verschillende gemeenten gevestigd zijn.
Zoo worden films gependeld tusschen bioscopen
in Amsterdam-Oost en Amsterdam-West, even
zeer als tusschen bioscopen in Leeuwarden en
Sneek, Maastricht en Meerssen, Terneuzen en
Oostburg, Veendam en Stadskanaal, enz.
Het behoeft wel geen betoog, dat dit pendelen
welhaast niet anders kan geschieden dan door mid
del van auto's, zulks in verband met de vrij groote
afstanden en het vlot verloop van de programma's,
waarbij meestal met minuten moet worden gere
kend.
Aangezien aan het charteren van taxi's niet
alleen groote kosten verbonden zijn, maar ook
groote moeilijkheden, omdat deze niet overal in
voldoende mate en te juister tijd beschikbaar zijn,
heeft het Hoofdbestuur zich onmiddellijk telegra
fisch en schriftelijk tot den Minister van Econo
mische Zaken gewend met het verzoek, een voor
ziening te willen treffen, opdat aan de bioscoop
ondernemers, die op Zondag voor hun bedrijf hun
auto's moeten gebruiken, dispensatie wordt ver
leend van de Ministerieele beschikking.
Het Hoofdbestuur had zich daarbij een oplossing
gedacht in dezen geest, dat b.v. de auto's, die voor
het pendelen van films gebruikt worden, voorzien
worden van een bepaald kenmerk, zoodanig, dat
een waarborg wordt verkregen, dat men het ken
merk uitsluitend benut voor die auto's, die inder
daad noodzakelijkerwijze voor het bedrijf in dienst
moeten zijn.
Het Hoofdbestuur heeft er daarbij de aandacht
van den Minister op gevestigd, dat juist de Zon
dag voor het bioscoopbedrijf de belangrijkste dag
van de week is en dus iedere stagnatie, die zich op
Zondag bij het vertoonen van de filmprogramma's
zou voordoen, groote schade kan veroorzaken.
De Minister heeft het Hoofdbestuur telegrafisch
geantwoord, dat ontheffing van het verbod niet
mogelijk is. Waarom deze ontheffing niet mogelijk
is, is niet nader aangegeven.
Aan het bedrijf blijft echter voorloopig niet an
ders over dan den nieuwen schadepost zoo goed
en zoo kwaad als het gaat te dragen en te verwer
ken. De verwachting is namelijk, dat binnenkort
een distributie van benzine afkomt, zoodat het wel
zeer ingrijpende verbod tot het rijden met auto's
op Zondag binnen niet al te langen tijd tot het ver
leden behoort. Mocht dit niet het geval blijken te
zijn, dan lijdt het geen twijfel of het Hoofdbestuur
zal opnieuw stappen bij den Minister ondernemen,
want het kan nimmer de bedoeling zijn, dat maat
regelen, welk algemeen nut ze ook mogen hebben,
aanstonds verlammend werken op het bedrijfsleven
en dit groote schade toebrengen.
GEDEELTELIJKE ONTHEFFING WERK
TIJDENBESLUIT VOOR KANTOREN
Blijkens de bepalingen van het werktijdenbesluit
voor kantoren 1937, voorzoover deze betrekking
hebben op magazijnen, waar in het groot verkocht
wordt en de kantoren, welke daarbij behooren,
vallen de bioscopen onder dezelfde wettelijke cate
gorie als vorenbedoelde magazijnen, weshalve de
betreffende bepalingen ook voor het administratief
personeel van de bioscopen en de daarbij behoo-
rende kantoren gelden. In het bijzonder doelen wij
hiermede op de cassières.
Vooral kleinere bioscopen ondervinden van deze
bepalingen moeilijkheden. Het geringe aantal per
sonen kan hier immers geen groote frequentie in de
diensttijden verdragen, zoodat ht dikwijls bezwaar
lijk is, het dienstrooster in overeenstemming met
de geldende wettelijke bepalingen samen te stellen.
Zoo zijn deze bioscopen b.v. wettelijk verplicht,
aan cassières, indien zij op Zondag meer dan vier
uren arbeid verrichten, een onafgebroken rusttijd
toe te staan van minstens 36 uur, binnen drie dagen
vóór of na dien Zondag. Eveneens is men ver
plicht een vrijen Maandagmorgen tot 1 uur te
geven aan cassières, die op Zaterdag na 4 uur
werkzaam zijn.
Vooral deze bepaling veroorzaakte veel last,
zulks met het oog op den diensttijd van Maandag
ochtend. En dit geheel noodeloos, aangezien de
sociale positie van cassières geenszins ongunstig is
in verband mte haar betrekkelijk beperkten werk
tijd.
Dienaangaande is reeds geruimen tijd geleden
correspondentie gevoerd met den Directeur-Gene
raal van den Arbeid te Den Haag, en hebben daar
over ook op het Bureau van genoemden Directeur
besprekingen plaats gehad.