meening zal deze ook voor het bedrijf niets dan voordeel opleveren. Voor wat de Katholieke filmnakeuring aangaat trok spreker een parallel tusschen deze nakeuring en de Katholieke censuur op lectuur. In de vraag, of iets gevaarlijk is voor het Katholieke geloofs leven of het zedelijk leven, ligt de drijfveer tot de Katholieke filmkeuring. Het is begrijpelijk, dat een groep, welke een bepaalde levensbeschouwing aan hangt, het van belang acht, gewaarschuwd te wor den indien er zich dingen voordoen die voor deze levensbeschouwing funest zijn. Zoo aanvaardt het Katholieke volk op het gebied van zedelijkheid en godsdienst de leidig van zijn overheid. De Kerk heeft het recht en het vermogen aan te wijzen, wat voor een Katholiek normgevend is. De Ka tholiek vraagt daarom; vandaar de keuring. De zedenleer van de Katholieke Kerk ligt vervat in de Tien Geboden. Deze geboden bepalen de verhouding van den mensch tot God. tot de ge meenschap, tot zijn naaste en tot zijn eigen, in nerlijk leven. Het is logisch, dat men niet alleen te zien heeft naar den inhoud dezer geboden, maar ook naar de wijze, waarop de mensch kan komen tot hun vervulling en overtreding. Wat de kerke lijke leiding verbiedt, dat is voor wat de film be treft, óf de dwaling, óf de hartstocht. De mensch wordt geleid door zijn geweten en zijn inzicht. Dit kan het zwijgen worden opgelegd, doordat de prikkel tot dwaling of hartstocht sterker wordt ge maakt. Daardoor kan hij ten slotte handelen tegen beter weten in. Komend tot de eigenlijke nakeuringsnormen. zegt spreker, dat deze hoofdzakelijk de strekking en den inhoud eener film raken. De strekking heeft voornamelijk betrekking op de dwaling, de dwaling, die bijvoorbeeld bepaalde dingen, die voor de Katholieke zedenleer niet aanvaardbaar zijn, voorstelt als noodzakelijk, of als geoorloofd. Spreker noemt als voorbeeld een film, welke suggereerde de geoorloofdheid en zelfs de nood zakelijkheid van echtscheiding. Van Katholiek standpunt is de echtscheiding veroordeelenswaard. Dit standpunt is gebaseerd op de ..Schrift", welke zegt. dat de mensch niet scheide, wat God ver bonden heeft. Volgens dit standpunt kan het hu welijk, dat eenmaal gesloten is, nooit ontbonden worden. Wel kan toestemming worden gegeven om gescheiden te leven, maar de huwelijksband blijft onverbrekelijk bestaan. Door deze onverbre kelijkheid voor te stellen als onredelijk of dwaas, komt een film in conflict met de moraalleer van de kerk. Een dergelijk conflict hoeft zich niet alleen af te spelen op sexueel terrein. Ook de film. die de zelfmoord bijvoorbeeld door een suggestieve voor stelling verheerlijkt, komt in een dergelijk conflict. Kan een film door haar strekking al de bedoeling hebben om te prikkelen tot iets ongeoorloofds, in dien zij dit bereiken wil. dan is dit hoofdzakelijk door haar inhoud, voorzoover dan deze inhoud een prikkelenden invloed uitoefent, de lagere harts tochten en passies oproept, zoodat de invloed en de leiding van het verstand teloor gaan. Deze passie kan zijn van religieuzen, nationalen. zoowel als van sexueelen aard. In deze drie op zichten werkt de film het meest storend. Voor wat de Godsdienstige zijde betreft zou men zich een film kunnen indenken, die door fanatieke voorstel lingen de hartstochten van den mensch doet op laaien en tot verkeerde handelingen aanzet. In on;- vaderland hoeven wij voor dergelijke films gelukkig niet bang te zijn, omdat wij nu eenmaal leven in een periode, waarin de verdraagzaamheid groeien- Ie is en men steeds meer begrip voor elkanders levensbeschouwing aan den dag legt. Op nationaal gebied is zulk een film niet zoo denkbeeldig. Er zijn op politiek terrein thans stroo mingen, die gevaar opleveren voor het losslaan van de politieke hartstochten. Dit terrein behoort, zoo- als gezegd, tot de Katholieke nakeuring. Maar haar taak zal hier naar alle waarschijnlijkheid niet groot zijn, omdat de Centrale Commissie terecht waakzaam is en de opvattingen van ons volk hier over eensgezind zijn. Op het gebied van het sexueele leven daarente gen loopen de opvattingen in ons land uiteen, speciaal die van Katholieken en niet-Katholieken. Dit is dus ook het geval ten aanzien van de film en vandaar, dat de beoordeeling hiervan door de Katholieken anders is dan die der Centrale Keuring. Spreker onderwerpt het sexueele terrein daarom aan een nadere beschouwing. Dit terrein wordt ■oor den Katholiek hoofdzakelijk omlijnd door de begrippen huwelijk, kind. Voor den Katholiek is liet geheeie sexueele leven gericht op het voorf- plantingsleven en moet al. wat daar niet op gericht is, worden veroordeeld. Alle erotiek, ja. alles, wat het sexueele leven losmaakt van zijn intrinsieke doelstelling, is voor den Katholiek onaanvaardbaar. Spreker betreurt het. dat zulks nog al te zeer ge beurt in de film. Op het gebied van het sexueele leven, aldus ver volgt hij. is de rede het meest vatbaar voor ver troebeling door de hartstocht en daarom dringt ook hier het meest de groote vraag, vooral ten aanzien van datgene, wat de groote massa bereikt: Trekt het den mensch naar het ongeoorloofd sexueele? Spreker betoogt, dat preutschheid allerminst de Katholieke opvatting aankleeft. Het eigenlijke doel van het sexueele leven mag gerust worden voor gesteld, ook in de film. En spreker zou het zelfs toejuichen indien het mogelijk ware. dat met dit doel een gave film geproduceerd zou worden. Hij geeft toe. dat op het gebied van het sexueele de appreciatie een grooten factor vormt. Zelfs kunnen menschen, die ten opzichte van het groote doel één van opvatting zijn, een verschillende appreciatie zijn toegedaan. Dit hangt af van milieu, leeftijd, cultuur en levensstaat. Hierbij vallen zooveel fac-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1940 | | pagina 10