n r~---------------- J V. ^#e acoustiek in zalen werd voor het eerst systematisch bestudeerd door W. Clement Sabine in de laatste jaren der vorige eeuw. Hij strekte zijn onderzoek uit tot theaters, concert zalen en collegezalen. Hij vond, dat het feit of de acoustiek" in een zaal goed was, ten zeerste samenhing met het zaal volume en den nagalm tijd. De nagalm-tijd is de tijd, waarin een bepaald geluid in de zaal uitsterft. Is deze tijd lang, dan klinkt de zaal hol en gal mend; een korte nagalm tijd beteekent een dood klinkende zaal. Er is dus een nagalm-tijd aan te- geven waar de zaal niet te dood en niet te hol klinkt; dit is de optimale waarde. Om naar een optimale nagalm-tijd te streven moet men den galm kunnen beïnvloeden. Dit kan men door de zaal-aankleeding. Muren, wanden, stoelen, kleeden, gordijnen, kortom alles in de zaal absorbeert min of meer het geluid. Dit is zeer natuurlijk. In een volkomen kale zaal zonder eenige absorptie zou een bepaald geluid oneindig lang blijven voortklinken. hetgeen ondenkbaar is. Er bestaat een groot verschil in geluid-absor- beerend vermogen tusschen verschillende materia len. Betonnen en gepleisterde wanden absorbeeren weinig geluid. Bekleede stoelen, dikke vloerklee- den en gordijnen en de speciaal hiertoe in den handel zijnde acoustische pleisters en andere wandbekleedingen hebben een groot geluid-ab- sorbeerend vermogen. Zit in een wand een open raam dan verdwijnt al het geluid wat op dit raam-oppervlak valt; er doorheen naar buiten en niets ervan keert in de zaal terug. Een open raam .absorbeert" het ge luid aldus voor 100% en is daarmede verheven tot eenheid van geluid-absorptie, Men spreekt van een ..geluid-ïfosorbeerend vermogen van 1 m- open raam", wanneer het effect op den nagalm tijd in de zaal gelijk is aan dat van het openzetten van een raam van 1 m-. Een man vertegenwoor digt 0,41 m2 open raam; een ouvreuse 0,23 m-; een dame in bontmantel uit het publiek 0,40 m2: liet tooneelgordijn per m2 oppervlak 0.6 m2 open raam. enzoovoort. Aldus kan men van alles in de zaal het absorbeerend vermogen opschrijven en aldus den nagalm-tijd uitrekenen. Wat is nu het nut van eenigen nagalm? Wel. onder bepaalde voorwaarden versterkt de nagalm het directe geluid, waardoor een persoon in een zaal verder te verstaan is dan dat hij in het vrije veld zou zijn. Men ga 's zomers op de hei eens op een afstand van elkaar staan gelijk aan den In een tweede artikel behandelt de heer Ir. E. W. van Heuven N.T. van den Tech nisch Phtjsischen Dienst Toegepast Natuur kundig Onderzoek en Technische Hooge- school te Delft, die wij in het vorig nummer van ons orgaan mochten introduceeren: ACOUSTISCHE VERZORGING VAN DE BIOSCOOPZAAL afstand van de achterste balkonplaatsen tot het tooneel en probeere dan eens met elkaar te spre ken. Zet men echter als een stolp de zaal hier overheen dan reflecteeren de wanden voor een deel het geluid naar den toehoorder en de per soon op het tooneel wordt verstaanbaar. Totzoover lijkt alles zeer eenvoudig. De compli caties beginnen echter. zoodra de toehoorder de reflecties van den wand zooveel later dan het di recte geluid gaat hooxen. dat deze reflecties niet meer tot versterking van het directe geluid bijdra gen, doch verwarrend gaan werken. De ver staanbaarheid gaat in dergelijke gevallen ten zeerste achteruit. De tijdsverschillen tus schen het langs verschil lende wegen bij de toehoorders belandende ge luid hebben hun oorzaak in weg-verschillen. Alk- geluid legt in de lucht nu eenmaal 330 meter per secunde af. Iedere 10 m. weg-verschil geeft aldus 0,03 secunde tijds-verschil. De acousticus kan al dus aan de hand van een zaalontwerp op papier reeds voorspellen, waar hinderlijke tijds-verschil- len op kunnen treden en welke wand- of plafond- vlakken er de oorzaak van zijn. Een andere veel voorkomende fout is een on juist gevormde voorkant van het balcon. Hoe vaak ziet men deze niet in een cirkelvorm met hel middelpunt tennaastenbij ter plaatse van een spre ker op het tooneel. Het gevolg is, dat alle geluid, wat op dezen balconrand valt, teruggekaatst wordt naar het tooneel en zich daar weer vereenigt in één punt, van waaruit het wederom schijnt te komen, echter met een tijds-vertraging, corres- pondeerend met den afstand naar het balcon vice versa. Het resultaat is, dat. wanneer men bijvoor beeld op het tooneel een klap in de handen geeft, men niet één klap hoort, doch „prrt", een reeks herhalingen. Het is dus duidelijk, dat behalve een goede nagalmtijd, een juiste vormgeving van de zaal van groot belang is. Tot dusver werd steeds gesproken over een ge luidbron op het tooneel; zooals zich bijvoorbeeld bij een zangnummer als variété voordoet. Bij de filmvoorstelling komt het geluid uit een luidspre ker, welke in den regel hooger is geplaatst en die het geluid veel meer bundelt dan de menschelijke stem. Dit kan een verandering van situatie betee- kenen; en moet in ieder geval van acoustisch standpunt nader bekeken worden. Ten aanzien van den gewenschten nagalm-tijd treedt in ieder geval een complicatie op. De film is reeds opgenomen met een zekeren na galm. De beste weergave is er daarom een, waarbij uit de zaal geen extra galm wordt bijgevoegd. Wat 8

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 9