OPBRENGST BIO COLLECTE waarin zij, zooals de Bondsvoorzitter het in zijn welkomstwoord uitdrukte, de wegen en de mid delen zullen vinden om al de hoedanigheden van land en volk te ordenen en te vereenigen, ten einde de menschheid te verrijken met de voort-, brengselen van den Franschen geest en den Fran- schen kunstzin. Wat het verloop van de Fransche week aan gaat, kunnen wij kort zijn, aangezien hierover elders reeds genoegzaam is gepubliceerd. Zij met waardeering vermeld, dat de studee- rende wereld zich bij deze manifestatie niet on betuigd heeft gelaten. Zoo zijn onder auspiciën van studentenorganisaties en filmliga's een serie lezingen gehouden over de Fransche filmkunst, waarvoor een opmerkelijke belangstelling bestond. Hiervoor waren een drietal leden van het ,,In- stitut des, Hautes Etudes Cinématographiques" te Parijs. Het was de heer Auriol, die in de studenten- centra een referaat hield over „Les tendances actuelles du Cinéma Francais". Voorts sprak de heer Guérin over „Cinéma et Culture" en de heer De Brix over de verhouding tusschen film en litteratuur, zooals deze zich in de eerste vijftig jaar van de Fransche film ont wikkelde. De lezingen werden geïllustreerd met tal van fragmenten uit onderscheidene Fransche films. Tevens werd ter vertooning gebracht een film van een van de leerlingen van het LD.H.E.C.", die deze gemaakt heeft voor zijn candidaats- examen. Het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Het doet het Bestuur van de Stichting „Bio Vacantieoord" een bijzonder genoegen te kunnen mededeelen, dat de opbrengst der Paasch-collecte 1946 206.451.14^ heeft bedragen. De opbrengst is verdeeld als volgt: Amsterdam f 41.099.93 Den Haag 21.434.66 Rotterdam15.255.83 Overige Gemeenten 128.660.723X Indien men in aanmerking neemt, dat vrijwel alleen eenige grootere theaters de Paasch-collecte met een week hebben geprolongeerd kan niet anders worden geconstateerd, dan dat ook deze collecte wederom een buitengewoon succes is ge weest. 4 Bioscoop-Bond heeft de Fransche gasten ontvan gen in Hotel des Pays Bas te Amsterdam, waar hun een déjeuner dinatoire werd aangeboden. Namens den Franschen Ambassadeur was aan wezig de heer R. Sivan en namens den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen de heer Mr. H. J. Reinink. Onder de genoodigden bevonden zich de hee- ren: Fourré-Cormeray, Directeur Général de la Cinématographie francaise; Madame Colette Audry. Chargée van het Kabinet van den Staats secretaris van het Ministère des Informations; de heer R. Cravenne, Chef du Service Etranger van de Direction Générale de la Cinématographie: de heer Ph. Accuion, Administrateur van 1'Office Professionel du Cinema; de heer André Paulvé, Producent; de heer G. Lourau-Desus, Voorzitter van de Alliance Cinématographique; gedelegeer den van de Fransche organisaties; de heer J. De- lannoy, regisseur van eenige Fransche films; de filmactrice Madeleine Sologne. En voorts de Fransche consul te Amsterdam, de heer Berveil- ler, Attaché van de Ambassade en de heer M. F. Malgras, Conseiller Commercial van de Ambes- sade. De Bondsvoorzitter, de heer M. P. M. Vermin, bracht een toast uit op de Fransche natie. Het woord werd gevoerd door den heer Sivan namens den Franschen Ambassadeur, den heer Mr. Rei nink, den heer Fourré-Cormeray en den heer R. Cravenne. De premières in eenige bioscopen vormden hoogtepunten van de Fransche filmweek. Zij gin gen vergezeld van de vertooning van Fransche films in tientallen andere bioscopen. Het Bestuur van de Stichting „Bio Vacantie- Oord" is er echter van overtuigd, dat een derge lijk top-bedrag nimmer zou zijn verkregen, indien het zich niet had kunnen verzekeren van de mede werking van directies en personeel; het betuig' daarom gaarne zijn hartgrondigen dank voor de verleende medewerking. Daarnaast meent het echter eveneens zijn groote waardeering te moeten uitspreken voor de mede werking, welke het mocht ontvangen van het dames-comité, hetwelk onder leiding van Mevr. van Royen-Fontaine gedurende vele weken dag in dag uit zich de moeite heeft gegeven het vele geld te tellen. Het Bestuur hoopt ook in de toekomst weer op aller hulp te mogen rekenen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 5