zeer moeilijke omstandigheden is gepresteerd, dient in de annalen vastgelegd te worden. Zonder onderscheid van ras of stand, kleur of geloof, wordt hier onder de vaan van het Roode Kruis prachtig werk verricht. Ook in de repatrieering van onze landgenooten wordt een werkzaam aandeel genomen. Dit overzicht wil niet op volledigheid bogen. Hoe zou het dat ook kunnen. Het terrein der werkzaamheden van het Nederlandsche Roode Kruis is schier onbegrensd. Er is slechts één doel: hulp te verleenen, waar nood is. En nood is er nog veel in ons zoo zwaar geteisterde rijk, hier en overzee. Veel kon er reeds gedaan worden, niet in het minst door de prachtige hulp, welke uit het buitenland werd ontvangen. De dank van ons volk gaat uit naar de organisaties in Enge land en Zwitserland, in Denemarken en Amerika en in de vele andere landen, waarvandaan een onafgebroken stroom van goederen ons land be reikte en nog bereikt. Het Nederlandsche Roode Kruis is er zich van bewust, dat zijn taak op het oogenblik voor het grootste deel gelegen is in het heelen van de wonden, door den oorlog geslagen. Maar het ziet toch voor de toekomst een enorm terrein, waarop het zijn zegenrijken arbeid zal dienen te verrich ten en indien de wereld nogmaals de verschrikkin gen van een oorlog zou moeten beleven, een oor log met gebruikmaking van de ontstellende ver- nietigingSmiddelen, welke men thans $n petto heeft, een oorlog, waarin het onderscheid tus- schen burgers en soldaten nauwelijks meer zal bestaan, dan is het bijna ondenkbaar, dat er nog iemand of iets in staat zal zijn de aan de vernie tiging prijs gegeven wereld te helpen. Daarom kan het Roode Kruis een van de we gen worden, waarlangs de vrede, de werkelijke vrede kan worden bereikt. Door de breede basis, waarop het Roode Kruis gefundeerd is en zijn wereld-omspannende internationale activiteit kan het, zoo één hiertoe geroepen wordt, de instelling zijn, die de vrede mede helpt versterken. Vrede en naastenliefde zijn synoniem. En naastenliefde wordt gesymboliseerd door een Rood Kruis op een wit veld. 500,000 Nederlanders schaarden zich reeds om dit symbool. Moge de tijd spoedig aanbreken, waarin heel ons land zijn Roode Kruis als een nationaal bezit weet te bewaren. Inter arma caritas, of beter: „Geen wapenen, maar liefde". Enkele grepen uit het werk van het Nederland sche Roode Kruis. De afdeeling, welke alle informaties behandelt betreffende Nederlandsche militairen en burgers in het Verre Oosten, heeft een kaartsysteem opgebouwd van bijna een half mil- lioen kaarten, waarin plus minus 40.000 overlijdensberichten, vermissingen en ziektegevallen voorkomen. Een zeer belangrijke afdeeling is ook die, welke de infor maties betreffende Nederlanders in het buitenland (met uit zondering van het Verre Oosten) behandelt. Door deze afdeeling worden alle aanvragen om inlichtingen en verzoeken tot opsporing door de geheele wereld be handeld. Voornamelijk valt hieronder het opsporingswerk in Duitschland en Rusland. Het kaartsysteem van deze afdeeling, waarin de kaarten van het Militair Gezag zijn opgenomen, bevat ruim een half millioen kaarten. Als men b.v. nagaat, dat alleen in Duitsch land al van de 530.000 Nederlanders, die door het Arbeids bureau aldaar te werk werden gesteld er 350.000 terugge keerd zijn en nu nog 180,000 vermist worden of reeds ge storven zijn, dan komt men pas tot het volle besef, hoe groot de omvang van dit opsporingswerk thans nog is. Van de 16.000 politieke gevangenen zijn daarbij thans nog 11.000 niet teruggekeerd. Voor een goede verdeeling der werkzaamheden is de medische afdeeling verdeeld in een aantal secties. We onderscheiden: 1. Sectie voor rehabiliteit van oorlogs- en andere inva liden. Deze sectie bestudeert en ontwerpt plannen voor de me dewerking van het Nederlandsche Roode Kruis aan het belangrijke werk der rehabilitatie van oorlogs- en andere invaliden. 2. De Sectie voor het ziekenhuiswezen. Hieronder ressorteert alles, wat ook maar iets te maken heeft met een ziekenhuis of de verpleging van zieken. 3. De Sectie voor kinderuitzending. Deze sectie heeft de uitzending van Nederlandsche kin deren naar het buitenland verzorgd. 4. De Pharmaceutische sectie. Deze sectie geeft aan de medische afdeeling adviezen over herkomst en samenstelling van de verschillende medi camenten. 5. De Sectie voor voedsel-aangelegenheden. Verleden jaar toen onze voedselpositie nog zeer slecht was heeft deze sectie zeer veel werk verzet in het belang van een snelle verbetering der voedselpositie in Nederland. 6. De Sectie Sanitaire en Sociale Teams. Deze sectie heeft een belangrijk aandeel gehad in de bestrijding van de scabies en ongedierte in Nederland. Vijf dezer teams deden bovendien sociaal werk. 7. De Sectie voor geneeskundige controle en keuring van het personeel. Het werk van de Intendance vormde na onze bevrijding een schier bovenmenschelijke taak. Van alle deelen der wereld kwamen reeds spoedig talrijke schepen met een groote variatie aan goederen voor het Nederlandsche Roode Kruis, om Nederland, dat men in de oorlogsjaren zoo had leeren bewonderen, te helpen in den grooten nood. Ondanks het ruimte-gebrek kwamen er pakhuizen, on danks het gebrek aan automateriaal kwamen er transport- colonnes en ondanks de kapotte bruggen en wegen en het mijnengevaar, kwam men met de buitenlandsche gaven in die gebieden, waar de nood het hoogst was. Van hoe grooten omvang en belang deze hulp wel was blijkt uit het feit, dat in het afgeloopen jaar, na de bevrij ding ruim 15.500.000 kg. goederen aan het Nederlandsche Roode Kruis werden gezonden ter verdeeling in het nood lijdend Nederland. Ook thans is het aantal goederen, dat uit het buitenland werd ontvangen nog groot; over het Ie kwartaal 1946 was dit bijna 5.000.000 kg. Gedurende de oorlogs-periode, alsmede in de periode daarna (o.a. bij den watersnood in Almelo), is gebleken de groote waarde van een centrale organisatie, die tot hoofd doel heeft in dergelijke gevallen hulp te kunnen verleenen. In de praktijk was het veelal zoo, dat deze hulp o.m. ver leend werd door de plaatselijke transportcolonnes van het Roode Kruis. Deze hulpverleening zal thans worden gecentraliseerd in

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 8