opmerkelijke belangstelling laat dit niettemin vcor ons geen reden zijn tot zelfgenoegzaamheid. Integendeel. Wat hier is bereikt, is na een moeizamen strijd van vele jaren verkregen; de telkens wisselende omstandigheden zullen ons nimmer stilstand ver oorloven, maar altijd weer paraatheid en bewe ging en dikwijls ook strijd noodzakelijk maken. Daarbij legt ons het eenmaal verworvene groote plichten op. Ten opzichte van ons zelf: dat het besef leven dig blijve, wat een krachtige, eensgezinde organi satie in aller belang individueel en voor het film wezen in ons land in het algemeen beteekent. Ten opzichte van het algemeen belang: dat de werkzaamheid dezer organisatie niet uitsluitend door het koopmansinzicht kan worden beheerscht, maar rekening heeft te houden met de bijzondere positie, die de bioscoop temidden van het publiek inneemt en de film in het cultureele leven. Ten opzichte van het buitenland, inzonderheid van de onderscheidene kleine landen: dat de orde- ninsggedachte, door den Bond; in ons land ver wezenlijkt, wordt gepropageerd en internationaal houvast krijgt. We denken aan een regeling op het gebied van de filmauteursrechten, filmotheken, smalfilm, normalisatie van leveringscondities, ar bitrage voor filmtransacties, uitwisseling van er varingen en statistische gegevens. Wellicht gaat een Nederlandsen-Belgisch ini tiatief als vrucht van goede nabuurschap hier den weg wijzen! Eenigen tijd geleden zijn een aantal leden van de Afdeeling Het Westen de gasten geweest van Antwerpsche bioscoop-theaterexploitanten. Het initiatief van deze tocht was uitgegaan van den voorzitter van „Het Westen", den heer J. v. Ben- tum, en het was in Antwerpen de voorzitter van het Gewest Antwerpen van de Vereeniging der Kine- mabestuurders van België, tevens onder-voorzitter van de Landelijke Organisatie; de heer L. Hen- drickx, die de ontvangst in de Scheldestad had voorbereid. Behalve door het Gewest Antwerpen werden deze Nederlandsche exploitanten ook ont vangen door het bestuur van de landelijke orga nisatie te Brussel met aan het hoofd de voorzitter. de heer H. Dutillieu. Dit bezoek was buitengewoon geslaagd en de Belgische collega's werden uitge- noodigd tot een tegenbezoek. Een viertal dagen zouden deze Belgen met hun dames de gasten zijn van de afdeeling ,,Het Westen" en Maandag 2 September kwamen deze in Amsterdam aan. Eeni- ge genoeglijke dagen volgden en met ontroering bijna werd Donderdag, na een lunch in Hotel Schiller, afscheid genomen. Op inderdaad voorbeeldige wijze heeft de af deeling „Het Westen" met aan het hoofd de heer van Bentum, de dames en heeren eenige genoeglijke dagen bezorgd. Het programma was rijk voorzien: er was een boottocht, een tocht naar Volendam en Marken met lunch in het befaamde hotel Spaander, een bezoek aan het Rijksmuseum, een kort 'bezoek aan Den Haag met tot slot een diner in Seinpost. Maar de twee voornaamste punten van het programma waren ongetwijfeld het gala-diner in het Amstel Hotel te Amsterdam en het bezoek van eenige officieële figuren uit het bedrijf in België aan het bureau van den Nederlandschen Bioscoop- Bond. Het Bondsbestuur ontving op het bureau in de Jan Luykenstraat van het Belgisch gezelschap eenige officieële personen, onder wie de voorzitter van de Vereeniging van Kinemabestuurders in België, de heer Dutillieu, de onder-voorzitter, de heer L. Hendrickx en twee bestuurders. Dit be zoek duurde anderhalf uur en de gasten waren uiterst voldaan en verrast over wat zij vernamen en in statische gegevens zagen van het organisa- tieleven in Nederland. Ze verklaarden dan ook dit bezoek voor hen bij den uitbouw van de orga nisatie in België van het grootste gewicht zou zijn. Het gala-diner was aan den avond van den tweeden dag. Hierbij waren o.a. tegenwoordig de voorzitter en de vice-voorzitter van den N.B.B., de heeren Vermin en Strengholt, de voorzitter van de Afdeeling Amsterdam, de heer W. van Royen, en de directeur van het Bondsbureau, de heer J. G. J, Bosman. Een voortreffelijk menu werd den gasten aange boden en er heerschte een buitengewoon prettige stemming. Natuurlijk zijn er heel wat woorden ge sproken en al deze redevoeringen getuigden van de waardeering der Belgen voor de organisatie op bioscoop- en filmgebied in ons land en het ver langen der Belgen om na te volgen, wat ze hier hadden gezien. Het is niet mogelijk om een volledig overzicht

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1946 | | pagina 3