zijden hebben geopenbaard, dienen, waar noodig,
te worden gesteund.
Verder is het, zeker gedurende de eerste jaren,
dringend gewenscht, een subsidie te verkenen aan
een centrale filmotheek, ten einde, deze op niet te
langen termijn althans eenigszins volledig te kun
nen uitrusten, en tot aankoop van bijzondere films,
welke geen exploitatie-mogelijkheden bieden, te
kunnen overgaan.
In de ministerieele commissie ter bespreking van
vraagstukken op het gebied van het filmwezen zijn
naast de Overheid de kunstenaars en het bedrijfs
leven (o.a. drie afgevaardigden van den'Neder-
landschen Bioscoop-Bond; Red.) vertegenwoor
digd. De taak van de commissie is overleg te
plegen over en advies te geven met betrekking tot
de wijze, waarop de algemeene belangen betreffen
de het filmwezen het beste tot hun recht worden
gebracht. Het uitgetrokken bedrag is noodig voor
vergoeding van gemaakte reiskosten, voor het be
talen van vacatiegelden aan hen, die daarvoor in
aanmerking komen, voor vergoeding van kosten
door de sub-commissie gemaakt en voor verdere on
kosten, die de commissie en de sub-commissie in
verband met haar werkzaamheden moeten maken.
Wat de overige uitgaven betreft, gaf de Minis
ter te kennen, dat het noodig kan blijken, dat bij
zondere adviezen moeten worden gevraagd aan
personen of aan commissies, die vallen buiten het
verband van de hierboven genoemde Ministerieele
Commissie. Ook kan financieele steun noodig blij
ken ten behoeve van bijzondere manifestaties en
instellingen van representatieveh aard of van bij
zondere publicaties op filmgebied. Voorts kunnen
uitgaven ncodig blijken voor het aanvullen en op
peil houden van aanwezig demonstratiemateriaal.
Blijkens het Voorloopig Verslag verklaarden
verscheidene leden der 'i'weede
Kamer bezwaar te hebben tegen de
hooge bedragen, in deze ?Mee-
ling voor Kunsten uitgetrokken.
Zoo waren sommige leden niet
overtuigd van het nut van den
onder artikel 291 vermelden post
ad 120.000.wegens subsidiën
ter bevordering van de kunstzin
nige en cultureele film.
Verscheidene andere leden
meenden een verhooging der in
deze af deeling geraamde bedra-
gen te mceten voorstaan, omdat
de Overheid cultureele manifesta
ties zooveel mogelijk moet bevor
deren.
Detai' uit de p'm
„I\EDERLAND VAART WEER'"
van Yczen Brusse.
Gevraagd werd, hoe de Minister zich voorstelt
deze afdeeungen te reorganiseeren.
Vele leden waren in dit verband van oordeel,
dat de Overheidsbemoeiing geen monopol.seerende
tendenz in cultureele aangelegenheden mocht ver-
toonen, doch dat zij zich moest beperken tot het
scheppen van mogelijkheden om vrije initiatieven
tot oniplooiing te laten komen.
In zijn Memorie van Antwoord deelde de Minis
ter van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
mede, dat hij zich voorstelt de afdeeling Kunsten te
splitsen in vier bureaux, n.1. een voor tooneel en
letterkunde, een voor muziek en dans, een voor film
en een voor gebonden en beeldende kunsten en
architectuur. Hij wil de organisatie van een Voor-
loopigen Raad voor de Kunst hiermede parallel
doen loopen. Het is zijn bedoeling het particuliere
initiatief vrij baan te laten en ,,wil de muzen
geenszins boeien noch haar in een gouden kooi
opsluiten."
Wat den onder artikel 291 vermelden post be
treft, is de Minister van meening, dat de Neder-
landsche filmproductie na de schade, welke zij
gedurende de bezetting heeft geleden, in vele op
zichten opnieuw zal moeten worden opgebouwd,
waarbij met vermijding van de fcuten van het ver
leden, gestreefd dient te worden naar de vervaar
diging van films, welke in cultureel opzicht verant
woord zijn. Hier ligt voor de Overheid een taak,
waarbij een financieele ondersteuning van verant
woorde plannen, welke veelal van wein g kapitaal
krachtige zijde komen, niet kan worden gemist.
Reeds thans doet zich het verschijnsel voor, dat
waardevolle krachten in het buitenland emplooi
zoeken wegens onvoldoende mogelijkheden hier te
lande. De Minister acht het uitgetrokken bedrag
bescheiden, gezien de groote kosten, welke met de
vervaardiging van films zijn gemoeid. Bij de vast-