COMMISSIE HERZIENING
BIOSCOOPWET INGESTELD
n
MINISTERIE VAN
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
18 December 1946.
No. 38584 Afdeeling B.B. Bureau
Bestuurszaken.
De Ministers van Binnenlandsche Zaken en van
Onderwijs, Kunsten en Weteischappen,
Hebben goedgevonden:
I. In te stellen een commissie, aan welke wordt
opgedragen op korten termijn:
Ie. te onderzoeken, welke wijzigingen de Bio
scoopwet en haar uitvoeringsvoorschriften
mede in het licht van de sedert haar totstand
koming gewijzigde omstandigheden behoe
ven;
2e. na te gaan of. en zoo ja. in hoeverre bij de
keuring van films een positief criterium dient
te worden aangelegd en, voor het geval deze
vraag bevestigend beantwoord wordt, onder
welk Departement de keuring dient te ressor
teeren;
II. te bepalen, dat de commissie nopens
alle zaken, waaromtrent zij niet eenparig oor
deelt, bij meerderheid van stemmen zal beslissen,
doch dat het den leden vrij staat, hun gevoelen, van
dat van de meerderheid afwijkend, tegelijk met het
door de commissie uit te brengen rapport te doen
kennen.
III. te benoemen:
a. tot lid en voorzitter:
Prof. Dr. F. L. R. Sassen, te 's-Gravenhage;
b. tot leden:
Mr. J. Alegera, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, te Leeuwarden;
Mr. J. Ie Poole, te Noordwijk aan Zee;
Dr. K. F. Proost, te Rotterdam;
G. H. L. Schouten, te Rotterdam;
Dr. J. C. M. Sweens, burgemeester der gemeen
te Dongen;
J. Tuin, lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, te Hoogezand;
c. tot adviseerende leden:
Mej. Mr. G. F. Galema, Hoofd van het Bureau
Jurid"sche Zaken der afdeeling Kabinet van het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen te 's-Gravenhage;
Ir. J. H. J. de Jong, Hoofd van de afdeeling
Film van het Ministerie van Onderwijs, Kuns
ten en Wetenschappen, te 's-Gravenhage;
Mr. J. M. Kan, Raadadviseur, chef der afdee
ling Binnenlandsch bestuur van het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken te 's-Gravenhage;
Mr. B. H. Kazem:'er, Raadadviseur bij het Mi
nisterie van Justitie te 's-Gravenhage;
Mr. F. R. Mijnlieff, Raadadviseur, chef der af-
deel'ng Openbare Orde en Veiligheid van het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken, te
's-Gravenhage;
D. van Staveren, Voorzitter van de Centrale
Commissie voor de keuring van films, te 's-Gra
venhage;
d. tot Secretaris:
Mr. W. Riphagen, Referendaris, plv. chef der
Afdeeling Wetgeving van het Ministère van
Binnenlandsche Zaken, te 's-Gravenhage;
e. tot adjunct-secretaris:
Dr. W. K. J. J. van Ommen Kloeke, ambtenaar
bij de afdeeling Wetgeving van het Ministerie
van Binnenlandsche Zaken, te 's-Gravenhage;
IV. aan de na te noemen organisatiën de be
voegdheid te verleenen een vertegenwoordiger
aan te wijzen, d'e in de commissie een advisee
rende stem heeft:
a. de Nederlandsche Filmactie te Einhoven;
b. de Katholieke Filmactie te 's-Hertogenbosch;
c. de Christelijke Filmactie te Haarlem;
d. de Nederlandsche Bioscoopbond te Amster
dam;
e. de Beroepsvereeniging van Nederlandsche Ci
neasten te Haarlem;
f. de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
te 's-Gravenhage;
g. de Nederlandsche Federatie van Filmkringen
te Amsterdam;
h. de Werkgroep ,,Kerk en Samenleving" uit de
Algemeene Synode van de Nederlandsche Her
vormde Kerk te 's-Gravenhage.
Afschrift dezer zal worden gezonden aan de Al
gemeene Rekenkamer, aan de in de beschikking
genoemde leden, adviseerende leden, secretaris en
adjunct-secretaris en aan de onder IV genoemde
organisatiën.
's-Gravenhage, 18 December 1946.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
(get.) BEEL.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen,
(get.) IOS. GIELEN.
- Overeenkomstig het oorspronkelijke,
De Secretaris-Generaal van het
Ministerie van Binnenlandsche Zaken,
In verband hiermede heeft het Hoofdbestuur den
Directeur, den heer J. G. J. Bosman, aangewezen
den Nederlandschen Bioscoop-Bond in deze com
missie te vertegenwoordigen.