DE UNESCO EN DE FILM 14 De Unesco United Nations Educational Scientific and Cultural Organization heeft haar eerste groote conferentie, welke te Parijs werd ge houden, medio December beëindigd. Zooals be grijpelijk, waren deze bijeenkomsten hoofdzakelijk van informatieven aard. Ata eerste resultaat ontstond een voorloopige, schematische indeeling van het cultureele arbeids- terrein, welke reeds aanstonds tot critiek aanlei ding heeft gegeven. Ook in filmkringen heeft men de beraadslagin gen met levendige belangstelling gevolgd. Men vraagt zich echter af, of de plaats, die men aan de film in de Unesco heeft aangewezen, wel in over eenstemming is met haar verschijning in het maat schappelijk leven. De opvattingen hierover blijken nogal te verschillen. Zoo geeft de producer Basil Wright onder den titel Wat beteekent de arbec'd van de Unesco voor de filmproductie? in „Kinematograph Weekly" een uiteenzetting over de filmplannen van de Unesco en wat deze zijns inziens voor de wereldproductie beteekenen. „De uitdrukking „Mass Media" zal U waar schijnlijk eerst afschrikken", veronderstelt de schrijver, maar acht dit toch de meest juiste wijze om de werkzaamheid van pers, radio en film te beschrijven, welke de samenstellers van de Unesco-terminologie konden vinden; een redelijke omschrijving van deze middelen van voorlichting en vermaak, die in wezen bestemd zijn voor de massa, voor millioenen menschen overal en tege lijkertijd. Elk van deze drie „media" kan zich er op beroemen „het" middel te zijn om de gedach- tenwereld der volkeren te beïnvloeden op een wijze, ongekend vóór het einde der \orige eeuw. De Parijsche conferentie had tot taak vast te stellen, wat zou kunnen worden gedaan om in internationaal verband door middel van film, ra dio en pers de volkeren nauwer tot elkander te brengen op het gebied, waar dat mogelijk is, in het algemeen, dat van opvoeding, wetenschap en cultuur. Zooals te verwachten was, domineerden bij de besprekingen over deze „Mass Media" de Ame- rikaansche, Fransche en Britsche delegaties. Op merkelijk was, dat de Franschen en Amerikanen zich in hoofdzaak op pers en radio concentreer den en daardoor de belangrijkste bijdra gen leverden terwijl de Britten den nadruk legden op de film en op de beteekenis van gecom bineerde operaties van film, radio en pers. Het zal daarom niemand verwonderen, dat de beslui ten inzake de film, welke ten slotte door de Sub- Commissie voor Mass Media werden genomen; een trouwe weerspiegeling zijn van het Britsche standpunt. Het betreft hier hoofdzakelijk practi- sche voorstellen met welker uitwerking reeds spoedig een begin zal kunnen worden gemaakt. Natuurlijk zal de Unesco deze zelf niet kunnen uitvoeren. Integendeel, uitdrukkelijk werd vast gelegd, dat zij geen filmproductie of -verhuur ter hand zal mogen nemen tenzij in zeer buitengewone omstandigheden. Men is er zich van bewust, dat de practische uitvoering van de plannen in de eerste plaats afhankelijk is van de houding van het filmbedrijf en men rekent er op, dat dit in de verschillende landen een geheel eigen krachtige bijdrage zal leveren. Bovendien zal de vervulling van zekere voor waarden gewaarborgd moeten zijn en als een der eerste voorwaarden noemt men vrijheid van ver keer. Men wil hiermede zeggen, dat het filmwezen bij de diverse volkeren en cultuur-groepen zich vrij moet kunnen ontwikkelen en uiten ten opzichte van elkaar. De Britten zullen bijvoorbeeld den Amerikanen iets mee te deelen hebben, evengoed als de Amerikanen den Britten. De verwezenlijking van de voorgestelde plannen zal op practische en economische wijze moeten geschieden, waarbij men wil bewerkstelligen, dat landen met een groote filmproductie, zooals de Vereenigde Staten van Amerika, Engeland. Rus land en Frankrijk hulp verleenen aan landen met weinig of nagenoeg geen filmproductie. En dit betreft niet alleen de productie van films, maar ook het gebruik ervan, commercieel of niet- com mercieel, en de noodzakelijke technische installa ties, grondstoffen, vaklieden en opleidingscurssen De uiteindelijke door de voltallige vergadering van de Unesco goedgekeurde plannen, gebaseerd op bovenstaande feiten, zijn een wekroep aan de leidende filmkringen in alle landen, die zullen worden uitgenoodigd zich in een Internationalen Filmraad te doen vertegenwoordigen. Tegen Juni 1947 hoopt men te kunnen beschikken over vol ledige rapporten over de behoeften van de door den oorlog geteisterde landen. Een Internationaal Bureau voor Ideeën zal ideeën van internationale beteekenis, welke ge schikte film-objecten zijn, verzamelen en doorge ven aan de producenten. Hierbij overweegt men de Nationale en Internationale organisaties aan te sporen belooningen toe te kennen voor de beste prestaties op dit gebied»

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 15