CAND1DAATSTELLING HOOFDBESTUUR I. COHEN BARNSTUN OVERLEDEN Van de leden van het Hoofdbestuur zijn dit jaar aan de beurt van aftreden de heeren J. S, Croeze, D. J. van Leen en W. K. G. van Roven. Bovendien is de heer F. L. D. Strengholt als lid van het Hoofdbestuur afgetreden. Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 12.C. van het Algemeen Bondsreglement noodigt het Hoofdbestuur de leden uit namen, voornamen en woonplaatsen der gewenschte candidaten op te geven. De candidaten moeten zijn individueele personen, die allen zelf of wier maat- of vennoot schap, vereeniging of stichting lid zijn van den Bond. Drie van de vacatures moeten vervuld worden door eigenaren, mede-vennooten of bestuurders van een filmfabriek, filmproductiezaak, filmimport- zaak of filmverhuurkantoor; en één vacature moet vervuld worden door een eigenaar, mede-vennoot of bestuurder van een permanente of reizende bio scoop, die zich niet mag bezig houden met film- fabricage, filmproductie, filmimport of filmver huur, tenzijn hij bestuurslid is van een Plaatselijke of Provinciale Afdeeling. In-gevolge het bepaalde sub D. van artikel 12 van het Algemeen Bondsreglement moeten de can didaten aan het Bondsbureau schriftelijk en door 11 leden onderteekend worden opgegeven, uiter lijk vier weken voor den datum der Jaarlijksche Algemeene Ledenvergadering. Deze vergadering wordt gehouden op Maandag, 31 Maart a.s. en de candidatenlijsten moeten dus uiterlijk 3 Maart a.s. bij het Bondsbureau zijn ingediend. WIJZIGING KEURLOON-TARIEVEN Bij Koninklijk Besluit van 10 December 1946 (Staatsblad No. G. 351) is nader gewijzigd het Koninklijk Besluit van 22 December 1927 (Staats blad no. 403) betreffende o.m. het recht voor de keuring van films. Het recht voor de keuring van films, bedoeld in artikel 15, lid 3, der Bioscoopwet, bedraagt thans: Ie. voor normaalfilms 35 cent, voor smalfilms waarvan de filmstrook een breedte heeft van \7]/2 of 16 millimeter 85 cent en voor smal films, waarvan de filmstrook een breedte heeft van 9]/2 of 8 millimeter 140 cent, per 10 meter filmlengte. 2e. voor films, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder 2e. der Bioscoopwet, mits zij naar het oordeel van de huishoudelijke commissie, be doeld in artikel 5 onder c van het Bioscoop- besluit niet tot strekking hebben handelsre clame te maken, naar de onderscheiding, ver meld onder Ie. respectievelijk 10 cent, 25 cent en 40 cent per 10 meter filmlengte. 3e. voor films, welke na 1 Januari 1937 werden gekeurd en waarvan de toelating voor open bare vertooning, krachtens het bepaalde- in artikel 2 van Ons Besluit van 21 September 1945, Staatsbl. no. F. 203, vervalt of is verval len, alsmede voor films zonder winstbejag geëxploiteerd door vereenigingen, instellingen e.d. met een cultureel doel, welke voor 1 Januari 1937 voor openbare vertooning z"*r> toegelaten naar de onderscheiding vermeld onder Ie. respectievelijk 5 cent, 12 cent en 20 cent per 10 meter filmlengte. Gedeelten van 10 meter worden voor de be rekening van het recht voor 10 meter be rekend. Indien voor een voor openbare vertooning toegelaten film meer dan één keuringskaart wordt verlangd, is voor elke meerdere keu ringskaart 25 cent verschuldigd. Voor elk formulier, op aanvraag door of van wege de Centrale Commissie voor de keuring van films in verband met de keuring van films verstrekt, is verschuldigd 5 cent. Een der pioniers van het Nederlandsche film en bioscoopbedrijf, I. Cohen Barnstijn, oud-lid van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, is op Don derdag, 23 Januari in den leeftijd van 69 jaar overleden. Hij exploiteerde gedurende een reeks van jaren eenige bioscopen in Utrecht." De heer Barnstijn werd in het bedrijf ten zeer ste gerespecteerd vanwege zijn kwaliteiten als zaken- en organisatieman en niet in het minst om zijn hoedanigheden als mensch en collega. Hij heeft veel en belangrijk werk verricht voor den Nederlandschen Bioscoop-Bond, in welke organi satie hij van den beginne af onderscheidene func ties heeft bekleed. Hij heeft zitting gehad in het Hoofdbestuur, het Afdeelingsbestuur, den Raad van Beroep en het Bestuur der Stichting „Bio- Vacantieoord". Het Hoofdbestuur heeft aan de familie van den overledene zijn leedwezen met het groote verlies betuigd. De begrafenis vond plaats op Maandag, 27 Januari, waarbij o.a. aanwezig waren de hoofd bestuursleden, de heeren J. S. Croeze en R. Uges en de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman. Genoemde heeren vertegenwoordigden tevens het bestuur der stichting „Bio Vacantie-oord". Voorts waren aanwezig bestuursleden van de Bedrijfsafdeeling filmverhuurders en vele oud- collega's.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 8