n anderen gedaagde of van een onafhankelij- ken exploitant verwerven indien zulk een ge daagde, verlangende zoodanig belang te ver werven, ten genoege van de Rechtbank zal aantoonen, en de Rechtbank eerst zal bevon den hebben, dat zulk een verwerving niet op ongeoorloofde wijze de concurrentie in het vertoonen van hoofdfilms zal beperken. Ieder der gedaagden zal binnen zes maanden aan deze Rechtbank overleggen een verklaring, waarin aangegeven in hoeverre hij heeft vol daan en de wijze waarop hij zich voorstelt te voldoen aan deze bepaling, daarbij in bijzon derheden vermeldende de namen, liggingen, en algemeene omschrijvingen van de thea ters, rechtspersoonlijkheid bezittende fond sen, en betrokken belangen van welken aard ook, de desbetreffende verkoopen welke hij. heeft gedaan, en zoodanige belangen hij zich voorstelt te verwerven, met een uiteenzetting van de feiten ten aanzien van elke concur- rentie-verhouding bij een zoodanig voorgeno men verwerving betrokken en daarbij vol doende aantoonende het vermoedelijke ge volg van zoodanige verwerving op die ver houding. Dergelijke rapporten moeten daarna ieder kwartaal worden overlegd totdat deze bepaling ten volle zal zijn voldaan. Een behoorlijke kennisgeving van zoodanige plannen tot verwerving moet worden betee- kend aan den Procureur-Generaal en den eischer moet gelegenheid worden gegeven dienaangaande te worden gehoord alvorens zulk een verwerving door de Rechtbank zal worden goedgekeurd. 6. Zijn tegenwoordig theaterbezit uit te breiden op welke wijze ook anders dan toegestaan in de voorafgaande paragraaf. 7. Hoofdfilms te exploiteeren, te boeken, of te koopen voor een van zijn theaters door een agent, van wien hem bekend is, dat hij ook op deze wijze optreedt voor eenigen andere- exploitant, hetzij onafhankelijk of gelieerd IV. Niets van hetgeen dit Vonnis inhoudt mag wor den aangewend om op eenige wijze het recht te beperken van iederen verhuurder-gedaagde te ver huren, of op eenige wijze te regelen of te voorzien in de vertooning van alle films welke hij te eeniger tijd zou kunnen verhuren, op zoodanige wijze, en op zoodanige voorwaarden, en afhankelijk van de vervulling van zoodanige voorwaarden als hem goeddunkt, in eenig theater, waarin zulk een ver huurder-gedaagde heeft of kan verwerven, over eenkomstig de voorwaarden van dit Vonnis, een eigendomsbelang van 95% of meer hetzij direct of door dochtermaatschappijen. V. De bepalingen van het bestaande accoordver- klaringsbesluit worden hierbij verklaard niet verder van kracht te zijn, behalve inzoover als noodzake lijk is over de thans voor arbitrage hangende ge schillen te beslechten en op behoorlijke wijze de geldelijke verplichtingen te vereffenen van de ge daagden en de American Arbitration Association, die verband houden met de instelling van de in het accoordverklaringsbesluit aangegeven arbitrage systemen. Bestaande uitspraken en die, welke in hangende processen nog gedaan worden, zullen van kracht blijven. Maar dit zal in geen enkel op zicht de partijen of andere personen verhinderen een redelijk arbitrage-systeem in het leven tè roepen, hetzij door middel van de tegenwoordige commissies, hetzij van anderen zoowel als in onder ling overleg. VI. Teneinde nakoming van dit Vonnis" te verzeke ren, en met geen andere bedoeling, moeten behoor lijk gemachtigde vertegenwoordigers van het De partement van Justitie, op schriftelijk verzoek van den Procureur-Generaal of van den Substituut- Procureur belast met anti-trust zaken, en na ken nisgeving aan een gedaagde, redelijk wat betreft tijd en onderwerp, gedaan aan zulk een gedaagde aan zijn hoofdkantoor, en behoudens eenig wet telijk erkend voorrecht: 1. Behoorlijk inzage worden verleend, geduren de de kantooruren van zulk een gedaagde, van alle boeken, grootboeken, rekeningen, correspondentie, memoranda en andere be scheiden en documenten in bezit of onder controle van zulk een gedaagde, betrekking hebbende op een der zaken welke dit Vonnis inhoudt, en dat gedurende de tijden dat de eischer zoodanige inzage zal verlangen, de advocaat van zulk een gedaagde aanwezig mag zijn, en 2. Zonder onnoodige overlast aan zulk een ge daagde te veroorzaken, en zonder beperking of tusschenkomst van hem, veroorloofd wor den zijn bedrijfsleiders en employé's te on dervragen over zoodanige zaken, bij welke ondervraging de advocaat van den onder vraagde en de advocaat van zulk een gedaag de maatschappij aanwezig mogen zijn. Inlichtingen verkregen ingevolge de bepalingen van dit deel van het Vonnis zullen niet openbaar gemaakt worden door een vertegenwoordiger van het Departement van Justitie aan eenig persoon anders dan aan een behoorlijk gemachtigde ver tegenwoordiger van het Departement van Justitie, behalve in den loop van procedures, waarbij de Vereenigde Staten partij is, of als op andere wijze wettelijk is voorgeschreven. VII. De paragrafen 7 en 8 sub II van dit Vonnis zullen niet van kracht worden voor 1 Juli 1947.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 30