15
Stafford een uiteenzetting over de zijns inziens
bemoedigende vooruitzichten der Britsche film
productie, waarbij hij, een der sprekers uit bedrij f s-
kringen beantwoordend, de volgende opmerking
maakte:
,,Gij hebt gesproken over de verhouding tusschen
de commercieele en de literaire en artistieke zijde
der filmproductie, en hebt ons verteld, hoe getracht
wordt deze beide kanten van de productie samen
te laten werken. Ik besef ten volle de moeilijkheden
welke er aan verbonden zijn het artistieke genie den
vrijen teugel te laten en te gelijkertijd de werk
zaamheden binnen de grenzen der economische
verantwoordelijkheid te houden. Dit is een zeer
moeilijke taak, want de prima donna-mentaliteit is
nooit gemakkelijk met gezonde economische begin
selen in overeenstemming te brengen; altijd is er
het gevaar of de prima donna den mond te snoeren
of het economische belang te ruïneeren."
Dr. Askwith, de bisschop van Blackburn, voor
zitter van het filmcomité van de ,,Church of Eng-
land", beschreef zich zelf als een man, die een
diepe belangstelling voor het filmwezen koesterde.
In een lange en zorgvuldige toespraak legde hij
den nadruk op de groote beteekems en invloed van
het witte doek, maar verklaarde zich herhaaldelijk
te verbazen over filmverhalen, welke deugd als
prozaïsch en ondeugd als vermakelijk voorstellen.
In het bijzonder deed hij een beroep op een
uiterst voorzichtige behandeling van religieuze
zaken in de film. Het was een feit, dat een diep
religieus karakter in het doorsnee filmverhaal ge
woonlijk als ziekelijk en fundamenteel pathetisch
werd voorgesteld. Hij vroeg den producers er zich
rekenschap van te geven, dat godsdienst een
natuurlijk iets is.
Hij was zoo goed als tot de slotsom gekomen,
zeide de spreker, dat Bijbelserie onderwerpen voor
de film niet geschikt waren. Het was misschien
voor Dorothy Sayers mogelijk om het Nieuwe Tes
tament in een modern idioom te transponeeren in
„The Man Born To Be King" (in Nederland be
kend door een serie uitzendingen van de B.B.C.,
alsmede een in 1946 verschenen vertaling in een
der Nederlandsche dagbladen; Red.), maar het
was voor filmproducers moeilijk om Bijbelserie per
sonen in hun oorspronkelijke kleedij te vertoonen.
Het gevaar bleef, dat zij voor het moderne oog
vreemd en onwezenlijk zouden schijnen.
Een andere uitwas, waartegen Dr. Askwith be
zwaar maakte, was het feit. dat godsdienst bijna
onveranderlijk door de film als sentimenteel werd
voorgesteld. Hij getuigde, dat godsdienst geen
sentïmenteele zaak is, en dat Christendom geen
sentimentaliteit in zich houdt.
x Vervolgens weidde Dr. Askwith uit over de ver
houding van kerk en film, en verklaarde, dat hij
goede voorlichting over films in de kerkebladen zou
willen zien, wier gezamenlijke circulatie zoo onme
telijk is. Ten slotte maakte hij melding van een
nieuw orgaan betreffende het filmwezen, waarbij
een aantal vertegenwoordigers van Kerken zijn
betrokken.
FACILITEITEN VOOR DE LEDEN DER
KEURINGS-COMMISSIE
De Technische Commissie acht het zeer ge-
wenscht, dat de leden der Keuringscommissie voor
Bioscoop-Technische materialen, teneinde zich om
trent de verschillende geluidsfilmprojectie-appara-
turen volledig te kunnen oriënteeren, in de gelegen
heid worden gesteld de cabines der bioscopen te
bezichtigen.
Zij heeft derhalve aan ieder lid dezer Commissie
een legimitatiebewijs afgegeven, waarmede den
leden-exploitanten wordt verzocht, hen voor studie
doeleinden, toegang tot de cabines te verleenen.
De Technische Commissie zal het op hoogen
prijs stellen indien door de leden-exploïtanten, in
voorkomende gevallen, aan dit verzoek wordt vol
daan. De taak der Keuringscommissie, welke voor
het bedrijf van het grootste belang is, wordt hier
door aanzienlijk vergemakkelijkt.
Volledigheidshalve worden hieronder nogmaals
de namen van de leden der Keuringscommissie ver
meld, welke commissie, zooals bekend, belast is met
de kwaliteits-keuring van nieuwe apparaten en
onderdeden, bestemd voor het film- en bioscoop
bedrijf:
Ir. G. de Zoeten Ir. L. L. Mulder
Ir. J. Bekink Ir. F. van Drunen
Dr. Ir. C. W. Kosten de heer W. G. Sips
Ir. E. W. van Heuven de heer J. J. L. Gielisse.
BONDS- EN BIOSCOOPDIPLOMA 'S
Het Bondsbureau schrijft thans geregeld diplo
ma's uit voor het jaar 1947, zoodat aangenomen kan
worden, dat iedereen, die daarvoor in aanmerking
komt en een diploma heeft aangevraagd onder toe
zending van een pasfoto en het diploma-1946, vóór
1 April in het bezit van een nieuwe kaart zal zijn.
Derhalve zijn alle diploma's met ingang van
1 April a.s, ongeldig. Het verdient aanbeveling,
dat de bioscoop-directies het controleerend perso
neel hierop wijzen»
Uitgereikt worden: bewijzen van Bondslidmaat
schap, bewijzen van Donateurschap, bewijzen van
lidmaatschap Vereeniging van Bioscoopreclame-
Exploitanten, bioscoopdiploma's voor oorlogsinva
liden, alsmede vertegenwoordigerskaarten, welke
2.50 per stuk kosten.