VAN OVER DE GRENZEN CANADA DENEMARKEN EGYPTE 10 Canada bouwt aan een eigen filmindustrie Weinig heeft men tot nu toe van een Canadee- sche filmindustrie vernomen en toch spant dit reusachtige land alle krachten in om zich in de internationale filmproductie een plaats te ver overen. De door de Regeering uitgegeven „Voor lichtingsdienst" spreekt zelfs van een nieuwe „Goldrush". Men vorme zich hiervan echter geen verkeerde voorstelling; het betreft slechts vreed zame voorvallen, niet te vergelijken met de koorts achtige opwinding, die zich aan het einde der vorige eeuw van het land meester maakte met als gevolg een stormloop naar de nieuw ontdekte goudvelden. Men poogt slechts door een intensief gevoerde propaganda en met andere middelen voor een Canadeesche filmproductie kapitaal, tech nische apparaturen en artisten te verwerven. Deze pogingen schijnen niet zonder succes te zijn ge bleven en de Canadeezen zijn van meening, dat dit te danken is aan de goede reputatie, welke de Canadeesche troepen zich tijdens den oorlog ver worven hebben. Hoe het ook zij, Canada staat thans in het teeken van de algemeene belangstel ling en dit wil men benutten ten gunste van de film. Sedert het einde van den oorlog heeft men reeds drie hoofdfilms vervaardigd en de Dominion- Company is van plan per jaar vier hoofdfilms te produceeren tegen een budget van ruim twee millioen dollar. Ook de Rank-organisatie heeft reeds belangen verworven in een aantal kleine productie-maatschappijen, met het doel om later tot een groote productie te geraken. Er zijn on geveer 25 maatschappijen, die korte speelfilms en instructie-films vervaardigen, in hoofdzaak op 16 m.m. formaat. Het is begrijpelijk, dat juist in Canada de 16 m.m. film een belangrijke rol speelt, daar dit land, dat ongeveer 65000 gelegen heden telt waar smalfilms vertoond kunnen wor den, slechts over weinig groote bioscopen beschikt. Overigens is het ontbreken van voldoende groote studio's, een belemmering voor een snelle ontwikkeling der productie. De Renaissance-Film- Maatschappij heeft evenwel concrete plannen voor het bouwen van een studio-complex in de omge ving van Montreal. De bouwtijd wordt op twee jaar geschat, de kosten op ruim een millioen dollar. Zitplaatsen-aantal zeer ontoereikend Het Deensche filmbedrijf heeft te kampen met groote moeilijkheden veroorzaakt door een te kort aan permanente exploitaties hetgeen over tuigend bewezen is van de bevrijding af tot op dit oogenblik. Tijdens de bezetting was dit gebrek niet zoo duidelijk merkbaar, omdat de exploitanten niet over voldoende films konden beschikken. Se dert de bevrijding evenwel zijn de Denen tot de overtuiging gekomen, dat de eenige wijze om een toegangsbewijs te bemachtigen is geduldig in de rij staan. Het normale aantal films, dat voor den oorlog in Denemarken werd uitgebracht, bedroeg onge veer 325, maar gedurende het afgeloopen jaar werden slechts 147 nieuwe films vertoond, hoewel er een overvloed van films aan de markt was. De verhuurders zijn gedwongen vele van hun beste producten vast te houden, daar de ondervinding leert, dat het aantal vertooningsweken per theater grooter is, dan werd verondersteld; sommige films zijn reeds meer dan 12 weken geprolongeerd. Ook voor de Deensche productie is het tekort aan exploitaties een groot probleem. Dit jaar zullen ongeveer 11 hoofdfilms worden vervaar digd. Voorkeur voor Arabische films Het Egyptische filmbedrijf, waarvan de grond slag voor ongeveer twee decennia werd gelegd, heeft zich in den loop der jaren geleidelijk uit gebreid. Voor den oorlog waren er in Egypte in totaal 140 bioscopen, waarvan slechts 20 percent Ara bisch sprekende films vertoonden, maar geduren de de laatste zes jaren hebben belangrijke ver schuivingen plaats gevonden. Het aantal theaters is thans tot boven de 200 gestegen en hiervan vertoonen er 130 uitsluitend Arabische films. De overige exploitaties hebben over het algemeen afwisselend Britsche, Ameri- kaansche en Arabische programma's, maar slechts enkele groote bioscopen vertoonen uitsluitend bui- tenlandsche films. Verwacht wordt, dat deze verhoudingen zich voorloopig niet zullen wijzigen. Zoo is er van de roeven nieuwe bioscopen, welke binnenkort in Cairo zullen worden geopend, slechts één gere serveerd voor de vertooning van buitenlandsche films. Ongeveer 100 maatschappijen houden zich met de productie van Arabisch sprekende films bezig en hebben gezamenlijk 7 studio-complexen in ge bruik. De loopende productie van dit jaar wordt op 80 films begroot.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 11