JAPAN MEXICO OOSTENRIJK 13 gelijkheid tot uitwisseling van films, nader te re gelen in een aanvullende overeenkomst. In verband met de toenemende Italiaansche pro ductie is het Centro Sperimentale di Cinematogra- fia heropend. Deze instelling heeft ten doel de scholing en aanmoediging van jonge Italiaansche filmacteurs en filmtechnici. Bioscopen worden druk bezocht „De Japanners zijn een bioscoop-bezoekend pu bliek en zien het liefst romantische films", luidde de uitslag van een enquête, welke eenigen tijd geleden door een der grootste theaterconcerns werd inge steld. Hierbij bleek, dat 47 van het publiek meer dan eenmaal per week een bioscoop bezocht; 32 eenmaal, en 21 minder dan eenmaal per week. Zooals bekend beschikt Japan over een vrij groo- te eigen filmindustrie, die onbeschadigd uit den oorlog te voorschijn is gekomen. Bovendien is, in tegenstelling met de contrölemethoden, welke in de Amerikaansche zone in Duitschland worden ge volgd, de militaire controle in Japan wat betreft de vervaardiging en vertooning van films nauwelijks merkbaar. Een groote belemmering echter is het tekort aan materiaal, benoodigd voor requisieten. De twee voornaamste productie-maatschappijen, de Shochiku en de Toko, die een volledig ingericht studio-complex in gemeenschappelijk gebruik heb ben, Vervaardigen samen gemiddeld vier hoofd films per maand. Over het algemeen kan men zeggen, dat het film bedrijf thans op denzelfden voet werkt als in 1941. De films zijn aan de keuring van het Japansche Ministerie van Binnenlandsche Zaken onder worpen. Productie stelt kwaliteit boven kwantiteit Het aspect, dat het vrij ingewikkelde Mexicaan- sche filmbedrijf biedt, is dit jaar mogelijk nog vager dan het in de voorgaande zestien jaren van zijn bestaan heeft geschenen. Gedurende het afgeloo- pen jaar had de filmvervaardiging met tallooze moeilijkheden te kampen, waarvan wel de voor naamste was, dat de groote particuliere banken weigerden den producers verdere credieten te ver strekken in verband met de langzame terugbetaling van groote leeningen. Inmiddels werd de oprich ting aangekondigd van een door den staat gecon troleerde bank, de ,,Credito Cinematografico Mexicano", met een kapitaal van 30 millioen pesos, welke zoowel aan de productie, als aan de exploitatie credieten zal verstrekken. Zij zal de financieele steun hebben van de Banco Mexicano, de Banco Internacional, de Banco de Industria y Comercio en nog van enkele andere banken. Tijdens de laatste twaalf maanden zijn de Mexi- caansche producenten er toe overgegaan minder films, maar van betere kwaliteit te produceeren. In verband hiermede verwacht men, dat dit seizoen niet meer dan 40 Mexicaansche hoofdfilms zullen worden uitgebracht. De producenten, gesteund door een deel van de exploitanten, hebben bij de regeering aangedrongen op een wettelijke vaststelling van 26 vertoonings- weken per jaar voor het nationale product. De exploitanten doen uitstekende zaken, daar de belangstelling voor de film dermate is toegenomen, dat zij practisch geen concurrentie van andere amusementsbedrijven meer ondervinden. Industrie zoekt afzetmogelijkheid Tegen het einde van het vorig jaar was de eerste Oostenrijksche film, welke na het sluiten van den wapenstilstand werd opgenomen, voor vertooning gereed. Thans wordt bericht, dat ondanks de zeer ongunstige omstandigheden, reeds vier maatschap pijen de productie van films hebben hervat. Het blijkt mogelijk te zijn geweest om zoowel van Rus sische als van Amerikaansche zijde onbelicht mate riaal te verkrijgen. De moeilijkheden, welke het zich herstellende filmbedrijf in Oostenrijk ondervindt, zijn een af spiegeling van de problemen waarmede het land te worstelen heeft bij zijn pogingen tot herstel der economische structuur. De binnenlandsche markt, in vier bezettingszones gesplitst, is te zwak om eenige noemenswaardige productie te steunen. Fei telijk is Duitschland het aangewezen afzetgebied voor Oostenrijksche films, maar sinds het einde van den oorlog is de Duitsch-Oostenrijksche grens her metisch gesloten. Voor den oorlog vonden vele Oostenrijksche films hun weg naar Tsjechische en Hongaarsche bioscopen, waar ze een groote populariteit genoten. Ook de 3J/2 millioen Sudeten-Duitschers in Bo- hemen en de aanzienlijke Duitsche minderheden in Hongarije boden groote afzetmogelijkheden. Maar deze Duitsch sprekende bevolkingsgroepen zijn thans naar Duitschland overgebracht en regeerings- maatregelen beletten dat Duitsch-sprekende films het Tsjechische en het Hongaarsche publiek berei ken. Wil men de markten in de Donaugebieden weer voor de Oostenrijksche films openen, dan zullen de producers verplicht zijn hun films van een betiteling in de desbetreffende talen te voor zien of parallel-versies in niet-Duitsche talen op te nemen. Men hoopt bovendien, dat nieuwe afzetgebieden

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 14