8
redelijke zekerheid hebben, dat de volgens de
gegeven richtlijnen te vervaardigen film op mo-
reele gronden aanvaardbaar is voor het publiek
in het algemeen, en dat hij gevrijwaard is voor
verantwoorde critiek en aanvallen.
Ten slotte kreeg de industrie dezen leidraad in
den Motion Picture Production Code. De Code
is gebaseerd op objectieve zedelijke beginselen.
Er zijn geen doctrinaire onderscheidingen bij
betrokken. De Code richt zich eenvoudigweg naar
de fundamenteele criteria van menschelijke ver
plichting en verantwoordelijkheid, zooals vastge
legd in de Tien Geboden.
Aan deze kern werden in den loop der jaren
mogelijk onverstandig, maar uit een of andere
noodzaak een aantal willekeurige voorschriften
toegevoegd, enkel en alleen gebaseerd op tacti
sche en opportune overwegingen.
Verscheidene van deze voorschriften zijn vaak
het doelwit geweest van de openbare critiek,
waarbij de critici onbewust aannamen, dat zij een
integreerend bestanddeel vormden van den Code
zelf. Deze regels hebben betrekking op kwesties
zooals o.m. het beperken van het gebruik van
woorden als verdomd", het gebruik van sterke
drank in de Amerikaansche samenleving, van een
mechanisch toestel om een hollend paard te laten
struikelen, enz.
Het is duidelijk, dat deze voorschriften, hoe ge-
wenscht zij ook mogen zijn, niet op eenig oor
spronkelijk zedelijk beginsel berusten. Ongelukki
gerwijze zijn enkele van dien aard, dat zij maar al
te gemakkelijk aanleiding geven tot een boertige
critiek, welke er het stempel van belachelijkheid
op drukt en daardoor den Code en zijn doelstel
ling, de goede film, ernstig schaadt.
Maar het bestaan van dezen of van een anderen
Code, dit of eenig ander systeem van voorschrif
ten, biedt op zichzelf nog geen blijvende zekerheid,
dat de juiste moreele normen worden gehand
haafd.
Een verlichte en duidelijk uitgesproken open
bare meening is onontbeerlijk, wil de film met haar
grooten invloed op de massa een macht ten goede
en niet ten kwade zijn.
Zelfs in de eigen kringen van de filmindustrie
verschijnen van tijd tot tijd personen, overvloei
end van ideeën, die de traagheid van het bedrijf
gispen en wijzen naar verre en glanzende ver
schieten, waar de film een krachtige leiding zou
geven aan de menschheid en het rechte en doel
treffende werktuig zou zijn tot redding van een
reeks van zaken, varieerende van internationale
vrede tot het uitroeien van maatschappelijke ziek
ten. Merkwaardig genoeg zal men opmerken, dat
deze profeten uit het bedrijf, waar het producties
onder hun eigen invloed of controle betreft, niets
of nagenoeg niets afwijken van de productie-
formules, welke door hun trage en onwillige"
collega's worden toegepast.
De dikwijls en met ongeduld herhaalde vraag,
waarom er geen betere films worden gemaakt,
kan, naar mijn meening afdoende worden beant
woord met de eenvoudige verklaring, dat er betere
films gemaakt worden jaar voor jaar en decen
nium voor decennium sedert het ontstaan van de
filmindustrie beter naar inhoud, keuze en be
handeling, beter naar spel en regie en beter in al
die technische aspecten, die in zoo belangrijke
mate bijdragen tot de schoonheid van de film.
Ja, er worden betere films gemaakt en alles
wijst erop, dat men betere films zal blijven maken,
omdat het filmbedrijf wat men er ook van moge
zeggen niet vegeteert in zelfgenoegzaamheid;
het is een van de hardst werkende bedrijven van
de geheele wereld.
De strijd om betere en nóg betere films is vin
nig en eischt een onafgebroken inspanning van
alle krachten.
o
Een professor in Ohio verklaarde onlangs: ,,Het
doel van de school is op te voeden; dat van den
filmproducent, geld te verdienen".
Het zij gaarne toegegeven, dat het het doel van
de school is op te voeden, zelfs al kan een toeval
lig contact met het eindproduct eenigen twijfel
doen opwellen aangaande de nauwkeurigheid van
dit oogmerk.
Wat betreft de bewering, dat het het doel van den
filmproducent is, geld te verdienen, zij opgemerkt,
dat, hoewel dit gezegde klaarblijkelijk niet als een
gemeenplaats was bedoeld, het er zeer zeker een
is. Natuurlijk is het het doel van den producent,
geld te verdienen. De producent is óf een persoon,
die zoekt naar een goed betaalden werkkring, of
een vennootschap, onderworpen aan de bepalin
gen der wet,* met het uitdrukkelijke doel winst te
maken. Maar omdat dit zoo is, ligt daarin nog niet
de onvermijdelijke gevolgtrekking opgesloten, dat
het middel, waarvan gebruik wordt gemaakt om
geld te verdienen, hier iets anders zou zijn dan een
consciëntieuze poging om een zoo goed mogelijke
film te vervaardigen en het publiek een zoo goed
mogelijken dienst te verleenen.
Het is een in het oog springende ongerijmdheid
aan te nemen, dat, aangezien het doel van de Ge
neral Motors Maatschappij is winst te maken, het
hun onverschillig laat van welke kwaliteit haar
producten zijn. Het zijn juist de goede auto's en
niet de slechte, die den verkoop stimuleeren, en
evenzoo zijn het de goede films en niet de slechte,
die de meeste bioscoopbezoekers trekken.