H een uiterst nauwkeurig werkende automatische regeling moet zijn voorzien. Regel 1. Het moet uitgesloten worden geacht hoog- intensiteits koolspitsen in een met de hand ge regelde booglamp te gebruiken. Doet men dit toch, dan zal de kleur van het licht op het doek steeds wisselen. Men is om technische redenen verplicht bij bij voorbeeld een positieve hoog-intensiteits koolspits met een diameter van 7 mm, een negatieve van 6 mm diameter te gebruiken. Wij hebben boven gezien, dat de positieve kool- spits ongeveer tweemaal zo snel afbrandt als de negatieve. Bij laag-intensiteit kunnen wij bij de betreffende positieve steeds de negatieve zo kiezen, dat een afbrandregeling van 1 op 1 kan worden gevonden. Zo is het echter niet bij de hoog-inten siteits kolen. De afbrandverhouding tussen postief en negatief, al naar gelang de toegepaste hoog spanning en boogstroom, is 1 1.5, ja zelfs 1 2,5. Dit betekent, dat of de negatieve en positieve kool- spitsen onafhankelijk van elkaar moeten worden geregeld, óf de booglamp is van een dusdanige constructie, dat slechts één bepaalde maat kolen en zomede één bepaalde hoogspanning en boogstroom kan worden gebezigd. Het is slechts in bepaalde spiegelbooglampen mogelijk zowel 7 mm als 8 mm. pos. te branden, dat betekent, dat de lamp belast kan worden met 45 en 65 Amp. Men heeft de afbrandverhouding tussen positief en negatief in beide gevallen van circa 1 op 2,5 gebracht. De regeling werkt met bijv. een ,,shunt"-motor op de hoogspanning. De hoogspanningen van beide trims zijn hetzelfde. Heeft men echter een booglamp, waarin een trim 7 mm positief en 6 mm negatief met 29 Volt hoog spanning en 41 Amp. boogstroom en een vlamboog- lengte van 4 mm goed werkt, dan kan men het Amperage niet tot 35 Amp. opvoeren, want dan wordt de afbrandverhouding anders en zou de lamp niet goed meer regelen. Overigens wordt dit type lamp niet op de hoogspanning maar op de boogstroom met een speciale motor geregeld. Wil men toch met deze lamp met 45 Amp. gaan werken, dan moet de aandrijf schroef of de aandrijftand- wielen aan deze bijzondere omstandigheden wor den aangepast. Een tweede, zeer belangrijk punt bij de con structie van een booglamp is de gebruikte spiegel. Bij laag-intensiteits spiegelbooglampen is dit wel van belang, echter niet zo critisch als bij hoog- intensiteit, waar men er op uit is, omdat men met een precisie-apparaat te doen heeft, het hoogste lichtrendement te bereiken. Een spiegelreflector is een gedeelte van een ellips. Een ellips heeft twee brandpunten. In één der brandpunten plaatsen wij de gasbol van de negatieve kool, in het andere brandpunt plaatsen wij het filmvenster. Het verschil in afstand tussen spiegel en gasbol en spiegelfilmvenster geeft de vergroting aan van de door de spiegel op het filmvenster geworpen afbeelding van de gasbol. Hebben wij dus een spiegel, waarvan het eerste brandpunt (afstand gasbolspiegel) op 10 cm ligt en het tweede brandpunt op 75 cm (afstand spiegel filmvenster) dan verkrijgen wij een vergroting van 75 10 7J/£ X de gasboldiameter. Bij een 7 mm positieve kool heeft de effectieve gasbol bij 42 Amp. een diameter van ca. 4 mm. Wij kriigen dus op het filmvenster een lichtvlek van 4 X 7,5 30 mm diameter, ruim voldoende om het filmbeeldje te belichten. Zouden wij nu in plaats van de 7 mm koolspits een 6 mm gaan toepassen, dan wordt de gasbol verhoudingsgewijze te klein. Wij lichten het beeld niet meer uit en wij proberen door naar voren of achteruit brengen van de lamp toch het gewenste resultaat te bereiken. De lichtbron (gasbol) komt uit het brandpunt van de soiegel te lianen en zomede ook het film venster. De zaak staat verkeerd met als gevolg een fractie van de bij juiste kooldiameter en goede afstand te bereiken lichthoeveelheid bij dezelfde kosten. Het gebruik van dikkere kolen in booglampen dan waarvoor deze zijn geconstrueerd is eveneens uit den boze, aangezien men dan ook bii iuiste af standen een veel te grote afbeelding van de aasbol op het filmvenster verkrijgt en de daarmede ge paard gaande verliezen niemand ten goede komen. Regel 2. Gebruik steeds de door de fabrikant opgegeven stroomsterkte en kooldiameters in Uw boog lampen. Regel X Plaats steeds de booglampen zó, dat de opge geven afstand spiegel krater en spiegel filmvenster de juiste is. Op spiegels van gerenommeerd merk staat altijd aan de achterzijde opgegeven: afstand spiegel- krater en afstand spiegel-filmvenster. Bij Ameri kaanse spiegels gebeurt dit in inch-maten en soms in code. Uw leverancier moet U in ieder geval kunnen inlichten. Regel 4. Bij bestelling van spiegels steeds opgeven at- stand spiegel krater en afstand spiegel filmvenster. Men moet U dan de juiste spiegel kunnen leveren.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 16