VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND REDACTEUR: J. G. J. BOSMAN, AMSTERDAM Het Brusselse Filmfestival is gesecondeerd door een aantal congressen op filmwetenschappelijk en filmorganisatorisch gebied. Wat het laatste be treft, had uiteraard het Internationaal Congres van Bioscoopexploitanten, waar delegaties van ver enigingen van exploitanten uit België, Luxemburg, Zwitserland, Franrijk, Engeland en Nederland tezamen rond 12.000 bioscopen vertegenwoor digende bijeen kwamen, onze bijzondere be langstelling. Deelneming aan dergelijke congressen was voor de Nederlandsche Bioscoop-Bond in het verleden, en is ook nu nog een probleem, omdat al de buitenlandse organisaties op andere leest zijn ge schoeid. Allen zijn zij typische verenigingen van bioscoopondernemers, terwijl de Bond zowel de bioscoopondernemers, als de verhuurders, fabri kanten en producenten in zich verenigt. Hoewel het onze overtuiging is, dat men in het algemeen aan dergelijke congressen geen al te grote waarde moet toekennen, hebben wij niet temin gemeend tot deelneming te moeten beslui ten. Dit besluit was enerzijds gegrond op de over weging, dat de tijd inderdaad rijp mocht worden geacht voor een internationale bespreking van de grote moeilijkheden, welke het bioscoopbedrijf in deze na-oorlogse periode ondervindt, anderzijds op het feit, dat hier als gastvrouwe optrad de Ver eniging der Kinemabestuurders van België, waar mede wij de beste relaties onderhouden en wier vriendelijke uitnodiging wij gaarne accepteerden. Het volledige Dagelijks Bestuur heeft daarom gedurende een aantal dagen acte de présence ge geven op het Congres als gast van de Belgische collega's. Opmerkelijk voor de positie, welke de Nederlandsche Bioscoop-Bond inneemt, is wel het feit, dat de Voorzitter der Bedrijfsafdeling Film verhuurders, die Vice-Voorzitter is van het Hoofdbestuur, mede aan het Congres heeft deel genomen. Tijdens ons verblijf in Brussel hebben onze Bel gische collega's ons een inzicht gegeven in hun wijze van werken in hun organisatorisch apparaat en ons met trots een aantal zaken laten zien van leden hunner organisatie. Met grote liefde hebben zij ons tevens herhaaldelijk in de gelegenheid ge steld kennis te nemen van de schoonheid van hun cultureel patrimonium. Zij hebben ons in contact gebracht met hun autoriteiten, met ministers, gouverneurs, burgemeesters, wet houders van onderwijs en departementale ambte naren. Zij hebben ons door hun initiatief tot dit congres in contact gebracht met vertegenwoordi gers van het bedrijf uit tal van landen. Dit alles heeft onze blik verruimd en heeft, zoals onze Bondsvoorzitter het bij het afscheid uitdrukte, „ons rijker naar huis doen gaan, dan wij gekomen waren". Tot definitieve besluiten is men niet geraakt, zij het, dat men algemeen van mening was, dat er een internationaal centrum moest blijven en dit zal, op voorstel van de Nederlandse delegatie, te Brus- 1 OFFICIEEL ORGAAN INTERNATIONAAL CONGRES van BIOSCOOPONDERNEMINGEN

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 3