De film heeft zich eveneens in dienst gesteld van de schone kunsten en zij stelt duizenden in staat kennis te nemen van de beste voortbrengselen op het gebied van de schilderkunst, beeldhouwkunst en bouwkunst. Vooral de muziek heeft, sinds de klankfilm, een ruime plaats in de film ingenomen; alle grote com ponisten, alle meesterwerken, aile grote wereld orkesten komen aan de beurt en worden aan het grote publiek voorgesteld, teneinde ze te leren kennen, waarderen en genieten. In talrijke docu mentaire films worden de ontdekkingen op tech nisch en wetenschappelijk gebied op de voet ge volgd, en verstaanbaar en duidelijk aanschouwe lijk voorgesteld. De macht van de film reikt echter nog veel verder. Op het ogenblik dat onze gehele bescha ving in elkaar dreigde te storten, hebben de Ver enigde Naties het witte doek gemobiliseerd in de strijd voor vrijheid en democratie, en de film werd het geweldigste propagandamiddel ooit gekend. Eerst na de bevrijding hebben wij er ons reken schap van kunnen geven, hoe geweldig deze krachtsinspanning geweest is en wel. toen in onze bioscopen de documentaire en oorlogsfilms werden vertoond, die in Engeland en Amerika waren ver vaardigd. Uit dien hoofde heeft de film, en meer in het bijzonder het filmbedrijf, recht op de hulde en de erkentelijkheid der bevrijde volkeren. De bioscoopexploitatie heeft gedurende de laatste tien jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt. Zowel voor wat technische verbeteringen aan ap paraten voor klank- en beeldweergave betreft, als op het gebied van bouwwijze, meubilering en ver betering der zalen. In alle landen hebben wetten of eigen regle menten de exploitatie van bioscopen geregeld, niet alleen met hec oog op de veiligheid van het pu bliek, maar eveneens op het gebied van belastingen, autersrechten, voorwaarden van verhuur en huur van films enz. Het is het doel van dit Congres, gedachtenwis- seling mogelijk te maken over deze onderscheiden punten. Zij maken de voornaamste internationale vraagstukken uit, die ons bedrijf betreffen. Ik ben er van overtuigd, dat wij allen uit deze vruchtbare gedachtenwisseling de elementen zullen kunnen putten, welke ons dienstig zullen zijn om de meest gewenste verbeteringen en wijzigingen aan te brengen ten gunste van de bioscoopexploi tatie. Spreker eindigde met de wens uit te spreken, dat de buitenlandse en Belgische afgevaardigden! die aan de werkzaamheden van de sub-commissies deelnamen, de eerste verwezenlij kers- zouden zijn van de gedachte, die hij reeds op het Congres te Straatsburg had geuit, namelijk, de oprichting van een toekomstig Internationaal Verbond van Bio scoopexploitanten. Hierna namen verschillende afgevaardigden uit het buitenland het woord om te danken voor de uitnodiging, welke de Belgische organisatie, in de persoon van de heer Dutillieu had gezonden, waar bij onder meer het woord werd gevoerd door de heer Walls namens de delegatie uit Groot-Brit- tannië, de heer Trichet namens Frankrijk, de heer Kern namens Zwitserland, de heer Thül namens het Groot-Hertogdom Luxemburg, alsmede de heer Vermin namens de Nederlandse delegatie. Een receptie besloot de eerste dag van het Con gres. Dinsdag 17 Juni en de daarop volgende dagen van het Congres werden in hoofdzaak in beslag genomen door zittingen der werkcommissies, die daags te voren tijdens de openingszitting, waren samengesteld. Op Dinsdag 24 Juni werd 's morgens een vol tallige vergadering van alle congressisten gehou den, waarop de volgende besluiten en wensen der commissies bekend gemaakt werden: h COMMISSIE VOOR DE BELASTINGEN: Het Internationaal Congres van Bioscoopexploi tanten te Brussel van 16 tot 25 Juni 1947 bijeen gekomen, met de daadwerkelijke deelneming van de gemandateerde vertegenwoordigers van Groot- Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Zwit serland en het Groot-Hertogdom Luxemburg doet een dringend beroep op de regeringen ten gunste van het filmbedrijf in-ai zijn werkzaamheden en in het bijzonder van de bioscoopexploitatie. Overwegende: dat het filmbedrijf, hetwelk betrekkelijk korte tijd geleden ontstond, stormenderhand een zeer gewichtige plaats in de economische, artistieke en culturele structuur der volkeren heeft veroverd, niettegenstaande de steeds stijgende iaaten, waar aan het dagelijks het hoofd moet bieden; dat tegenwoordig de film de meest expressieve vorm der gedachte en het meest doeltreffende ver breidingsmiddel is, en dat haar opvoedkundige rol niet kan worden genegeerd; dat de millioenen toeschouwers die de bioscopen bezoeken, zonder onderscheid van oorsprong of van klasse, ons door hun tegenwoordigheid het beste bewijs leveren van de levenskracht van en van een steeds groeiende voorkeur voor de film; dat de film in haar verschillende aspecten niet meer als een weeldeproduct mag worden gezien en dus van alle z.g. „weelde-" en uitzonderings heffingen en belastingen dient te worden ontheven;

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 5