gen voor kinderen zouden worden georganiseerd, waaraan door de verhuurders zou moeten worden medegewerkt. Zij is van oordeel dat dit een terrein is, dat in particuliere handen moet blijven en niet in die van de Overheid. 6* Paedagogische films: Onder paedagogische films verstaat dé Commis sie de films, wier doel uitsluitend opvoedend en onderrichtend is en welke als zodanig niet tot de commercieel geëxploiteerde films behoren. Zij geeft toe, dat de school een gedeelte toe komt onderwijsfilms), maar zij behoudt zich het recht voor om naast de commerciële exploitatie voorstellingen met films van paedagogische strek king te geven, indien voorstellingen met bovenge noemde films, op een bijzondere wijze georgani seerd, het karakter zouden aannemen ener oneer lijke concurrentie. Tot besluit geeft de Commissie de wens te kennen de hierboven gestipuleerde programma punten voor een Internationaal Verbond van Bio scoopexploitanten te brengen, opdat in de ver schillende landen een met de gewoonten van ieder land overeenstemmende toepassing dezer verlan gens mogelijk worde. IV. COMMISSIE TOT REGELING VAN DE VERHUURPERCENTAGES DER FILMS: De Commissie tot Regeling van- de Verhuur- percentages der films van het Internationaal Con gres van Bioscoopexploitanten, vergaderd te Brus sel op 20 Juni 1947, is van mening dat: 1. Wanneer de films op percentage-basis ver huurd worden, er geen gewaarborgd minimum meer moet bestaan. In dit geval moet het maxi- - mum percentage door elk land bepaald worden. 2. Voor de kleinere zalen het percentage vervan gen mag worden door een vastgesteld bedrag, volgens accoord in elk land. Tot besluit geeft de Commissie de wens te ken nen, dat in het kader van een Internationaal Ver bond van Bioscoopexploitanten een internationaal inlichtingsbureau zal worden opgericht, dat de verschillende naties op de hoogte zal houden van wat er in elk land gebeurt. V" CDMMÏSSIE VOOR DE EXPLOITATIE: Het Internationaal Congres van Bioscoopex ploitanten, Commissie voor de Exploitatie, verga derd te Brussel van 16 t.m. 25 Juni 1947, brengt het volgende onder de aandacht: Beperking van het aantal bioscopen: De Commissie overwegende: dat de groei van de bioscoopexploitatie door de grote voorkeur, welke het publiek aan de dag leg de, aanleiding gaf tot het vestigen van talrijke bioscopen; dat deze vestigingen vaak zonder methode ge beurden en dat de nieuwe bioscopen, geen reke ning houdende met de commerciële voorschriften, zeer dikwijls niet voldoende rendabel waren en de rentabiliteit der reeds bestaande bioscopen ver minderden; dat dit gebrek aan rentabiliteit niet alleen een onzekere toestand der bioscoopexploitatie tot ge volg heeft, maar tevens een ernstige terugslag op de amortisatie van de films; is derhalve van mening, dat het nodig is het vestigen van nieuwe bioscopen te beperken, reke ning houdend met alle factoren die het gehele filmbedrijf betreffen, en DRUKT DE WENS UIT: dat de opening van nieuwe bioscopen, wat ook het gebruikte filmformaat moge zijn, slechts toege staan zal worden na een gemotiveerd advies, uit gaande van de bedrijfsverenigingen van exploitanten en eventueel met de medewerking van de bedrijfs verenigingen van verhuurders: dat de respectieve regeringen de rechtvaardige eisen der bedrijfsorganisaties in aanmerking zullen nemen, teneinde de levensvatbaarheid van hei- filmbedrijf te bewaren en bijgevolg ook de ren tabiliteit die nodig is voor zijn ontwikkeling. De beperking der bioscopen zal dus door ieder land op een nationaal plan onderzocht worden. De bedrijfsorganisaties zullen belast worden met het on derzoeken van de middelen en het bepalen van de criteria, waarna de beperking van bioscopen moet worden geregeld, in het kader van hun respectieve organisaties en van de wetten die in hun land van kracht zijn. Reglementering betreffende de bioscopen: Rekening houdend met de reglementen die in sommige landen sedert lange jaren bestaan; wenst de Commissie de wettelijke voorschriften te zien aangepast ten aanzien van de technische vor deringen, die in het filmbedrijf werden gemaakt; vorderingen, waarvan de gevolgen de strengheid van de van kracht zijnde onderwerpelijke reglemen ten niet meer rechtvaardigen; besluit aan de verschillende nationale beroeps organisaties de zorg over te laten de elementen te onderzoeken en bij hun respectieve regeringen tot gelding te brengen die een verbetering der voorschriften inzake bioscopen zouden kunnen doen ontstaan. Bestuur en beheer van bioscopen: De Commissie overwegende: dat de bioscoopexploitatie, na een eenvoudig be gin, zich thans in een stadium bevindt, waarin de leiding op de voorgrond treedt;

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 7