b. een reisbioscoop, die smalfilms of normaalfilms
exploiteert, slechts toe te laten in een omtrek
van meer dan 5 KM van de plaats waar een
normaal- of een vaste smalfilmexploitatie ge
vestigd is;
c. een voorrang van één jaar te eisen op het ver
tonen van het 16 mm formaat van een zelfde
film, ten voordele van een normaalfilmexploi
tatie, die zich op minder dan 5 KM bevindt
van een plaats, waar een vaste smalfilmexp'oi-
tatie gevestigd is;
d. een voorrang van één jaar te eisen op het ver
tonen van het 16 mm formaat van een zelfde
film ten voordele van een normaalfilmexploita
tie, gevestigd in een kring van 5 a 10 KM van
de plaats, welke door een smalfilmexpïoiterende
reisbioscoop wordt aangedaan.
Commercieel eigendomsrecht:
De Commissie overwegende:
dat de bloei van een bioscoop vóór alles afhan
kelijk is van de hoedanigheden van haar directie
en van haar technische structuur;
dat het bijzondere karakter van 'de onderneming
het veranderen van een bioscoopexploitatie in een
andere tak van handel of bedrijf practisch onmoge
lijk maakt en dat bijgevolg het principe van het
eigendomsrecht zich bij een bioscoop met nog meer
scherpte naar voren dringt;
dat een verkeerd begrip hiervan gelijk zou staan
met de exploitant te beroven van een bestaans
recht, verworven door zijn arbeid en het investeren
van zeer grote kapitalen;
GEEFT DE WENS TE KENNEN:
dat sommige landen zich zullen laten inspireren
door de wetgeving inzake eigendomsrecht in hel
buitenland en een reglementering aanvaarden diz
ten gevolge zal hebben, dat de exploitanten de voor
delen zullen kunnen behouden, die zij verworven
hebben door een gezond beheer en de technische
en andere verbeteringen, die aan hun initiatief te
danken zijn;
dat in afwachting van de verwezenlijking van
dergelijke reqlementen of wetten de bedrijfsorgani
saties op filmgebied gepaste maatregelen onder
het oog zullen zien, om de hierboven vermelde re
sultaten te bereiken met het doel de belangen der
bioscoopexploitatie te vrijwaren.
VI. TECHNISCHE COMMISSIE:
De Technische Commissie, in vergadering bijeen
gekomen op 20 en 22 Juni 1947 na kennis genomen
te hebben van de verschillende zienswijzen der af
gevaardigden der vertegenwoordigde naties wenst:
a. het eenvormig maken van alle stukken van da
gelijks gebruik, bijv. Malthezerkruismechauis-
me, aankoppelingsorganen enz.
b. dat de verhuurders hun films zullen verhuren
op spoelen van 600 meter.
INTERNATIONAAL VERBOND VAN BIO
SCOOPEXPLOITANTEN:
Het Internationaal Congres van Bioscoopexploi
tanten heeft besloten het Internationaal Verbond
van Bioscoopexploitanten, dat in 1912 gesticht
werd, wederom op te richten.
Een Commissie wordt belast met het verzamelen
van de noodzakelijke gegevens, teneinde een we
deraanpassing van de statuten te bereiken, die,
naar men hoopt, definitief goedgekeurd zullen wor
den op het Congres, dat in September a.s. te Can-
nes zal worden gehouden.
Aan België valt de eer te beurt, het Secretariaat
dezer Commissie waar te nemen.
Nadat deze besluiten en wensen door de heer
J. Toussaint waren voorgelezen richtte de heer
Dutillieu de volgende woorden tot de aanwezigen:
,,De mededeling van de besluiten van het eindver
slag legt aan al de grote verenigingen van bio
scoopexploitanten, hier aanwezig, de plicht op, een
onderling bestendig contact te onderhouden.
Deze contacten zijn slechts mogelijk, indien het
"Internationaal Verbond van Bioscoopexploitanten
wederom in werking wordt gesteld. Zelf voorstan
der van deze wederoprichting, heb ik met een waar
genoegen vastgesteld, dat de Belgische en buiten
landse afgevaardigden in de loop van de werk-
zittingen het principe ervan aanvaard hebben.
Ik dank de afgevaardigden uit 't buitenland voor
het blijk van vertrouwen, dat zij zojuist aan België
en aan mij zelf betuigd hebben, door ons het voor
lopig secretariaat van dit Internationaal Verbond
toe te vertrouwen.
In naam van de Vereniging der Kinemabestuur-
ders van België, waarvan ik voorzitter ben, ga ik
de plechtige verbintenis aan, de taak, die mij opge
legd werd, tot een goed einde te brengen."
Hierna namen de leiders der vertegenwoordigen
de delegaties elk op hun beurt het woord, om hun
erkentelijkheid aan België en in het bijzonder aan
de heer Dutillieu te betuigen. Zij drukten hun be
wondering uit over de voortreffelijke organisatie
van het Congres en besloten elk hun toespraak
met de woorden uitriep: ,,Leve België!"
Dankend voor deze sympathiebetuigingen sloot de
heer Dutillieu het Congres met de volgende woor
den:
,,Ik dank alle vertegenwoordigers die de uitnodi
ging van het Comité van Voorbereiding van dit
Congres hebben aanvaard.
Ik dank de afgevaardigden van de bedrijfsorga-