BESLISSING LEDENRAAD
15
ARBITRALE VONNISSEN IN HOGER BEROEP
De Ledenraad heeft in zijn vergadering van 25
Augustus j.1. een hoger beroep behandeld, inge
steld ex artikel 13 van het Algemeen Bedrij f sregle-
ment, door:
de heer C. M. van der Linden te Hoensbroek van
de beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan
Mevrouw de Wed. M. Dirix-Op den Camp te
Beek (L.toestemming, als bedoeld in artikel 8
van het Algemeen Bedrijfsreglement, is verleend
tot het gaan exploiteren van een nieuwe permanente
bioscoop in het Jeugdhuis der gemeente Stein.
Beschikkende op dit hoger beroep heeft de
Ledenraad besloten dit te verwerpen en de beslis
sing van het Hoofdbestuur te bevestigen.
TOELATING LIDMAATSCHAP
Tot het lidmaatschap van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond zijn toegelaten:
De Comm. Venn. Harmonie Bioscoop, Kerk
straat B. 298 f te Rijen, exploiterende de Harmonie
Bioscoop aldaar;
de firma Algemene Bioscooponderneming ,,A1-
bion", Breestraat 3 te Beverwijk, (firmanten: mevr.
A. E. Mello, I, en K. van Frank), exploiterende het
Luxor Theater aldaar, zulks onder de conditie, dat
van de firmanten alleen de heer I. van Frank be
voegd is filmhuurcontracten te sluiten namens de
vennootschap.
BEËINDIGING LIDMAATSCHAP EN LIQUI
DATIE WAARBORGSOM
Wegens verlies der vereisten zijn van het lid
maatschap van de Bond vervallen verklaard:
de firma A, A. P. M. Aarts en A. Aarts-
Brouwers, voorheen exploitante van de Harmonie
Bioscoop te Rijen;
de heer I. van Frank, voorheen exploitant van
het Luxor Theater te Beverwijk.
In verband met de liquidatie van de door de
heer I. van Frank gedeponeerde waarborgsom wor
den de leden uitgenodigd, eventuele vorderingen op
genoemde heer binnen acht dagen na de verschij
ning dezer publicatie schriftelijk bij het Bonds
bureau in te dienen.
De Raad van Beroep (Eerste Kamer) van de Nederland
sche Bioscoop-Bond heeft de volgende arbitrale vonnissen
in hoger beroep gewezen in zake:
N.V. Filmfabriek Profilti, gevestigd te 's-Gravenhage en
kantoorhoudende aan de Boslaan 3, aldaar, appellante, oor
spronkelijk eiseres, verder te noemen partij-Profilti, en
Motion Picture Export Association, gevestigd te New-York
(Verenigde Staten van Noord-Amerika), en kantoorhouden
de te Amsterdam, Keizersgracht 698, geïntimeerde, oorspron
kelijk gedaagde, verder te noemen partij-M.P.E.A.
De Raad van Beroep (Eerste Kamer) van de Nederland
sche Bioscoop-Bond, ingevolge de Statuten en het Arbitrage
Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbi
trage-college voor de beslechting van geschillen in tweede en
hoocste instantie tussen leden van de Nederlandsche Bio
scoop-Bond,
In aanmerking nemende,
het vonnis in eerste aanleg van de Commissie van Ge
schillen (Derde Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, gewezen op 12 Maart 1947, waarin tevens uitspraak
werd gedaan in een door de N.V. Filmfabriek Polygoon te
Haarlem, aanhangig gemaakt geschil met betrekking tot het
zelfde onderwerp, welk geschil gelijktijdig met dat van partij
Profilti er. vervat in een gezamenlijk request werd aanhangig
gemaakt en eveneens gelijktijdig werd behandeld, van welk
vonnis de beslissing luidt:
„Ontzegt aan eisers (N.V. Profilti en N.V. Polygoon)
hun vorderingen tot betaling van een dwangsom van
1000.per dag en tot betaling van een schadevergoe
ding van 50.000.of zoveel minder als de Commissie
van oordeel is;
Veroordeelt eisers (N.V. Profilti en N.V. Polygoon)
in de kosten van het geschil, bedragende 25.
In aanmerking nemende voorts:
dat partij-Profilti bij request dd. 4 April 1947 tezamen
met de N.V. Polygoon te 's-Gravenhage, beroep heeft aan
getekend tegen de uitspraak van de Commissie van Geschil
len (Derde Kamer) dd. 12 Maart 1947, van welk request een
atschrift aan dit vonnis is gehecht, en dat hier wordt be
schouwd als te zijn ingelast;
dat de Raad partijen heeft opgeroepen tot zijn zitting op
Woensdag 6 Augustus 1947 op het Bondsbureau, Jan Luyken-
straat 2 te Amsterdam, ten einde haar in de gelegenheid te
stellen haar wederzijdse standpunten nader mondeling toe te
lichten;
dat op gemelde tijd en plaats zijn verschenen: de heer
C. S. Roem, directeur van partij-Profilti, zomede de heer
L. Groen, gemachtigde van partij-M.P.E.A.
dat de Raad nota heeft genomen van de bevestiging van
partij-Profilti, dat het beroep moet worden geacht te zijn
ingesteld door haar afzonderlijk, als lid van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond, om dat wat de vordering aangaat, deze kan
worden teruggebracht tot een principiële schadevergoeding
van 1.uit te betalen aan N.V. Polygoon te Haarlem;
dat tevens de uitspraak van de Commissie van Geschillen
meet worden geacht te zijn gedaan in een door partij-Profilti
afzonderlijk aanhangig gemaakt geschil, welke gemakshalve
tezamen met een uitspraak in een door de N.V. Polygoon
aanhangig gemaa'kt geschil over hetzelfde onderwerp, in één
vonnis is neergelegd;
dat de heer C. S. Roem namens partij-Profilti in hoofd
zaak heeft verklaard, dat het onderwerpelijke geschil als een
principiële kwestie dient te worden gezien en wel omtrent de
vraag, wat onder een internationale actualiteit moet worden
verstaan; dat het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bio
scoop-Bond hiervoor destijds een zeer goede interpretatie
heeft gegeven, nl. dat een Nederlandse actualiteit alleen dan
als zijnde van internationale betekenis kan worden be
schouwd, wanneer deze in het buitenlandse journaal, waarin
zij is opgenomen, overal ter wereld wordt vertoond, waar
dit journaal ter vertoning wordt gebracht; dat ook de geëiste
schadevergoeding als een principiële schade moet worden