19
INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
zou moeten worden gedragen, omdat filmverzendingen Leer
dam/Maastricht destijds niet verantwoord waren; dat indien
hij door de exploitant van het Kunstmin Theater te Leerdam
tijdig in kennis zou zijn gesteld van het niet arriveren van
de doorzendbrief, de nodige maatregelen hadden kunnen
worden genomen om het gebeurde te voorkomen; dat op het
laatste moment, n.1. des Vrijdagsmorgens en -middags alsnog
pogingen zijn aangewend om dit te bereiken, welke echter
zijn mislukt;
Overwegende;
dat beide partijen lid zijn van de Nederlandse Bioscoop-
Bond en dat ingevolge art. 32 der Statuten en art. 1 van het
Arbitrage Bondsreglement alle geschillen tussen leden onder
ling, met uitsluiting van de burgerlijke rechter, zijn onder
worpen aan arbitrage, zoals die is geregeld in genoemd Arbi
trage Reglement;
dat de Raad dus bevoegd is van dit beroep kennis te
nemen en daarin in hoger beroep uitspraak te doen;
dat appellante volgens de reglementaire bepalingen tijdig
in beroep is gekomen;
dat in artikel 19 van de Algemene Voorwaarden van Ver
huur en Huur van Films het volgende is bepaald:
„Wanneer niet anders is overeengekomen, is de huurder
verplicht de filmrollen, gramofoonplaten, reclame-materiaal,
e.d. per eerste gelegenheid na de laatste, voorstelling, waar
voor zij bestemd waren, door te zenden aan het adres of de
adressen, welke hem door de verhuurder zijn opgegeven en,
wanneer de huurder deze opgave niet tijdig heeft ontvangen,
de verhuurder daarvan voor diens rekening tijdig telegrafisch
kennis te geven";
dat uit het onderzoek van de Raad is gebleken, dat in het
onderwerpelijke geval de huurder, namelijk de heer J. de
Reuver, exploitant van de Bioscoop Kunstmin te Leerdam
niet tijdig opgave heeft ontvangen van doorzending en zij
nerzijds niet, zoals hij overeenkomstig artikel 19 voornoemd
had behoren te doen, uiterlijk na afloop van de laatste
voorstelling, welke heeft plaats gevonden op Woensdag 26
December 1945, hiervan telegrafisch kennis is gegeven aan
de verhuurder;
dat nog afgezien van de vraag, of het juist was, dat de
verhuurder in verband met de moeilijke verkeersomstandig
heden van die tijd het risico van een doorzending Leerdam-
Maastricht op zich heeft genomen en mede afgezien van de
vraag, of het op 2de Kerstdag, Woensdag 26 December
1945, mogelijk was voor onmiddellijke doorzending zorg te
dragen, in ieder geval op de daarop volgende Donderdag de
betrokken exploitant volledig in de gelegenheid is geweest,
zijn uit artikel 19 der Algemene Voorwaarden van Huur en
Verhuur van Films voortvloeiende verplichtingen na te
komen;
dat hier niet ter zake doet hetgeen Vrijdag daaraan volgend
27 December, is gepasseerd, aangezien bovengenoemde ex
ploitant toen reeds in gebreke was, ongeacht dat de Raad
niet is gebleken, dat de bedrijfsleider van appellante, de heer
J. Putzeys, onvoldoende pogingen heeft gedaan om de schade
tot een minimum te beperken;
dat de exploitant in kwestie, de heer J. de Reuver, wel
iswaar op Vrijdag nog alles in het werk heeft gesteld om
de schade zoveel mogelijk te beperken, doch dat zulks hem
niet ontlast van de voorafgaande overtreding, welke de aan
leiding tot het geschil is geweest;
dat de Commissie van Geschillen derhalve ten onrechte
appellante heeft veroordeeld tot betaling van een bedrag van
aan geïntimeerde;
dat dan ook onder vernietiging van het vonnis van de
Commissie van Geschillen aan geïntimeerde haar eis moet
worden ontzegd.
Rechtdoende in hoger beroep als goede mannen naar
billijkheid,
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en opnieuw recht
doende
Ontzegt geïntimeerde haar schadevordering;
Veroordeeld geïntimeerde in de kosten van deze arbitrage
in hoger beroep, door de Raad bepaald op ƒ50.(vijftig
gulden).
Aldus gewezen te Amsterdam op 2 September 1947.
Ingevolge artikel 4 van het Reglement op het Naamregister
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, hetgeen binnen acht dagen
na deze publicatie schriftelijk bij het Hoofdbestuur moet ge
schieden, raadplege men artikel 6 van het desbetreffend
Reglement.
Dafum
Titels waaronder de films
Naam van de
inschrij'
verzocl
op
in Nederland worden uit
houder der ex
/ing
ït is
gebracht
ploitatie-rechten
22 Aug.
1947
Sport in Rusland No. 4
Monopol e
22
Techniek en wetenschap
22
Lenteliedje
3 Sept.
Macadam
Melior
3
Donker Parijs
8
Zwarte ogen
Monopole
8
De bandiet
D.L.S. Film
9
Den vaderlandt getrouwhe
Polygoon
12
Fatale liefde
Melior
12
Circusschaduwen
12
Hoe is het mogelijk
17
De weldoener
Nederland
17
De noodlottige reis
17
Palooka, de kampioen
17
De zonen der Zuidzee
17
Bij de marine
M.P.E.A.
17
Ik houd van Susie
17
Op het scherp van de
snede
18
Catharina de fatsoenlijke
Victoria
18
Ik houd alleen van jou
Lumina
20
Vergelding
Eagle Lion
22
Bloedwraak
22
De vrouw, die de moed
^had1)
Filmtrust
23
Contra spionnage
Actueel
24
Pas op je zenuwen
Habé
25
Twee meisjes en een
matroos
M.P.E.A.
25
De klokken van St. Mary
25
Arsenicum en oude kant
25
Kitty
25
Dr. Jekyll en Mr. Hyde
25
De hemel kan wachten
25
Bascomb
1 Oct.
Als de weiden bloeien
Arfi
■A t t
Misdaad en straf
■A t f
N.V.V. magazine in klank
en beeld No. 3
■I 11
Panorama magazine No. 1
In volle vaart
Het Binnenhof in Den Haag
■I tt
Gentleman Jim
M.P.E.A.
1
De zeewolf
■I t1
Twee jaren voor de mast
t i
Missie naar China
■I t t
Waterloo Bridge
■I tt
Hangover Square
1) Hiermede vervalt de titel „Luitenant Fifi".
\X7£)£4 r
r\r\
WCtdl
Tt r\
tt
tt
tt
,t
tt
tt
tt
tt
f>
tt
tt
f t
tt
tt
tt
f
tt
11
tt
t r
t t
tt
tt
tt
11
t t
tt
t t
tt
t t
tt
tt
t
tt
t t
tt
t t
tt
tt
tt
-I H
t t
tt
-I t t
t t
tt
tt
ir
tt
11
11
tt
tt
tt
tt
»t
tt