DANKBETUIGING PRINS BERNHARD FONDS op neerkomen, dat de aanvrager voldoet aan de overeenkomstig het systeem der vestigingswetten te stellen eisen van credietwaardigheid, handels kennis en vakbekwaamheid resp. aan daaraan ge lijk te stellen eisen, en tevens een gunstige reputatie geniet. De nieuw te vestigen zaak zal in een behoefte moeten voorzien en de algemene belangen, de structuur en de specifiek Nederlandse belangen van het film- en bioscoopbedrijf hier te lande, zowel als het publiek belang, moeten dienen. Zij mag geen overproductie veroorzaken, noch excessen op con- currentiegebied, noch een monopolistische positie creëren, noch een speculatief element in zich dra gen. Een van de overwegingen om een toestemming te verlenen kan b.v. zijn, dat misbruik wordt tegen gegaan van monopolistische posities, ontstaan door prijsafspraken, onderling overleg, belangengemeen schap, het gezamenlijk aangaan van inkooptrans acties of dergelijke. Wanneer de nieuwe zaak een bioscoop betreft, kunnen haar nadere eisen worden gesteld op het gebied van ligging, outillage, in richting en veiligheid. Aan de functie van het Bedrij ïsregister, dat de Bioscoop-Bond heeft aangelegd voor alle bedrijven en bedrijfstakken, die door zijn leden worden geëx ploiteerd, is een veel ruimer en meer gepreciseerde plaats toegekend in het Reglement dan voorheen het geval was. Indien de aanvrage betreft de ex ploitatie van een eenmaal in dit Bedrijfsreglement ingeschreven bedrijf of bedrijfstak, dus de over neming van een zaak, blijft de beoordeling voor behouden aan het Hoofdbestuur. Van de inschrij vingen in het Bedrijfsregister en de beslissing daar op door het Hoofdbestuur staat evenals voorheen, beroep open bij de Ledenraad van de Bond, die zoals men weet, ter zake in de plaats treedt van de algemene vergadering. Tevens blijft ook de beoor deling over de toelating tot het lidmaatschap voor behouden aan het Hoofdbestuur, zij het met de restrictie dat zowel het Hoofdbestuur als de be roepsinstantie, de Ledenraad, de normen waar mede de Nieuwe Zaken-Commissie rekening heeft gehouden, nauwkeurig heeft toe te passen. Verder bevat het Reglement een omschrijving van wat in dit bedrijf onder bedrijven zoals film fabrieken, filmproductiezaken, filmimportzaken en filmverhuurkantoren, permanente- en reizende bio scopen wordt verstaan. Het legt een algemeen be ginsel vast alsmede de procedure, welke bij de behandeling der aanvragen zal worden gevolgd. Niet alleen is op deze wijze de behandeling van de aanvragen voor het vestigen van nieuwe zaken óók uiterlijk geobjectiveerd, doch is en dat was mede een der doeleinden het Hoofdbestuur ont last van een zeer zware taak, die de vervulling van de Hoofdbestuursfunctie niet alleen welhaast be zwaarlijk maakte, maar ook belette, dat men zich voldoende concentreerde op al datgene wat ligt op het terrein der hoogste leiding in de Organisatie, inzonderheid op de vraagstukken van algemene aard waarvoor het film- en bioscoopbedrijf zich bij voortduring geplaatst ziet, de behandeling van vraagstukken van interne organisatie, de belangen der leden, het toezicht op de naleving van de uit voerige en soms ingewikkelde reglementering van dit bedrijf en de voorbereiding van de verenigings wetgeving. Ten slotte heeft de Nederlandsche Bioscoop- Bond met het doen in werking treden van het be treffende Algemeen Bedrijfsreglement zijn woord gestand gedaan, dat gegeven is in het Accoord van 28 Augustus 1946 met de M.P.E.A., inzonderheid wat betreft artikel 4 van dit Accoord. Het Hoofdbestuur heeft een schrijven ontvangen van de directeur van het Prins Bernhard Fonds, de heer J. Henrick Mulder, waarin namens de Regent, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard, en het Bestuur der Stichting dank wordt betuigd voor de medewerking der Bondsleden ter gelegenheid van de Anjerdag 1947. Als resultaat van de op die dag gehouden col lecte, werd een bedrag van rond 165.000.ont vangen, welk bedrag naar alle waarschijnlijkheid nog wel enige verhoging zal ondergaan. Regent en Bestuur hebben het Hoofdbestuur verzocht de leden-exploitanten hun dank te willen overbrengen voor de zeer gewaardeerde medewer king, weke zij op zo spontane wijze hebben ver leend en waardoor zij blijk hebben gegeven een open oog te hebben voor de taak welke het Prins Bernhard Fonds zich heeft gesteld, n.1. het bevor deren en stimuleren van de culturele bloei van ons land.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 4