18 ninklijk Besluit van 28 Mei 1947 no. 7 (gepubli ceerd in de Nederlandse Staatscourant" van 10 Juni d.a.v.) de Voorlopige Raad voor de Kunst ingesteld, waarvan de benoeming der leden bin nen korte tijd kan worden verwacht. Deze Raad voor de Kunst bezit het praedicaat voorlopig", omdat het van belang is eerst gedurende zekere tijd ervaring op te doen alvorens over te gaan tot maatregelen voor het verlenen van het wettelijk karakter, dat voor een vaste commissie van advies vereist is. Hij zal tot taak krijgen de mogelijkheden te scheppen, die zullen leiden tot verbetering der omstandigheden, waaronder de kunstenaar zijn arbeid verricht en waardoor het opnemen" van wat door de kunstenaar wordt voortgebracht, ver gemakkelijkt zal worden. Waar het particulier initiatief een grote zelfwerkzaamheid blijft toebe dacht, is het noodzakelijk dit initiatief zo sterk mogelijk te doen spreken, opdat een duidelijke en vruchtbare samen- en wisselwerking wordt ver kregen tussen Staat, kunstenaar en de groepen, die op enigerlei wijze deel hebben aan het schep pen en verbreiden van kunstwerken. Deze groe pen zijn derhalve bijeengebracht, opdat door uit wisseling van gedachten, welke op het gebied der kunst leven, die initiatieven kunnen worden ge wekt dan wel gecoördineerd* welke voor het kunstleven van Nederland van belang kunnen zijn. •De Raad zal bestaan uit een algemene sectie en vier secties, gewijd aan architectuur, beeldende en toegepaste kunsten, muziek en dans, toneel en letteren en aan de film. De voorzitters van deze vier secties zijn qualitate qua tevens lid van de algemene sectie. De Raad dient de Minister desgevraagd of uit eigen beweging van advies. Deze adviezen zijn dus voor de Minister bestemd en niet voor ande ren; publicatie ervan zou dan ook niet juist zijn. De Raad zal worden bijgestaan door een secre taris en enige adjunct-secretarissen, die de dage lijkse werkzaamheden vervullen en de uitwerking verzorgen van de besluiten, genomen door in ver gadering bijeengekomen secties. Het bedrag van 35.000, dat onder artikel 306 in het ontwerp der begroting is opgenomen, zal moeten dienen om de personeels- en algemene uitgaven te bestrijden. Ten einde een nauwe samenwerking met de Af deling Kunsten te verkrijgen werd bij de verdeling in secties uitgegaan van de opbouw der gereor ganiseerde afdeling. Deze bestaat uit vier bureaux, die gelijke namen dragen als de vier onderscheiden secties van de Raad, Onder de chef der afdeling zijn als hoofden van twee der bureaux referendarissen en als wnd. hoofden van de twee andere bureaux hoofdcom miezen werkzaam. Daaronder zijn, verdeeld over de verschillende bureaux, nog vijftien ambtenaren in lagere rang, inclusief typisten, werkzaam. Bo vendien zijn twee ambtenaren gedetacheerd bij het bureau van de tentoonstellings-centrale te Amsterdam. UITREIKING WERKBOEKJE Wij vestigen er nogmaals de aandacht op, dat van veel operateurs de aanvraagformulieren ter verkrijging van een werkboekje tot dusverre niet zijn terugontvangen. Aangezien het in de bedoeling ligt in de loop van deze maand tot uitreiking der werkboekjes over te gaan en het per 1 Januari a.s. slechts aan operateurs, die in het bezit zijn van een werk boekje, zalzijn toegestaan zich in de cabine te bevinden, dringen wij er bij U op aan, de in Uw dienst staande operateurs op te dragen de door U aan hen ter hand gestelde formulieren alsnog zo spoedig mogelijk volledig ingevuld aan ons te doen toekomen. Om de desbetreffende opera teurs de werkboekjes voor 1 Januari a.s. te kunnen uitreiken, is het noodzakelijk, dat hun personalia uiterlijk op 15 December a.s. in ons bezit zijn. ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VERHUUR EN HUUR VAN FILMS Verplichtingen van de verhuurder Artikel 7 De verhuurder is verplicht tot levering van al het bij de betreffende film(s) behorende, in art. 1 dezer voorwaarden bedoelde, materiaal door tijdige verzen ding daarvan overeenkomstig het bepaalde in art. 23 dezer voorwaarden. Bij niet of niet-tijdige levering moet hij aan de huurder het gehele bedrag van de auteursprijs betalen, onverminderd het recht van de huurder tot het eisen van een schadevergoeding. De verhuurder is echter niet aansprakelijk voor niet prompte, te fate of verkeerde aflevering door de ver voerder. Tenzij anders is overeengekomen, is de verhuurder tegenover de huurder gehouden om geen van de films binnen 10 maanden na de dag, waarop de films in het theater van huurder vertoond zijn, ten verhuur (in de zin van art. 1 dezer voorwaarden), verkoop of gebruik ter plaatse van huurder af te staan aan school- bioscopen, verenigingen of particulieren, die geen lid van de Bond zijn, tenzij het betreft films, bedoeld in het 2e lid van art. 1, 2° der Bioscoopwet. Verplichtingen van de huurder Artikel 8 De huurder is verplicht tot betaling van de volle overeengekomen auteursprijs en de overeengekomen vergoeding voor het gebruik van het reclame-materiaal e.d., ook al wordt door hem minder afgenomen dan is overeengekomen of zelfs in het geheel niets afge nomen, onverminderd het bepaalde in art, 24 dezer voorwaarden. De huurder is gehouden om voor een door hem gehuurde film geen reclame te maken, zolang in de plaats(en), waar die film door hem zal worden ver toond, anderen als huurders gerechtigd zijn die film eerder te vertonen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1947 | | pagina 20