Artikel 5
noemde bedreigingen nu zonder meer ten aanzien
van deze gemeenten ten uitvoer leggen?
Vele leden verklaarden, dat het voorstel om
een korting op de uitkeringen uit het fonds toe te
passen voor het geval door een gemeente niet de
volledige belastingcapaciteit wordt benut, voor
hen onaanvaardbaar is. Zij vroegen zich af, of
dit nu het beloofde herstel van de zelfstandigheid
der gemeenten zal zijn; men begint met een wet
telijke sanctie te vragen en nu vrijwel in volle
omvang op een door het Rijk reeds sinds jaren
toegepast stelsel van beheersing der gemeentelijke
belastingwetgeving, dat in wezen in strijd is met
de zin, zoal niet de letter der gemeentewet. Van
enige vrije armslag voor de gemeenten op belas
tinggebied wordt niets overgelaten. Deze regeling
zou juist het omgekeerde brengen van wat men
van een gemeentebestuur verwacht, nl. verslap
ping van het verantwoordelijkheidsbesef. Dit komt
juist dan tot uiting, als men een uitgaaf mogelijk
moet maken met de heffing van belasting. De
werkingssfeer hiervan is echter, omdat deze rijkt
tot bij de vertegenwoordigde bevolking zelf, nog
ruimer dan die van de uitgaaf. De vrees voor
het ontstaan van belastingoases voorlopige be
rekeningen hebben uitgewezen, dat een aantal
gemeenten bij de voorgestelde uitkeringen over
schotten zou hebben ten bedrage van rond
8.200.000, welke gemeenten derhalve haar be
lastingen zouden kunnen verlagen met behoud
der fondsuitkeringen kan wel ter zijde worden
gesteld, nu het eigen belastinggebied der gemeen
ten tot het uiterste is ingekrompen. Ook getuigt
dit voorstel van weinig gezond verstand; het stelt
een boete op zuinig beheer in het vooruitzicht en
Overzicht van een der salons van de Suasso Stichting tijdens
de receptie van het Hoofdbestuur
een rem op het natuurlijk streven naar verlaging
van lasten; de inkomsten moeten worden opge
schroefd en de uitgaven zullen zich daaraan moe
ten aanpassen.
Verschillende leden, die zich met het boven
staande goeddeels konden verenigen, waren van
oordeel, dat een oplossing zou kunnen worden
verkregen, indien slechts de bijzondere uitkering
onderhevig zou zijn aan korting, als niet de ma
ximale belastingcapaciteit wordt benut; het ligt
immers voor de hand van de gemeenten, welke
geen sluitende begroting kunnen verkrijgen met
de objectieve uitkeringen, te eisen, dat zij althans
zoveel mogelijk uit haar ten dienste staande eigen
middelen putten. Het bezwaar, dat zodoende in
een aantal gemeenten eventueel een belastingver
laging zou worden doorgevoerd binnen het klei
ne bestek van het overgebleven gemeentelijk be
lastinggebied, konden zij niet als belangrijk er
kennen.
Afgezien van de daaromtrent reeds bij de al
gemene beschouwingen gemaakte opmerkingen,
ontmoette de in de circulaire van 19 November
jl. vervatte richtlijn in zake opvoering van het
heffingspercentage der vermakelijkheidsbelasting
tot 50 pet. vrijwel algemene weerstand. 1)
Vele leden wezen er op, dat opvolging van deze
richtlijn zal betekenen, dat de daarbij te verkrij
gen bate slechts ten goede zal komen aan de ge
meenten, die geen bijzondere Uitkering behoeven
en derhalve in een relatief gunstige financiële po
sitie verkeren. Volgt een zodanige gemeente de
richtlijn echter niet op, omdat zij geen behoefte
heeft aan meer middelen, dan wordt zij bedreigd
met de in het hier besproken artikel voorziene
korting, welke weer tot gevolg kan hebben, dat
de begroting niet meer sluitend is te maken met
behulp der objectieve uitkeringen. Is anderzijds
de financiële toestand van een gemeente zodanig,
dat zij een bijzondere uitkering
behoeft, dan komt de bate haar
niet ten goede, aangezien dan de
bijzondere uitkering automatisch
dienovereenkomstig zal worden
verlaagd. Volgt zij de richtlijn
niet op, dan wordt een zodanige
gemeente met vermindering der
uitkering gestraft (circulaire van
2 December j.1.).
De Minister van Financiën
heeft zo vervolgden deze
leden afgezien van het heffen
van weeldebelasting op vermake
lijkheden o.a. op grond van de
overweging, dat het de voor
keur verdiende dit terrein te
reserveren voor de gemeentelijke
belastingwetgeving. Nu wordt
er echter in feite een Rijksbe-