IN MEMORIAM de grote stad natuurlijk heel anders dan in de kleine op het platte land. Zij liggen eigenlijk voor iedere verhuurder en voor iedere bioscoop ver schillend. Met zijn aanvullingen op de Algemene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films heeft de Bond de grondslag gelegd voor de aan- passingsmogelijkheid voor het bedrijf: verplichte bedrijfsvoorstelling, verhuur per film, één hoofd film per voorstelling, geregelde vertoning van Nederlandse voorfilms. Het is een gelukkig ding, dat verreweg de meeste leden van de Bond begrip hebben voor de steeds hogere eisen, welke de uitoefening van hun bedrijven hun stelt, en het Hoofdbestuur bij zijn taak tot steun zijn. Het richtsnoer, dat de organisatorische ontwik keling van de laatste jaren kenmerkt en in de toe komst nog duidelijker kenmerken moet is wel zeer kernachtig omschreven door de Burgemeester van Amsterdam, Mr. Arn. J. d'Ailly, in zijn rede bij de opening van de Filmtentoonsteliingi in het Stedelijk Museum te Amsterdam: Wanneer wij nu deze tentoonstelling over zien, blijkt overduidelijk, dat de film, juist om dat zij in de commerciële sfeer is gebleven en niet in een zuiver aesthetisch isolement is ge trokken, haar ontzaglijke betekenis voor de he dendaagse samenleving heeft kunnen verkrij gen. Met volledige erkenning immers van haar belang als technisch product, van haar waar de voor de wetenschap als documentatiemiddel, voor de industrie als vervaardigingsobject, voor de gemiddelde bioscoopbezoeker als ont spanningsmiddel, ontkomt men toch niet aan de overtuiging, dat de film in de eerste plaats toch haar bijzondere functie in het maatschap pelijk en cultureel leven van de moderne tijd bezit als volkskunst". Zeer jammer is het, dat onze Regering door een aantal kortzichtige en slecht gefundeerde maatregelen de geschetste ontwikkeling ophoudt. Nochtans geloven wij niet, dat zij ze vermag tegen te houden. In ieder geval zal, welke reactie deze onsympathieke bemoeiing ook te weeg zal brengen in ónze kringen, zij nooit ten gevolge mogen hebben, dat wij onze taak en onze plicht anders zouden gaan zien dan voorheen. Wel echter zullen zij er door worden beïnvloed en bemoeilijkt. Met deze regels menen wij de betekenis van de dertigste Bondsverjaardag het best voor het voetlicht gebracht te hebben. Het leek ons in ieder geval van meer belang dan dat wij een lof zang hielden op de goede Bondshoedanigheden of wel ons druk maakten omtrent de plaats van het Hoofdbestuur tijdens de receptie, zoals dat in een orgaan het geval was, of wel omtrent de namen van hen, die op 11 Februari 1918 in Schil ler achter de bestuurstafel zaten. Ook de geschie denis van de Bond zal recht wedervaren. Zij het niet in dit jubileumjaar, dan toch bij wijze van jubileumgeschenk hopen wij de leden binnen af zienbare tijd een behoorlijke documentatie aan te bieden omtrent ontsta»an, ontwikkeling en bete kenis van deze zeldzame organisatie. Zij is het overwaard! Op 10 Februari overleed in de ouderdom van slechts 55 jaar de heer W. A. de Kuijper, exploi tant van net Luxor Theater te Haarlem. Hiermede is aan het Nederlandse film- en bio scoopbedrijf wederom een lid van de oudere garde ontvallen, die zijn sporen als filmverhuur der en bioscoopexploitant verdiend heeft. De heer De Kuyper had in het bedrijf een goede naam. Ook het organisatiewerk had, vooral in vroegere jaren, zijn belangstelling. Zijn nagedachtenis zal bij ons in ere bliiven. De teraardebestelling vond plaats op Vrijdag. 13 Februari, op de R.K. Begraafplaats aan de Kerkhoflaan te 's-Gravenhage, waarbij velen aan wezig waren om de laatste eer te bewijzen. Het Hoofdbestuur heeft aan de familie van de ontslapene zijn deelneming betuigd. Eveneens is op 10 Februari na een langdurige ziekte in de ouderdom van 58 jaar overleden de heer J. O. M. Lockhorn, leider van de door de Stichting „Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" georganiseerde mondelinge opleidingscursus voor bioscoop-operateur. De overledene heeft zich bij de voorbereiding en verwezenlijking dezer opleiding zeer verdien stelijk gemaakt en de Stichting verliest in hem een gezien en kundig medewerker. Het Stichtingsbestuur heeft de familie van de overledene van zijn deelneming doen blijken.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 5