12 zodanige rang- en prijsindeling te maken, dat met verhogingen enerzijds en verlagingen ander zijds het werkelijk gemiddelde van onze entree prijzen, ondanks de voorgeschreven verlaging van het theoretisch gemiddelde, niet noemens waard behoeft te worden aangetast. Het Hoofdbestuur heeft ten slotte geen breuk met de dienst voor de Prijsbeheersing willen forceren, aangezien dit zou hebben geleid tot een chaos, tot consequenties welke het Hoofd bestuur niet voor zijn verantwoording kan nemen. Het heeft in afwachting van de zich ontwik kelende practijk en met het oog op de verande ringen, welke zich mogelijk na de verkiezingen bij de dienst van de Prijsbeheersching zullen vol trekken, vooralsnog de voorkeur gegeven aan nadere onderhandelingen met de Prijsbeheersing, ten einde een zodanige toepassing van de be schikking te verkrijgen, dat de nadelen voor ons bedrijf tot de geringst mogelijke proporties zou den kunnen worden terug gebracht. Het lid van het Hoofdbestuur, de heer W. K. G. van Royen, die inmiddels in plaats van de heer Van Willigen het voorzitterschap van de Prijzencommissie op zich heeft genomen, is er naar onze mening, na uitvoerige onderhandelin gen in geslaagd een soepele toepassing te ver krijgen, welke inderdaad voor ons bedrijf neer komt op het geringst mogelijke nadeel. De heer Van Royen, wie ik gaarne dank zeg voor zijn met veel geduld, tact en grote kennis van zaken gevoerd beleid, zal U hieromtrent straks een nadere uiteenzetting geven. Naar mijn mening zal, indien de prijsbeschik- king zo kan worden toegepast als wij ons voor stellen, in de eerste plaats het effect voor het publiek zijn, dat de prijzen algemeen met de nieuwe belasting zullen worden verhoogd. Dit is met het oog op de toekomst van het grootste belang. De practijk zal echter ook zijn, dat de verlaging als in de prijsbeschikking genoemd, slechts theoretische betekenis zal hebben. In het algemeen zal de werkelijke prijsverlaging slechts 2 a 3 bedragen en in vele gevallen zal er geen verlaging zijn. Ik voeg hier nog aan toe, dat dank zij de activiteit van de Prijzencommissie binnen een bestek van ruim één maand niet min der dan 67 zaken zelfs een niet onaanzienlijke prijsverhoging hebben gekregen. Een regeling met de Prijsbeheersing maakt het alsnog moge lijk, dat circa 180 kleine zaken niet onder de gevolgen van de nieuwe beschikking zullen val len. Aangezien op deze wijze aan de nieuwe prijs beschikking haar oorspronkelijke betekenis is ontnomen, acht het Hoofdbestuur het zeer zeker niet in het belang van het bedrijf om vooralsnog een obstructie tegen de Prijsbeheersing te orga niseren. Wèl echter zullen wij het harnas moeten aan- gorden om met succes het streven te weerstaan ons bedrijf te maken tot sluitpost van gemeente begrotingen. Het Hoofdbestuur volgt hierbij dit beginsel, dat de kleine zaken een vermakelijk- heidsbelasting van 35 niet zullen kunnen dra gen en dat geen enkele zaak in Nederland een hogere belasting zal kunnen dragen dan 35 In hoever deze zaken een last van 35 zullen kunnen dragen, zal na afloop van het eerstko mende jaar blijken. De maatregelen, welke het Hoofdbestuur zich voorstelt te nemen, zullen, nu wij met een lan delijke strijd te doen hebben van geval tot geval moeten worden bekeken. Zij zullen er op ge richt kunnen zijn, dat de betrokken gemeente geen vermakelijkheidsbelasting in kas krijgt, of niet meer dan zij voorheen ontving, ofwel aan zienlijk minder dan tot nog toe. Wij zullen moeten kunnen handelen naar ge lang van omstandigheden. Wij zullen als het ware een guerilla-strijd moeten voeren en dit wil ik de leden wel uitdrukkelijk verklaren, wij zul len hem zó moeten voeren, dat wij hem niét al leen kunnen uithouden en winnen, maar ook zó dat wij daarmede niet in de kaart spelen van hen, die iedere oppositie en ieder gerechtvaardigd verzet trachten uit te buiten om de maatschap pelijke orde van ons land aan te tasten en zo mogelijk omver te werpen, ter vestiging van een systeem, dat even erg, zo niet erger is dan dat, waarvan wij gedurende vijf jaren de wrange vruchten hebben geplukt. Wij wensen voortdu rend onze verantwoordelijkheid voor ogen te houden in het besef, dat er grotere dingen op het spel staan in de huidige maatschappij en in onze huidige Nederlandse samenleving, dan het vraagstuk van iets meer of minder winst. Wan neer wij vechten, dan zal het een met beleid ge voerde strijd moeten zijn, die oprecht gestreden kan worden, voor het bestaan van onze bedrijfs- genoten en voor een behoorlijke ontwikkeling van film en filmbedrijf in ons land. Vandaar de vrij vérgaande bevoegdheden, welke het Hoofdbestuur U in de voorstellen van deze agenda vraagt. Het Hoofdbestuur doet hierbij een beroep op de leden om één te zijn, om begrip aan de dag te leggen voor de moeilijkheden, waarvoor de Bondsleiding staat. Laat ons in hartelijke en oprechte saamhorig heid werken aan en strijden voor ons gemeen schappelijk belang en wel zó, dat wij het be lang van ons land en van onze medeburgers, de betekenis van ons bedrijf voor de samenleving daarbij wel voor ogen houden Op deze rede volgde een hartelijk applaus.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 14