13 Toelichting van de heer Van Royen De Penningmeester van het Hoofdbestuur, de heer W. K. G. van Royen, gaf vervolgens een uiteenzetting van de practische resultaten, welke door de Prijzencommissie met betrekking tot de vermakelijkheidsbelasting en de prijzenbeschik- king zijn bereikt. Spreker wees erop, dat de op grond van de Prijzenbeschikking Bioscoopvoorstellingen 1947 ingestelde Prijzencommissie, waarin zitting heb ben twee personen uit het bedrijf en een ambte naar van het Directoraat-Generaal van de Prij zen, een zelfstandig leven leidt en buiten het Bondsverband staat. Het is dus geen commissie van het Hoofdbestuur en dit College kan er geen invloed op uitoefenen. Vandaar dat deze Com missie rustig haar werkzaamheden voortgezet heeft, zonder vrees, de acties van het bedrijf te doorkruisen. Van uit het Zuiden had spreker de medede ling bereikt, dat bij de bioscopen daar, in tegen stelling met die in Holland, na de Bevrijding geen of nagenoeg geen verhoging van de entreeprijzen had plaatsgevonden en dat vele bioscopen nog dezelfde prijzen hadden als voor de oorlog. Hij had toen aangeraden, dat deze exploitanten als nog verzoeken om prijsverhoging, resp. herclas sificatie zouden indienen en daarbij ook dit punt als argument zouden aanvoeren. De Commissie heeft daarop vele dergelijke aanvragen ontvan gen en het is gelukt een zestigtal zaken in een hogere prijsklasse onder te brengen. Een volgend belangrijk punt dat met de Prijs- beheersing werd besproken en tot gunstig resul taat heeft geleid, is de doorberekening zelf. Kleine zaken, n.1. die met een bruto jaaromzet tot en met 45.000.kunnen practisch rekenen op dispensatie van entreeprijsverlaging, indien zij dit schriftelijk aan de Commissie aanvragen on der opgave van de vereiste gegevens. Op deze wijze wordt voor 160 a 170 kleine zaken de verhoogde vermakelijkheidsbelasting geen be- drijfsbelasting, maar behoudt haar karakter van een verteringsbelasting, die ten dele door het publiek zal worden gedragen. Daarenboven heeft de Prijsbeheersing het tot dusverre steeds inge nomen standpunt in zake het maximale prijsge- middelde per voorstelling verlaten. De Prijzen commissie kan op verzoek van een exploitant be slissen, dat in een aantal voorstellingen de maxi maal toegestane gemiddelde netto-entreeprijs met ten hoogste 20% wordt overschreden, mits de prijs voor een aantal andere voorstellingen wordt verlaagd. Als voorwaarde wordt daarbij gesteld, dat de gemiddelde netto-entreeprijs per speel- week de toegestane gemiddelde netto-entreeprijs niet overschrijdt. Op deze wijze wordt het b.v. mogelijk duurdere avondvoorstellingen te geven naast goedkopere matinée's, of hogere prijzen op Zaterdagavond en Zondag, te berekenen tegen lagere prijzen op werkdagen. Het is ten slotte zaak de prijzen zo te veran deren, dat deze voor de individuele gevallen zo voordelig mogelijk worden. Overwogen wordt om op het Bondsbureau een D D o Het begint er naar uit te zien, dat de Franse regering voor de druk der openbare mening is bezweken en, zij het aarzelend, aanstalten gaat maken om het Franse filmbedrijf te trekken uit het moeras, waarin het door haar kortzichtige fiscale politiek dreigt te verzinken. Als eerste van een reeks maatregelen heeft de Minister van Financiën gedecreteerd, dat met ingang van 1 April l.l. de „Taxe a la Pro- duction" is gefixeerd op 3% Deze belas- ting werd voordien geheven van de weke- lijkse bruto-ontvangsten der bioscopen en wel ^Vl indien de wekelijkse bruto-ontvangsten beneden frs. 50.000.- waren en 12% daar- boven. Daar de gemiddelde entreeprijs frs. 40 bedraagt en dus zelfs de zeer kleine bedrijven boven frs. 50.000.— kwamen, moesten nage- noeg alle bioscopen aan deze belasting 12 van hun bruto-ontvangsten betalen. Dit per- centage is nu teruggebracht tot 3]^ wat dus practisch een belastingverlaging van I &V2 °P de bruto-recettes betekent. Daar de entreeprijzen niet zullen worden j verlaagd, zal deze belastingverlaging, volgens officiële schattingen, aan het bedrijf onge- veer 900 millioen francs per jaar opleveren, die zowel aan de exploitant, de verhuurder als aan de producent ten goede zullen komen. De Franse Pers heeft zich over deze ver- laging evenwel niet enthousiast betoond. Zij betoogt dat de Assemblee Nationale op 18 Maart l.l. weliswaar in een resolutie de regering heeft uitgenodigd de voorstellen van I de Commissie voor Modernisering van het Filmbedrijf wat betreft filmmateriaal, studio's, laboratoria en bioscopen te verwezenlijken, maar dat deze „verwezenlijking" volkomen af- 1 hankelijk is van een aanzienlijke belastingver- laging, en niet van slechts enkele percenten. liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii Cindelijk ~J iiiMuuiiuiiitiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiJiiiiiiiiiiiMitiiiirriritiiiifiiiiiriiitiHiiiiiiiiiiiiuiiJiiiJVtfiTiiiiiiiiifiiiiititifiiniiiiiiiiiitiiiiiiiiiii I

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 15