23 Scala Theater aan de Verenigde Nijmeegse Bioscopen te betalen vergoeding ot-er de genoemde periode vastgesteld °P J71A van f of f te verminderen met 20 wegene, het in bedrijf zijn van de bioscoop in het Concert gebouw „De Vereniging". Op grond van het bovenstaande verzoekt ondergetekende de Commissie van Geschillen in deze zaak krachtens het arbitrage reglement van de Bioscoop Bond een beslissing te willen geven en het Scala Theater te veroordelen om aan de Verenigde Nijmeegse Bioscopen te betalen als bijdrage over de periode wan 7 Maart tot 5 September 1947 een bedrag van f vermindert met 20 dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op 21 Januari 1948 ten kantore van de Nederlandsche Bioscoop-Bond aan de Jan Luykenstraat 2 te Amsterdam; dat aldaar verschenen zijn namens eiseres de heren D. Siem Jr., M'. L. Deinum en A. Maertens en namens gedaagde de heren H. A. Stoltenborgh, J. A.. Vriezen, A. Piersen en Mr. M. L. G. M. Custers, rechtskundig raadsman; dat de heren D. Siem Jr., M, L. Deinum en A. Maertens namens eiseres desgevraagd door de Voorzitter verklaard hebben hun bezwaren tegen de aanwezigheid van Mr. M. L. G. M.. Custers hoewel deze bezwaren gegrond zijn cp het niettijdig kennis geven door gedaagde, dat zij zich door een rechtskundig raadsman zou laten bijstaan niet te handhaven; dat de heer A. Piersen namens gedaagde in hoofdzaak heeft verklaard: „De vennootschap onder firma Scala Theater te Nijmegen enerzijds en de toen in oprichting zijnde Stichting „Verenigde Nijmeegse Bioscopen" ander zijds zijn op 24 Januari 1946 een overeenkomst aan gegaan en hebben dit in een contract vastgelegd. De inhoud van dit contract kan Uw Commissie thans bekend zijn. Hierin staat o.a. vermeld, dat Scala Theater hoogstens tot 1 Januari 1951 aan de Stich ting bovengenoemd zal betalen een bijdrage, zoals in dit contract omschreven. In 1946 is betaald 1947 is nog niet bekend, doch ongeveer hetzelfde. De bijdrage, die Scala moet leveren, wordt met 1/s verminderd telkens zodra een der vijf bij de Stich ting aangesloten bioscopen weer regelmatig films ver toont, uitgezonderd indien films worden vertoond in het Aloysius en het Canisius Theater. Het Concertgebouw „De Vereniging" was met de opening van het „Scala Theater" op 8 Maart 1946 alweer in gebruik gesteld en oefent het filmbedrijf regelmatig uit gedurende vier dagen per week. Hierover is nimmer enig verschil gerezen en de verplichte bijdrage, als bedoeld in het contract werd dan ook automatisch door de vertegenwoordiger van de V.N.B.., de heer Maertens, met 1/b verminderd. Het Canisius Theater werd gesloten; om welke redenen is het Scala Theater niét bekend en mag haar ook niet interesseren, omdat dit theater uitdruk kelijk in het contract als uitzondering wordt genoemd. De Verenigde Nijmeegse Bioscopen^ opende op 24 Mei 1946 de Akkerlaan Bio en hier werden tot 23 November 1947 evenals in het Concertgebouw De Vereniging drie a vier dagen iedere week regelmatig films vertoond. Het Scala Bestuur was dan ook de mening toegedaan, dat met de opening van de Akker laan Bio bedoelde bijdrage met 1/s moest worden ver minderd. Bij de vaststelling van de door Scala aan de Stich ting te betalen vergoeding werd hiermede echter geen rekening gehouden, zodat de bijdrage niet met 1/,5 werd verminderd. Op een gemeenschappelijke vergadering werd dit punt door het Scala Bestuur naar voren gebracht, doch door de accountant A. Maertens werd mede gedeeld, dat het te kinderachtig en te flauw was om hierover te praten en de heer D. Siem Jr. deelde toen mede: „als jullie daar bezwaar tegen hebben, sluit ik onmiddellijk dat ding". De Akkerlaan Bio werd niet gesloten en de bijdrage werd ook daarna niet verminderd. Het Bestuur van Scala heeft toen besloten schrif telijk te reclameren bij de Verenigde Nijmeegse Bio scopen, hetgeen geschied is bij schrijven van 11 Sep tember 1947. In dit schrijven werd verzocht bij de eerstvolgende afrekening 1/5 in mindering te willen brengen vanaf het begin der regelmatige filmvertoning in de Akker laan Bio, Naar aanleiding hiervan hebben de Verenigde Nij meegse Bioscopen op 12 November 1947 een klacht ingediend bij de Commissie van Geschillen van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Deze Commissie zal nu tot taak hebben de uiteindelijke beslissing te brengen. Het Bestuur van Scala is van mening, dat zij mo reel en contractueel niet verplicht is tot betaling van de bijdragen van het in rekening gebrachte bedrag, zoals dit is vastgesteld door de accountant A. Maer tens, doch dat het bedrag met 1ls verminderd dient te worden wegens in gebruikstelling van de Akker- iaan Bio. Redenen waarom het Bestuur van Scala de Com missie van Geschillen in deze aangelegenheid, krach tens het arbitragereglement van de Nederlandsche Bioscoop-Bond verzoekt hier een beslissing te willen nemen, welke de Verenigde Nijmeegse Bioscopen in het ongelijk stelt en haar te willen berichten, dat zij op grond van het contract bovenomschreven de bij drage hierin bedoeld voor de Akkerlaan Bio met 1h;> moet verminderen vanaf het begin der in bedrijf stelling." dat de heer D. Siem Jr. namens eiseres in hoofdzaak heeft verklaard, dat de exploitatie van de Akkerlaan Bio in feite niets is geweest dan een gedeeltelijke voortzetting van de exploitatie van het Canisius Theater; dat de gehele appa ratuur van laatstgenoemde bioscoop daartoe naar de eerst genoemde is overgebracht; dat de Akkerlaan Bioscoop slechts 280 zitplaatsen had tegenover 504 in het Canisius Theater; dat in de Akkerlaan Bioscoop met onderbrekingen slechts gemiddeld drie dagen per week werd gedraaid tegen 7 dagen per week zonder enige onderbrekingen in het Ca nisius Theater; dat Mr. M. L. G. M. Custers namens gedaagde in hoofd zaak heeft verklaard, dat gedaagde de Akkerlaan Bioscoop beschouwt als een nieuwe exploitatie en niet als de voort zetting van het Canisius Theater; dat indien er al twijfel zou bestaan aan de betekenis van artikel 2 der tussen par tijen bestaande overeenkomst, artikel 1385 van het Burger lijk Wetboek van toepassing is bepalende, dat in geval van twijfel een bepaling van een overeenkomst ten voordele van de schuldenaar moet worden uitgelegd; dat trouwens gedaagde bij het aangaan der overeenkomst genoodzaakt was zware verplichtingen op zich te nemen en dat het on billijk zou zijn die verplichtingen nog te verzwaren door een uitlegging van de overeenkomst verder gaande dan de be woordingen der overeenkomst gebiedend voorschrijven; dat de heer Siem Jr. namens eiseres hierop in hoofdzaak heeft geantwoord, dat de wekelijkse recette van de Akker laan Bio gemiddeld f heeft bedragen en die van de Canisius Bioscoop zodat de positie van gedaagde door een zo sterke vermindering van concurrentie aanzienlijk is verbeterd en reeds om die reden een vermindering van het contractueel door gedaagde aan eiseres verschuldigd bedrag een onbillijkheid tegenover eiseres zou zijn; dat de grondslag van de tussen partijen aangegane overeenkomst deze is, dat

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 25