JAARVERGADERING BEDRIJFSAFDELING FILMVERHUURDERS 25 Op 23 April is in het Parkhotel in Amsterdam de Jaarlijkse Ledenvergadering der Bedrijfsafde ling Filmverhuurders gehouden, waarbij niet minder dan 85 der leden aanwezig was. De vergadering werd bovendien bijgewoond door de heren M. P. M« Vermin, Joh. Miedema en J. G. J. Bosman. Aan de Administrateur, de heer H. W. Ha- genberg, werd lof toegezwaaid voor de uitsteken de wijze, waarop hij in opdracht van het Bestuur het Jaarverslag over 1947 had samengesteld. De Rekening en Verantwoording, toegelicht door de Penningmeester, de heer L. W. R. Meyer, werd na een korte discussie goedgekeurd. De begroting van ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1948 werd overeenkomstig het voorstel van het Bestuur vastgesteld. Voordat men de verkiezing van vijf Bestuurs leden een aanvang werd gemaakt, werd in den brede van gedachten gewisseld over de deviezen- moeilijkheden. Het resultaat van het debat werd vastgelegd in een gedetailleerd advies, hetwelk ter kennis van het Hoofdbestuur is gebracht. Bij enkele candidaatstelling werden herkozen de aftredende Bestuursleden: J. S. Croeze, H. S. Boekman, J. J. ter Linden, J. L. Paerl en C. S. Roem. Uit de Bestuursleden moest vervolgens een Voorzitter gekozen worden. 'Candidaat gesteld werden de heren J. S. Croeze en C. S. Roem. De heer Roem verklaarde na overleg met zijn medebestuurders geen benoeming te zullen aan vaarden. essentie der taferelen gebruikt als accent in de filmbeweging, die zijn filmbeweging is. Men zou dit alles natuurlijk duidelijker kunnen aantonen door bepaalde scènes te analyseren. Het kort bestek van dit opstel laat dit uiteraard niet toe, doch bij voorkomende gelegenheid moest dit toch eens geprobeerd worden. Het is dus niet mijn be doeling geweest, genoemde films uitvoerig te be handelen. Ik heb slechts op enkele tekorten willen wijzen, die de nadruk leggen op de noodzakelijk heid van de erkenning der normen. Daarom viel het oordeel wellicht harder uit dan een meegaande be schouwing zou opleveren. Maar het was hic et nunc zaak, het probleem scherp te stellen. Tot heil van de Nederlandse film, naar ik hoop. Daarna werd de heer J. S. Croeze bij enkele candidaatstelling tot Voorzitter herbenoemd. Zonder tegencandidaten werd de heer J. L. Paerl opnieuw tot Vice-Voorzitter gekozen. Voor de vier vacatures in de Ledenraad waren candidaat gesteld de heren J. J. Ter Linden, R. A. van Mourik, L. W. R. Meyer en C. S. Roem. De ondertekenaren van de candidatenlijsten hadden de heer C. S .Roem candidaat gesteld in plaats van de heer O. P. Besseling, omdat zij het van belang achtten, dat in de Ledenraad ook een lid-filmfabrikant zitting heeft. Een van de thans zitting hebbende leden van de Ledenraad moest dus afvallen en daarvoor kwam de heer Besse ling als jongste lid als eerste in aanmerking. Bij enkele candidaatstelling werden de heren Ter Linden, Van Mourik, Meyer en Roem ge kozen. Bij de behandeling der ingekomen stukken is ook van gedachten gewisseld omtrent het Be- drijfsreglement op de Lijst van Geen Bezwaar, speciaal voor wat betreft de levering van films aan particulieren en verenigingen. Aangezien ter vergadering geen resultaat kon worden bereikt, werd besloten een Studie-Com missie in het leven te roepen, waarin zitting heb ben Mevr. Pelster, alsmede de heren E. Alter, H. Timmer en H. W. Hagenberg. Bij de Rondvraag werd nog een discussie ge voerd over de gedragslijn, die in de vergaderin gen van het Hoofdbestuur en van de Ledenraad door de daarin zitting hebbende leden-filmver- huurders gevolgd moet worden, alsmede over hun verhouding ten opzichte van het Bestuur in de Ledenvergadering der Bedrijfsafdeling Filmver huurders. HET OPERATEURSEXAMEN Van het Bestuur der Stichting „Instituut voor Opleiding van Technisch Bioscooppersoneel" ver nemen wij, dat het eerstvolgende operateursexa men in de laatste week van Juli a.s. zal worden afgenomen. Het is niet doenlijk de volledige exameneisen in deze kolommen te publiceren, doch genoemd Bestuur heeft ons doen weten, dat de eisen aan belangstellenden op eerste aanvrage zullen wor den verstrekt, tezamen met een inschrijvingsformu lier voor het examen, waarin nadere bijzonder heden zijn opgenomen. Wij volstaan derhalve met te vermelden, dat de inschrijving van examencandidaten op Zaterdag 10 Juli a.s. zal worden gesloten en dat de kosten, verbonden aan het deelnemen aan het examen 10 bedragen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1948 | | pagina 27